Rechtbank Midden-Nederland, 06-12-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5129, UTR 22/1290
Rechtbank Midden-Nederland, 06-12-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5129, UTR 22/1290
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 6 december 2022
- Datum publicatie
- 7 december 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2022:5129
- Zaaknummer
- UTR 22/1290
Inhoudsindicatie
Wet WOZ, afwijzing van proceskosten rechtsbijstand, no cure no pay. Voor een veroordeling in rechtsbijstandskosten is noodzakelijk dat aan die bijstand ook daadwerkelijk kosten zijn verbonden. In de algemene voorwaarden van de rechtsbijstandsverlener is de betalingsverplichting voor de cliënt afhankelijk gesteld van een door de rechtbank uitgesproken proceskostenveroordeling. Bij de cliënt worden dus geen kosten gemaakt zolang de rechtbank niet overgaat tot een proceskostenveroordeling. Het kan niet zo zijn dat de betalingsverplichting exclusief in het leven wordt geroepen door het uitspreken van een proceskostenveroordeling zelf. De algemene voorwaarden geven daarom aanleiding om geen veroordeling uit te spreken voor de vergoeding van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1290
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: G. Gieben)
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder
(gemachtigde: M.M. Dens).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de hoogte van de WOZ-waarde van de woning aan de [adres] in [woonplaats] (de woning).
De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde met de beschikking van 11 februari 2021 vastgesteld op € 178.000,-, op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Deze waarde is vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2020 en geldt voor het kalenderjaar 2021. De WOZ-beschikking is opgenomen in het aanslagbiljet van dezelfde datum. In dit aanslagbiljet heeft de heffingsambtenaar aan eiser als eigenaar van de woning ook een aanslag onroerende zaakbelasting (OZB) opgelegd. De WOZ-waarde is daarvoor als heffingsmaatstaf gebruikt.
De heffingsambtenaar heeft met de uitspraak op bezwaar van 1 maart 2022 de waarde van de woning en de daarop gebaseerde aanslag gehandhaafd.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift en een taxatiematrix.
De rechtbank heeft het beroep op 23 november 2022 met behulp van een beeldverbinding op een zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: A. van den Dool als waarnemer van de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar, met taxateur [taxateur] .