Home

Rechtbank Noord-Holland, 25-03-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:2517, AWB-13_3221

Rechtbank Noord-Holland, 25-03-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:2517, AWB-13_3221

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
25 maart 2014
Datum publicatie
22 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2014:2517
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-13_3221
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027]

Inhoudsindicatie

Douane. Sopropé. Indeling mediaspelers. Herziening douanewaarde.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/3221

Uitspraakdatum: 25 maart 2014

Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

gemachtigde: mr. ing. B.J.B. Boersma,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor[P], verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Verweerder heeft met dagtekening 28 februari 2013 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) opgelegd ten bedrage van € 904.406,59 aan douanerechten op industriële producten.

1.2.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 11 juli 2013 de utb verminderd met

€ 9.003,47 en een proceskostenvergoeding toegekend van € 855 ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

1.3.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.4.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 februari 2014. Namens eiseres is daar verschenen [A], bijgestaan door de gemachtigde, [D] en [E]. Namens verweerder is verschenen mr. M.E. Padt.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Eiseres is in het bezit van een domiciliëringsvergunning. De plaatsing van de goederen onder de douaneregeling brengen in het vrije verkeer geschiedt door inschrijving in de administratie. Achteraf wordt maandelijks een aanvullende aangifte gedaan. Eiseres heeft op eigen naam en voor eigen rekening voor onder meer de tijdvakken maart 2010 tot en met oktober 2010 voor importeur [B] aangiften voor het brengen in het vrije verkeer gedaan van mediaspelers. De mediaspelers zijn aangegeven onder GN-code 8471 70 50 90 dan wel GN-code 8517 62 00 90.

2.2.

Medio 2011 heeft een controle na invoer plaatsgevonden bij eiseres die onder meer betrekking had op de goederencode waaronder eiseres mediaspelers van [B] had aangegeven. De gemachtigde heeft een opinie over de classificatie van mediaspelers geschreven en op 21 juli 2011 heeft een gesprek plaatsgevonden met het bti-team over de indeling van mediaspelers. Bij brief van 1 september 2011 heeft verweerder de gemachtigde ervan in kennis gesteld dat de controle wordt aangehouden tot er meer duidelijkheid over de indeling is. In 2011, 2012 en 2013 hebben diverse gesprekken plaatsgevonden en zijn er brieven gewisseld tussen verweerder en de gemachtigde over de classificatie van mediaspelers. Bij brief van 15 januari 2013 aan de gemachtigde heeft verweerder zijn zienswijze omtrent de indeling van mediaspelers uiteengezet en zich ten aanzien van een aantal typen mediaspelers op het standpunt gesteld dat deze onder GS-post 8521 moeten worden ingedeeld. Tijdens een gesprek op 25 januari 2013 heeft verweerder aan de gemachtigde medegedeeld dat zijn voornemen tot herziening van de indeling niet was gewijzigd, behalve ten aanzien van mediaspelers met een internetaansluiting. In afwachting van een beslissing van de Europese Commissie over mediaspelers die kunnen ‘streamen’ wordt voor die mediaspelers nu niet nagevorderd.

2.3.

Bij brief van 4 februari 2013 aan [C], werkzaam bij eiseres, heeft verweerder een telefonische afspraak bevestigd om op 14 februari 2013 een administratieve controle bij eiseres uit te voeren. Die brief houdt onder meer in:

“(…)

Het onderzoek betreft de douanevergunningen:

- [# 1] (NL01080005753);

- Dominicieringsprocedure invoer (Domproc invoer) (NL01080009011), de geautomatiseerde periodieke aangiften.

Het doel van de controle is het vaststellen van de aanvaardbaarheid van de aangiften en de naleving van de voorschriften in bovenvermelde vergunningen. Het controletijdvak omvat 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2012.

De controle met betrekking tot de Dominicieringsprocedure invoer is voor de importeurs met de naam [B] beperkt tot de volgende elementen van de aangiften:

- De juistheid van het aangegeven tarief;

- De juistheid van de indeling in de gecombineerde nomenclatuur (GN);

- De juistheid van de douanewaarde.

(…).”

2.4.

Voorafgaand aan de controle heeft verweerder in het geautomatiseerde systeem de periodieke aangiften van eiseres voor bepaalde typen mediaspelers van [B] geraadpleegd. Op 14 februari 2013 heeft daarover bij eiseres een gesprek plaatsgevonden. Het conceptrapport dat van deze controle is opgemaakt is gedagtekend 9 juli 2013 en het definitieve rapport is gedagtekend 19 september 2013.

2.5.

Tijdens de administratieve controle op 14 februari 2013 heeft verweerder een brief gedagtekend 13 februari 2013 aan [C] overhandigd waarin verweerder eiseres in kennis stelt van het voornemen om aan haar een utb ten bedrage van € 2.432.032,28 op te leggen. De voorgenomen navordering vloeit blijkens die brief voort uit bevindingen uit een controle in 2011 en betreft een correctie van de aangegeven goederencode voor mediaspelers die zijn aangegeven in de maandaangiften maart 2010 tot en met oktober 2010. Eiseres wordt in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen na dagtekening van de brief schriftelijk haar standpunt over de voorgenomen navordering kenbaar te maken.

2.6.

Bij brief van 22 februari 2013 heeft verweerder aan eiseres bericht dat in verband met de tijdens de controle op 14 februari 2013 overgelegde bindende tariefinlichtingen (hierna: bti’s) het voornemen is gewijzigd en het na te vorderen bedrag € 904.406,59 bedraagt.

