Rechtbank Midden-Nederland, 20-07-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3663, UTR 20/1193 en UTR 20/1194
Rechtbank Midden-Nederland, 20-07-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3663, UTR 20/1193 en UTR 20/1194
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 20 juli 2021
- Datum publicatie
- 10 juni 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2021:3663
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2022:7510, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- UTR 20/1193 en UTR 20/1194
Inhoudsindicatie
WOZ waarde golfcomplex. Twee belastingjaren. Sprake van commerciële exploitatie. Gecorrigeerde vervangingswaarde. Beroepen ongegrond.
Uitspraak
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 20/1193 en UTR 20/1194
(gemachtigde: mr. J.W.C. Nuis),
en
(gemachtigde: J. Tammel).
Procesverloop
Bij twee beschikkingen van 31 mei 2019 heeft verweerder op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] (de onroerende zaak) vastgesteld voor het belastingjaar 2018 en naar de waardepeildatum 1 januari 2017 op € 4.300.000,- en voor het belastingjaar 2019 op eveneens € 4.300.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2018.
Verweerder heeft bij deze beschikkingen aan eiseres als eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak ook een aanslag onroerendezaakbelastingen en een aanslag rioolheffing opgelegd, waarbij de waarde als heffingsgrondslag is gehanteerd.
Bij twee uitspraken op bezwaar van 13 februari 2020 heeft verweerder de waarde van de onroerende zaak voor de beide belastingjaren 2018 en 2019 gehandhaafd.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de bestreden uitspraken op bezwaar. Verweerder heeft een verweerschrift en een taxatierapport ingediend.
De rechtbank heeft het beroep gericht tegen de uitspraak op bezwaar met betrekking tot het belastingjaar 2018 geregistreerd onder procedurenummer UTR 20/1194 en het beroep gericht tegen de uitspraak op bezwaar met betrekking tot het belastingjaar 2019 geregistreerd onder procedurenummer UTR 20/1193.
De beroepen zijn behandeld op de zitting van 2 februari 2021, waarbij een rechter heeft deelgenomen via een skypeverbinding. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, vergezeld van mr. B.J.B.M. Dankbaar, kantoorgenoot van gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde via een skype-verbinding en [taxateur 1] en [taxateur 2] , beiden taxateur.
De vaststaande feiten
1. Eiseres is eigenaar van de onroerende zaak. Deze wordt geëxploiteerd door de [naam golfclub] V.O.F. (de Golfclub). Van deze vennootschap onder firma zijn de vennoten: [vennoot 1] B.V. en [vennoot 2] B.V. Eiseres is van deze dochtervennootschappen de enige bestuurder.
2. De onroerende zaak betreft een golfcomplex, bestaande uit een 9 holes golfbaan met clubhuis en terras en binnen- en buiten (oefen)faciliteiten, een stallingsruimte, een turnhal en een parkeerterrein. De opstallen zijn gebouwd in 2000. De golfbaan/drivingrange is aangelegd in 2014. De perceeloppervlakte bedraagt 254.034 m².
Vanaf het belastingjaar 2018 heeft verweerder de onroerende zaak als één object aangemerkt.
Het geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2017 en de waardepeildatum 1 januari 2018.
Volgens eiseres is de waarde op de beide waardepeildata te hoog. Eiseres bepleit een waarde van respectievelijk € 1.727.000,- en € 1.793.000,-.
Verweerder handhaaft in beroep de vastgestelde waarde van € 4.300.000,- voor de beide belastingjaren.