Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-10-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9121, 23/99
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-10-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9121, 23/99
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 24 oktober 2023
- Datum publicatie
- 3 november 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg:, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:346
- Zaaknummer
- 23/99
- Relevante informatie
- Art. 225 Gemw, Art. 234 Gemw
Inhoudsindicatie
Parkeerbelasting.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer BK-ARN 23/99
uitspraakdatum: 24 oktober 2023
Uitspraak van de vijfde enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 9 november 2022, nummer UTR 22/3088, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft op 2 november 2021 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd van € 3,12, waarbij tevens kosten van € 65,30 in rekening zijn gebracht.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2023. Partijen zijn, met kennisgeving aan het Hof, niet verschenen.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft op 22 oktober 2021 de auto met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) geparkeerd aan de Ornsteinsingel in Utrecht. Op die parkeerplaats en op dat tijdstip was sprake van betaald parkeren. De naheffingsaanslag is om 20.39 uur opgelegd.
3 Geschil
In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De heffingsambtenaar beantwoordt deze vraag bevestigend en belanghebbende ontkennend.