Home

Rechtbank Noord-Holland, 08-11-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10442, AWB-13_326

Rechtbank Noord-Holland, 08-11-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10442, AWB-13_326

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
8 november 2013
Datum publicatie
13 november 2013
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2013:10442
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-13_326
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024]

Inhoudsindicatie

Gelet op artikel 20, tweede lid, van de Wet Vpb komt eiseres niet in aanmerking voor verrekening van een groter bedrag aan verliezen uit eerdere jaren dan waarmee verweerder rekening heeft gehouden.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/326

Uitspraakdatum: 8 november 2013

Uitspraak in het geding tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

gemachtigde: mr. R.N. Klatt,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Hoofddorp, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2008 een aanslag vennootschapsbelasting (vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 265.101. Gelijktijdig is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht ten bedrage van € 6.574.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 4 januari 2013 de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2013. Namens eiseres is daar de gemachtigde verschenen. Namens verweerder zijn verschenen mr. P.G.J.Q. Lemmen en T.J. Louter.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Eiseres is op [DATUM 1] opgericht. Zij heeft zich op [DATUM 2] ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Eiseres heeft jaarlijks jaarrekeningen gedeponeerd.

2.2.

Na oprichting heeft eiseres aangifte gedaan voor de kapitaalsbelasting. Eiseres heeft zich toen niet gemeld als belastingplichtig lichaam voor de vpb. Eiseres is voor de jaren 1995 tot en met 1998 niet uitgenodigd tot het doen van aangifte vpb. Met betrekking tot die jaren zijn geen aanslagen vpb vastgesteld en evenmin verliezen.

2.3.

Bij brief van 30 november 2000 heeft de Belastingdienst/Ondernemingen Den Haag eiseres verzocht om inlichtingen. Op 6 februari 2001 heeft eiseres het vragenformulier ‘Opgaaf gegevens startende onderneming’ ingevuld geretourneerd. De daarin opgenomen vraag of de onderneming belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting is bevestigend beantwoord.

2.4.

Naar aanleiding van de door eiseres verstrekte gegevens heeft de inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen Den Haag vastgesteld dat eiseres belastingplichtig is voor de vpb. Bij brief van 15 maart 2001 heeft hij eiseres onder meer het volgende meegedeeld:

“Indien dit van toepassing is zal ik binnenkort het (de) aangiftebiljet(ten) sturen over de tijdvakken die zijn verstreken.”

Aan eiseres zijn vervolgens aangiftebiljetten vpb vanaf het boekjaar 1999 uitgereikt.

2.5.

Op 18 september 2001 heeft eiseres aangifte vpb gedaan over het jaar 1999. Met dagtekening 17 november 2001 heeft verweerder het verlies over 1999 vastgesteld op ƒ 56.364 (€ 25.577).

2.6.

Bij brief van 3 december 2001 heeft eiseres als volgt gereageerd op de vaststelling van het verlies over 1999:

“Blijkens de aangifte dient het bedrag aan nog te verrekenen verliezen per ultimo 1999 te worden vastgesteld op ƒ 627.513,=.”

2.7.

In de jaren 1999 tot en met 2007 heeft eiseres jaarlijks verlies geleden. Bij beschikking zijn de verliezen als volgt vastgesteld:

1999

25.577

2000

27.638

2001

1.531

2002

1.730

2003

29.577

2004

14.059

2005

3.293

2006

42.753

2007

22.479

168.637

2.8.

Eiseres heeft voor het jaar 2008 aangifte vpb gedaan naar een belastbare winst van € 433.738 en een belastbaar bedrag van € 5.925. In de aangifte heeft eiseres een bedrag van € 427.813 opgevoerd onder het kopje ‘In dit boekjaar te verrekenen verliezen’.

2.9.

Bij de vaststelling van de onderhavige aanslag vpb heeft verweerder de belastbare winst vastgesteld op € 433.738. Het belastbaar bedrag is vastgesteld op € 265.101, daarbij rekening houdend met een verlies uit andere jaren van € 168.637.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of verweerder bij de vaststelling van de aanslag rekening had moeten houden met een groter bedrag aan te verrekenen verliezen. Eiseres stelt dat verweerder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de verliezen die zij in de jaren 1995 tot en met 1998 heeft geleden. Verweerder bestrijdt de stelling van eiseres.

3.2.

Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de belastingaanslag tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 5.925. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing