Rechtbank Midden-Nederland, 09-11-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:6301, UTR 22/3088
Rechtbank Midden-Nederland, 09-11-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:6301, UTR 22/3088
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 9 november 2022
- Datum publicatie
- 27 maart 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2022:6301
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2023:9121, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- UTR 22/3088
Inhoudsindicatie
Naheffing parkeerbelasting. Met scanauto geconstateerd dat auto geparkeerd stond zonder parkeerbelasting te betalen. Beroep ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/3088
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: N. van der Laan),
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (verweerder)
(gemachtigde: mr. W.G. Vos).
Inleiding
1. Eiser is de eigenaar van de auto met het kenteken [kenteken] . Op 22 oktober 2021 om 20:39 uur stond die auto geparkeerd aan de Ornsteinsingel in Utrecht. Een controleur van de gemeente Utrecht in een scanauto heeft geregistreerd dat er geen parkeerbelasting was betaald.
2. De heffingsambtenaar heeft aan eiser op 2 november 2021 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd. Het totaalbedrag van de aanslag inclusief naheffingskosten is € 68,42. In de uitspraak op bezwaar van 17 juni 2022 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag gehandhaafd. Eiser is in beroep gegaan tegen die uitspraak op bezwaar.
3. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt. Partijen hebben aangegeven dat zij het daarmee eens zijn. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten op 20 oktober 2022.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank beoordeelt in deze uitspraak of de heffingsambtenaar terecht een nabetalingsaanslag aan eiser heeft opgelegd. Dat doet de rechtbank aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
5. Eiser heeft aangevoerd dat er ten onrechte een naheffingsaanslag is opgelegd. De tijd en het bedrag van de aangifte is niet te relateren aan een aangifte zoals zou moeten zijn verricht conform artikel 234, tweede lid onder a, ‘de aanvang van het parkeren.’ Ook is het onduidelijk wie het ‘feit’ heeft geconstateerd. Uit de foto’s is niet af te leiden wat is aangetroffen.
6. De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat terecht een naheffingsaanslag is opgelegd aan eiser. Op 22 oktober 2021 is het voertuig van eiser met kenteken [kenteken] door een scanauto om 20.39 uur gecontroleerd. Op dat moment is door de controleur vastgesteld dat eiser geen parkeerrecht had noch in de vorm van betaalde parkeerbelasting, noch in de vorm van een geldige vergunning. Uit de GPS-coördinaten die zijn weergegeven in de foto’s van het brondocument blijkt dat het voertuig is geparkeerd in de Ornsteinsingel in Utrecht.
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de heffingsambtenaar terecht een naheffingsaanslag aan eiser opgelegd. In de gemeente Utrecht wordt met meerdere scanauto’s gecontroleerd of voor geparkeerde voertuigen de verschuldigde parkeerbelasting is voldaan. De scanauto heeft op 22 oktober 2021 om 20.39 uur geconstateerd dat de auto van eiser aan de Ornsteinsingel in Utrecht geparkeerd stond en er geen parkeerbelasting was betaald. De controleur [controleur] heeft dit vervolgens vastgesteld in het brondocument. Anders dan eiser stelt, is het dus niet onbekend wie dit heeft geconstateerd. Op de foto’s bij het brondocument is het kenteken van de auto te lezen en de coördinaten waar de foto’s zijn gemaakt. Daaruit valt af te leiden dat de auto van eiser geparkeerd stond aan de Ornsteinsingel in Utrecht. Voor de berekening van de hoogte van de naheffingsaanslag is de heffingsambtenaar op grond van artikel 234 van de Gemeentewet uitgegaan van een parkeerduur van een uur, verhoogd met de kosten van de naheffingsaanslag.