Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:11712, AWB - 14 _ 1877
Rechtbank Noord-Holland, 09-12-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:11712, AWB - 14 _ 1877
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 9 december 2014
- Datum publicatie
- 12 december 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2014:11712
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2015:2352, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 1877
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027]
Inhoudsindicatie
Artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 vormt voldoende basis voor de “crisisheffing” over regulier loon uit 2012.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht, meervoudige kamer
Zaaknummer AWB 14/1877
Uitspraakdatum 9 december 2014
Uitspraak in het geding tussen
[X]B.V. te [Z], eiseres,
(gemachtigde: mr. [B]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zaandam, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Eiseres heeft voor het tijdvak maart 2013 aangifte loonheffingen gedaan. Het te betalen bedrag van € 5.136.980 bestond voor € 1.684.974 uit de pseudo-eindheffing hoog loon van 16%, berekend over een grondslag van € 10.531.090.
Tegen de voldoening van dit bedrag heeft eiseres bezwaar gemaakt.
Bij uitspraak op bezwaar van 1 april 2014 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard (met een rectificatie op 18 april 2014).
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. Met verwijzing naar het karakter van het geding als proefprocedure, heeft verweerder verzocht om een versnelde behandeling met toepassing van 8:52 van de Algemene wet bestuursrecht.
De gemachtigde heeft op 22 augustus 2014 een conclusie van repliek ingezonden. Verweerder heeft een conclusie van dupliek ingezonden. De gemachtigde heeft op 16 oktober 2014 een nader stuk ingezonden. Van al deze stukken heeft de wederpartij een afschrift ontvangen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2014. Namens eiseres zijn verschenen mr. [B], bijgestaan door [A]. Namens verweerder zijn verschenen dr. E. Poelmann, mr. P.W. Hoogstraten en E. Porsuklu. Het proces-verbaal van de zitting is aan deze uitspraak gehecht.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
Eiseres handelt in [C], [D] en[E] en verleent advies op het gebied van [F]. Zij heeft in de loop van 2012 aan 122 personeelsleden loonbetalingen gedaan van meer dan € 150.000.
Het bedrag van de pseudo-eindheffing hoog loon (hierna: crisisheffing) heeft eiseres berekend over een bedrag van € 10.531.090, te weten € 28.831.090, minus het drempelbedrag van € 18.300.000 (122 x € 150.000).
Het bedrag van € 28.831.090 bestaat voor een bedrag van € 1.530.072 uit loon dat is betaald aan personeelsleden die voor 1 januari 2013 uit dienst zijn getreden.
Het bedrag van € 28.831.090 bestaat voor een bedrag van € 12.159.907 uit niet-periodiek loon, waarvan € 3.840.507 betrekking heeft op loon dat is toegekend vóór 18 juli 2012.
3 Geschil en standpunten van partijen
Eiseres stelt dat de wettelijke bepalingen van de crisisheffing in strijd zijn met de systematiek van de Wet op de loonbelasting 1964, het internationale recht en de in dat recht besloten rechtsbeginselen.
Verweerder is van mening dat van de hiervoor beschreven strijdigheid geen sprake is.
Voor de onderbouwing van de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken. Niet in geschil is dat eiseres de crisisheffing heeft berekend overeenkomstig de wettelijke bepalingen.