2.7.

Op 27 februari 2013 heeft verweerder een schriftelijke reactie op het (aangepaste) voornemen van de gemachtigde ontvangen.

2.8.1.

Met dagtekening 28 februari 2013 heeft verweerder de hiervoor onder 1.1 genoemde utb opgelegd aan eiseres. De utb houdt onder meer in:

“Op 27 februari 2013 heb ik een reactie ontvangen van [de gemachtigde] met betrekking tot het voornemen een uitnodiging tot betaling op te leggen bij [eiseres]. Het kenmerk hiervan is [# 2]

Gelet op het mogelijk verjaren van de navorderingstermijn, heb ik besloten om de uitnodiging tot betaling op te leggen conform mijn voornemen zoals vermeld in mijn brief van 22 februari 2013.

Echter, ik zal alsnog uw reactie inhoudelijk beoordelen en indien er voor mij aanleiding bestaat om de uitnodiging tot betaling te verminderen, dan wel geheel ongedaan te maken, zal ik dit alsnog ambtshalve doen.

(…)”

2.8.2.

Blijkens bijlagen 1 en 2 bij de utb ziet de navordering op de volgende typen mediaspelers: [#1]; [#2]; [#3] en [#4].

2.8.3.

De onderhavige mediaspelers beschikken bij invoer niet over een internetaansluiting en een harde schijf en evenmin over een sleuf om een harde schijf in te bouwen. De in geding zijnde mediaspelers zetten geluid alsmede stilstaande en bewegende beelden afkomstig van een externe bron, zoals een usb-stick, om in een voor een ander apparaat, zoals een televisieontvanger of een videomonitor, bruikbaar format opdat het laatstbedoelde apparaat deze kan tonen. Dit omzetten en doorgeven vindt plaats via HDMI, composiet A/V of component-video.

2.8.4.

In bijlage 3 bij de utb heeft verweerder de volgende motivatie voor de indeling van de mediaspelers gegeven:

“(…)

Een mediaspeler wordt gezien als een videoweergave apparaat. Op basis van de algemene indelingsregels 1 en 6 voor de interpretatie van de Gecombineerde Nomenclatuur, aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van GN-codes 8521, 8521 90 moet de mediaspeler ingedeeld worden onder GN-code 8521 9000, bij deze GN-code hoort een douanerecht van toepassing is van 13,9%.

(…)

De verschillende mediaspelers moeten op grond van hun specificaties worden ingedeeld onder:

(…)

[#1] en [#2]

Deze mediaspeler is een apparaat in een eigen behuizing bestemd voor het weergeven van geluid en beeld in verschillende formaten. Dit apparaat is geschikt voor het ontvangen van gegevens van verschillende bronnen via de op het apparaat aanwezige interface namelijk USB 2.0. Het apparaat bevat een gedrukte schakeling met actieve en passieve elementen waaronder een microprocessor. Via de op het apparaat aanwezige interfaces (USB 2.0 en composite A/V) kunnen audio-, foto- en videobestanden worden weergegeven op een videomonitor, televisie en dergelijke apparatuur. Voor het bedienen van het apparaat is een afstandsbediening aanwezig. Het apparaat beschikt niet over een ethernet aansluiting.

De indeling is gebaseerd op productinformatie van de [B] en verkregen informatie van het internet.

Op basis van de algemene indelingsregels 1, 3b en 6 voor de interpretatie van de Gecombineerde Nomenclatuur, aantekening 5 letter e op Hoofdstuk 84, aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van GN-codes8521, 8521 90 en 8521 9000. Op basis van het bovenstaande en de kenmerkende functie van het apparaat moet de mediaspeler ingedeeld worden onder GN-code 8521 9000.

[#3] en [#4]

Deze mediaspeler is een apparaat in een eigen behuizing bestemd voor het weergeven van geluid en beeld in verschillende formaten. Dit apparaat is geschikt voor het ontvangen van gegevens van verschillende bronnen via de op het apparaat aanwezige interface namelijk USB 2.0. Het apparaat bevat een gedrukte schakeling met actieve en passieve elementen waaronder een microprocessor. Via de op het apparaat aanwezige interfaces (HDMI en composite A/V) kunnen audio-, foto- en videobestanden worden weergegeven op een videomonitor, televisie en dergelijke apparatuur. Voor het bedienen van het apparaat is een afstandsbediening aanwezig. Het apparaat beschikt niet over een ethernet aansluiting.

De indeling is gebaseerd op productinformatie van de [B] en verkregen informatie van het internet.

Op basis van de algemene indelingsregels 1, 3b en 6 voor de interpretatie van de Gecombineerde Nomenclatuur, aantekening 5 letter e op Hoofdstuk 84, aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van GN-codes8521, 8521 90 en 8521 9000. Op basis van het bovenstaande en de kenmerkende functie van het apparaat moet de mediaspeler ingedeeld worden onder GN-code 8521 9000.”

3 Geschil

In geschil is het antwoord op de vragen of het beroep ontvankelijk is, of de rechten van de verdediging zijn geschonden, of de utb voldoende is gemotiveerd en op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, of de aan de utb ten grondslag liggende indeling van de goederen juist is, of verweerder de douanewaarde had moeten herzien, of de mogelijkheid tot navordering wat betreft de aangifte voor het tijdvak maart 2010 is verjaard en of eiseres recht heeft op een integrale proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase.

4 Het van toepassing zijnde recht

5 Beoordeling van het geschil

6 Proceskosten

7 Beslissing