Rechtbank Midden-Nederland, 08-01-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:29, UTR 19/3599, UTR 19/3800 en UTR 19/3801
Rechtbank Midden-Nederland, 08-01-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:29, UTR 19/3599, UTR 19/3800 en UTR 19/3801
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 8 januari 2021
- Datum publicatie
- 21 januari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2021:29
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2022:2745, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- UTR 19/3599, UTR 19/3800 en UTR 19/3801
Inhoudsindicatie
WOZ, , equality of arms, aankoopbedrag, hogere waarde met taxmatrices inzichtelijk gemaakt, laatste woning niet inzichtelijk gemaakt, schattenderwijs vastgesteld, gegrond, pkv.
Uitspraak
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR19/3599, 19/3800 en UTR 19/3801
[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels)
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, verweerder
(gemachtigde: mr. M. Boerlage).
Procesverloop
In de beschikking van 28 februari 2019 heeft verweerder op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van drie objecten in [woonplaats] voor het belastingjaar 2019 naar de waardepeildatum 1 januari 2018, als volgt vastgesteld:
- UTR 19/3599: de woning aan de [adres 1] op € 158.000,-;
- UTR 19/3800: de woning aan de [adres 2] op € 238.000,-;
- UTR 19/3801: het bedrijfspand aan de [adres 3] op € 100.000,-.
In de uitspraak op bezwaar van 2 augustus 2019 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift en een taxatiematrix ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 oktober 2020 via Skype for Business. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Verweerder is vergezeld door de heer [taxateur], taxateur.
In overleg met partijen is de behandeling van de beroepen met nummers UTR 19/3599 en UTR 19/3800 ter zitting aangehouden om verweerder binnen twee weken de gelegenheid te geven om te reageren op het gewijzigde standpunt dat de waarde van de woningen aan de [adres 1] en de [adres 2] te laag is vastgesteld.
Verweerder heeft op 13 oktober 2020 gereageerd op het gewijzigde standpunt en heeft dit onderbouwd met twee nieuwe matrices. Eiseres heeft hier vervolgens op gereageerd op 28 oktober 2020.
Het onderzoek ter zitting is vervolgens hervat op 11 december 2020 via Skype for Business. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Verweerder is vergezeld door de heer [taxateur], taxateur.
Overwegingen
1. Eiseres heeft een algemeen geformuleerd beroepschrift en meerdere algemeen geformuleerde brieven ter aanvulling daarop ingediend. Op de zitting heeft de gemachtigde van eiseres desgevraagd toegelicht welke specifieke gronden in deze zaak aan de orde zijn. De rechtbank zal het beroep beoordelen aan de hand van de op de zitting ingenomen standpunten.
[adres 3] : UTR 19/3801
2. Eiseres heeft de rechtbank 7 oktober 2020 verzocht om een nieuwe zitting omdat er volgens haar op de zitting van 7 oktober 2020 geen sprake was van equality of arms omdat haar gemachtigde telefonisch deelnam aan de zitting en verweerder wel een beeldverbinding met de rechtbank had. De rechtbank ziet geen aanleiding om het onderzoek te heropenen. Omdat de beeldverbinding met de gemachtigde van eiseres slecht was, waardoor regelmatig delen van zijn betoog wegvielen, is overgegaan op een telefonische verbinding met hem. Die verbinding was goed. De gemachtigde van eiseres heeft zijn standpunt via de telefonische verbinding goed kunnen verwoorden en ook goed kunnen reageren op verweerder en vragen van de rechtbank. De rechtbank is daarom van oordeel dat eiseres door telefonisch deel te nemen aan de zitting, niet is geschaad in haar belangen.
3. Eiseres bepleit een lagere waarde namelijk € 89.000,-. Verweerder handhaaft de vastgestelde waarde en heeft om die te onderbouwen een taxatiematrix overgelegd.
4. In een geval waarin een onroerende zaak kort voor of na de waardepeildatum wordt gekocht, moet in de regel ervan worden uitgegaan dat de waarde in het economische verkeer overeenkomt met de koopsom die voor de onroerende zaak is betaald, tenzij de partij die zich daarop beroept feiten en omstandigheden stelt en aannemelijk maakt waaruit volgt dat de koopsom niet de waarde in het economische verkeer weergeeft.1
5. Eiseres heeft gesteld dat sprake is van miskoop omdat de gemeente na de aankoop van het pand niet meewerkt aan het ontwikkelingsplan van eiseres. De rechtbank is van oordeel dat dit geen feit of omstandigheid is waaruit volgt dat de koopsom niet de waarde in het economische verkeer weergeeft. De rechtbank stelt voorts vast dat de aankoop op 22 december 2017 heeft plaatsgevonden en dus nagenoeg op de waardepeildatum ligt. Het aankoopbedrag van € 100.000,- kan dan ook gelden als de waarde in het economische verkeer op de waardepeildatum. Reeds gelet hierop is het beroep tegen de waarde van dit pand ongegrond en behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking meer.