Home

Rechtbank Noord-Holland, 11-11-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10437, AWB-13_1370

Rechtbank Noord-Holland, 11-11-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10437, AWB-13_1370

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
11 november 2013
Datum publicatie
16 december 2013
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2013:10437
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-13_1370
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024]

Inhoudsindicatie

Bij behandeling van een relatief groot aantal bezwaarschriften tegen de vastgestelde WOZ waarde op één hoorzitting, waarbij de individuele zaken telkens (uiterst) kort zijn besproken, en de voorbereidende werkzaamheden per zaak gemiddeld niet meer dan 20 minuten in beslag hebben genomen, is sprake van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de kostenvergoeding op basis van artikel 2, eerste lid, onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht rechtvaardigen. De kostenvergoeding kan dan in redelijkheid worden vastgesteld op een bedrag van € 30.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/1370

Uitspraakdatum: 11 november 2013

Uitspraak van de enkelvoudige kamer in het geding tussen

[X] , wonende te [Z], eiseres,

gemachtigde: mr. M.B.A.C. Hasselman-van Gils (WOZ-specialisten),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Beverwijk, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Verweerder heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) met dagtekening 29 februari 2012 de waarde van de onroerende zaak [adres] voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 221.000. In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerendezaakbelastingen 2012 bekendgemaakt.

1.2.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 31 januari 2013 de bij beschikking vastgestelde waarde verlaagd tot € 203.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd. Voorts is een kostenvergoeding voor rechtsbijstand toegekend van € 240,42 (€ 235 voor het bezwaarschrift + € 5,42 voor het bijwonen van de hoorzitting).

1.3. Eiseres heeft tegen de toegekende kostenvergoeding voor het bijwonen van de hoorzitting beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 september 2013. Namens eiseres is verschenen gemachtigde voornoemd. Namens verweerder is verschenen mr. A.G. Hendriks.

Het beroep in deze zaak is gelijktijdig behandeld met het beroep in de zaken met zaaknummers 13/1372, 13/1374, 13/1375, 13/1377, 13/1379, 13/1380, 13/1388, 13/1389, 13/1400, 13/1404, 13/1407, 13/1412, 13/1414, 13/1416, 13/1418, 13/1422, 13/1423, 13/1431, 13/1434, 13/1436, 13/1437, 13/1438, 13/1446, 13/1447, 13/1448, 13/1449, 13/1454, 13/1456, 13/1465, 13/1466, 13/1467, 13/1470, 13/1472, 13/1473, 13/1490, 13/1500, 13/1501, 13/1502, 13/1505, 13/1507, 13/1510, 13/1514, 13/1517, 13/1519, 13/1521, 13/1540, 13/1541, 13/1542 en 13/1489.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Tijdens een hoorzitting op 17 januari 2013 zijn 164 zaken van cliënten van de gemachtigde afzonderlijk behandeld. De hoorzitting is door twee juristen van WOZ-specialisten bijgewoond en heeft in totaal ongeveer drie uur in beslag genomen. De juristen zijn per zaak ongeveer een kwartier à twintig minuten kwijt geweest aan het voorbereiden van de hoorzitting.

2.2.

In 62 zaken, waaronder die van eiseres, is de WOZ-waarde bij uitspraak op bezwaar verminderd. Door verweerder is bij berekening van de kostenvergoeding van € 5,42 voor het bijwonen van de hoorzitting uitgegaan van 1 punt met een waarde van € 235, vermenigvuldigd met wegingsfactor 1,5 in verband met meer dan 4 samenhangende zaken, gedeeld door 65. Verweerder heeft het bedrag gedeeld door 65 omdat hij er per abuis van uitging dat in 65 zaken de WOZ-waarde was verlaagd. Door 50 belanghebbenden, waaronder eiseres, is beroep ingesteld tegen de hoogte van de toegekende kostenvergoeding.

3 Geschil

3.1.

In beroep is slechts de vergoeding van de kosten voor het bijwonen van de hoorzitting in bezwaar in geschil.

3.2.

Voor de standpunten van partijen en de gronden verwijst de rechtbank naar de gedingstukken alsmede het verhandelde ter zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing