Home

Rechtbank Noord-Holland, 08-05-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:3804, AWB-12_324

Rechtbank Noord-Holland, 08-05-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:3804, AWB-12_324

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
8 mei 2013
Datum publicatie
9 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2013:3804
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-12_324
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027]

Inhoudsindicatie

Douane. Sopropé en verzoek om terugbetaling. Oorsprong.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 12/324

Uitspraakdatum: 8 mei 2013

Uitspraak in het geding tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

gemachtigde: mr. A. Wolkers,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Nijmegen, verweerder.

12/324

1. Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft op 23 januari 2006 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) opgelegd van € 1.163,27 aan douanerechten.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 20 december 2011 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en de utb na een ambtshalve beoordeling gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 april 2013.

Namens eiseres is verschenen de gemachtigde, bijgestaan door[A]. Namens verweerder zijn verschenen mr. B.C. Brouwer en Th. Vermaas.

2.1.

Op 12 augustus 2003 heeft eiseres in opdracht van [A BEDRIJF] B.V. in eigen naam en voor eigen rekening aangifte gedaan voor het brengen in het vrije verkeer van een partij truien en jassen van brei- of haakwerk van hoofdstuk 61 van het geharmoniseerd systeem met aangegeven oorsprong Jamaica (aangiftenummer [NUMMER 1]). Eiseres heeft bij de aangifte het certificaat EUR.1 met het nummer[NUMMER 2] overgelegd en aanspraak gemaakt op de toepassing van het preferentiële tarief.

2.2.

In een brief van 13 september 2004 heeft OLAF, het antifraudebureau van de Europese Commissie, de Jamaicaanse autoriteiten gevraagd om een gezamenlijk onderzoek te starten naar EUR.1-certificaten die zijn afgegeven voor goederen van breiwerk van hoofdstuk 61 van het geharmoniseerd systeem met aangegeven oorsprong Jamaica. In de brief heeft OLAF verwezen naar een gesprek van 8 september 2004 en aangegeven dat er aanwijzingen zijn dat Jamaicaanse exporteurs de oorsprongsregels ontduiken. Deze aanwijzingen zijn de banden die onder andere de in Jamaica gevestigde exporteurs [B BEDRIJF] Limited, [C BEDRIJF] Ltd. en [D BEDRIJF] Limited hebben met de in Hong Kong gevestigde [E BEDRIJF] Ltd. In dit verband is voorts gewezen op de banden met de in de Europese Unie gevestigde importeurs [A BEDRIJF] Deutschland GmbH en [A BEDRIJF] B.V. Een andere aanwijzing is af te leiden uit de statistieken van de handel in deze goederen, enerzijds tussen China en Jamaica en anderzijds tussen Jamaica en de Europese Unie.

2.3.

Van 31 januari tot en met 7 februari 2005 heeft OLAF een onderzoek uitgevoerd op Jamaica naar de naleving van de voorwaarden die van toepassing zijn op de afgifte van EUR.1-certificaten en naar de oorsprong van producten die zijn geproduceerd door een aantal op Jamaica gevestigde ondernemingen. Van het onderzoek is een rapport opgesteld. De relevante passages luiden als volgt:

“ Delegation of the European Commission

Ministry of Foreign Affairs and Foreign Trade

Organisation(s) visited Jamaica Customs Department

[F BEDRIJF]

Persons met 1. Delegation of the European Commission:

[B], Head of Delegation

[C], Head of Section, Economics,

Trade and Politics, Information

[D], Task Manager, Economics, Trade

and Politics, Information

2. Ministry of Foreign Affairs and Trade:

Ambassador [E], Permanent

Secretary

[F], Senior Director

[G], Acting Deputy Director

[H], Acting Assistant Director

3. Jamaica Customs Department:

[I], Commissioner of Customs

[J], Deputy

Commissioner Customs

[K], Assistant Commissioner –

Compliance and Enforcement

[L], Director Intelligence

[M], Enforcement

4. [G BEDRIJF] Ltd:

(…)

5. [F BEDRIJF]:

(…)

Main activities executed 1. Meetings with representatives from the Delegation of

the European Community, the Jamaica Customs

Department, the Ministry of Foreign Affairs and

Foreign Trade, the [G BEDRIJF] Ltd and the [F BEDRIJF]

2. Visits to the premises of the associated companies

[B BEDRIJF] Limited, [zwart gemaakt],

[H BEDRIJF] Ltd and [zwart gemaakt] in the

Kingston Free Zone; and

[zwart gemaakt] in the Garmex Free Zone

(…)

1 Purpose of the mission

(…)

With a view to protect the financial interests of the Community and to furthering the enquiries and investigations of the national authorities, OLAF has sought the assistance and the support of the competent Jamaican authorities for the purpose of verifying the legality of the preferential treatment granted to the relevant importations into the Community. In this context, OLAF proposed joint enquiries to be carried out by the competent Jamaican authorities and the Community to identify the suspected irregularities and to prevent future contraventions in the area concerned.

The Ministry of Foreign Affairs and Foreign Trade assured OLAF that the Government of Jamaica was taking very seriously the concerns raised by OLAF and will cooperate fully with the verification process in accordance with Protocol 1 of the Cotonou Agreement. In addition, the Permanent Secretary Ambassador [E] welcomed preliminary meetings proposed by OLAF to explain the objectives of the verification mission, to identify the type of documentary evidence required and to address concerns raised by the Jamaican authorities. Those preliminary meetings took place in Kingston in the course of this mission. (…)

2 Background

(…) However, OLAF has been informed by several Member States that the stamp imprints shown on the relevant certificates apparently differ from those officially communicated by the Jamaican customs authorities to the Commission services as being used for the endorsement of these certificates.

The Jamaican supplier companies concerned, [zwart gemaakt], [B BEDRIJF] Limited, [C BEDRIJF] Ltd., [zwart gemaakt], [H BEDRIJF] Ltd and [zwart gemaakt], all located in the Kingston and Garmex Free Zones, as well as some of the main importers in the Community, the companies [A BEDRIJF] GmbH in Germany and [A BEDRIJF] B.V. in the Netherlands were identified as companies either closely linked to or subsidiaries of the Hong Kong based [E BEDRIJF] Ltd.

Considering these Far East roots of the main suppliers and recipients, the official Chinese export statistics were evaluated for the relevant period. They clearly showed that mainly ready-made garment but also fabrics and very little yarn had been exported from the PR China to Jamaica. The Chinese exports to Jamaica of goods classified within HS subheading 6110 90, 6110 30, 6110 20, 6110 11 were sufficient to account for between 50 % and 100 % of the corresponding supplies to the Community depending on the HS subheading. According to the relevant origin rule stipulated in Protocol 1 of the ACP-EC Partnership Agreement, the goods concerned of chapter 61 are to be manufactured from yarn.

In addition, the relevant import statistics of Jamaica showed that the aforementioned goods exported from the PR China to Jamica had not been cleared for free circulation/home use in that country. This fact corroborates the suspicion that the Chinese goods were actually destined for onward shipment to the Community and, therefore, were probably shipped to the Jamaican Free Zone in Kingston.

3 Mission report

(…), both the Jamaican authorities and bodies (…) assured OLAF of their willingness to fully assist and co-operate in the clarifying and investigating the relevant issues and fraud suspicion. (…)

The Jamaican authorities advised OLAF that the aforementioned Jamaican supplier companies ceased their business activities in late January 2005 which caused huge disruption to the employment situation in Jamaica because these companies were said to employ approximately 2,000 people. According to the information received by the Jamaican authorities from the companies concerned, the reason for the discontinuation of their business activities was the fact that the Multifibre Agreement ceased to apply at the end of the year 2004. The Multifibre Agreement limited the importation into the Community of textiles originating in the PR China by quantitative restrictions per textile category.

(…) An employee of the Free Zone Authority provided access to the [B BEDRIJF] Ltd premises which were found to be completely empty. (…) A sheet of paper specifying the qualities and quantities of the merchandise in stocklot at lot 22 on the 24th February 2003 was found on the floor and is attached at annex 2.

The other premises of the companies could not be accessed because the Free Zone Authority was not in the possession of the relevant keys. However, it was visible that machinery has remained in these companies and was covered as though for storage. (…)

4 Conclusive remarks

3 Geschil

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing