Rechtbank Noord-Holland, 14-04-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:3277, AWB-13_3080
Rechtbank Noord-Holland, 14-04-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:3277, AWB-13_3080
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 14 april 2014
- Datum publicatie
- 20 mei 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2014:3277
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2015:4752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB-13_3080
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027]
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Misbruik van recht.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 13/3080
Uitspraakdatum: 14 april 2014
Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen
[X] , gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: drs. [A],
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor[P], verweerder.
1 Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 maart 2010 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 10.491. Tevens heeft verweerder bij aparte beschikking € 151 heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 25 mei 2013 de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2014.
Namens eiseres is verschenen de gemachtigde, bijgestaan door [B], secretaris van eiseres, en[C], voorzitter van [D]. Namens verweerder zijn verschenen mr. S. de Römph en mr. B.F. Kroezen.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
[D] (hierna:[D]) huurde tot en met 31 december 2009 het sportcomplex gelegen aan de [#] van de gemeente [Q]. Het sportcomplex omvat onder meer een kantine inclusief bar, zeven tennisbanen en twee kleedkamers. De gemeente is eigenaar van het sportcomplex en[D] droeg tijdens de huurperiode de zorg voor het onderhoud en het beheer. De jaarlijkse vergoeding bedroeg € 45,38 (f. 100).
Op 28 december 2009 hebben de voorzitter en de penningmeester van[D] eiseres opgericht. Eiseres heeft volgens haar statuten tot doel het bevorderen van de beoefening van de tennissport in al zijn verschijningsvormen door de leden van[D]. In de oprichtingsakte zijn de voorzitter en penningmeester van[D] tot lid van het bestuur van eiseres benoemd.[I] is benoemd tot voorzitter van eiseres. De penningmeester van[D] is na de oprichting van eiseres uit het bestuur van[D] gestapt en bestuurder van eiseres gebleven.
Eiseres huurt met ingang van 1 januari 2010 het sportcomplex aan de [#] van de gemeente [Q]. [D] en eiseres hebben hiertoe een akte van contractoverneming, een overeenkomst tot overdracht van activa (inventaris en inrichting, tennisbanen, lichtmasten en parkapparatuur) voor een koopsom van € 24.453,30 en een leningsovereenkomst voor een bedrag van € 24.453,30 gesloten. De lening is rente- en aflossingsvrij tijdens de looptijd. Bij aflossing van de lening wordt rente berekend over de looptijd naar een marktconform tarief, dat niet in de overeenkomst is vermeld. Per ultimo 2010 bedraagt de vordering van[D] op eiseres € 14.487, per ultimo 2011 € 12.446 en per ultimo 2012 € 8.570.
Eiseres en[D] hebben voor het sportcomplex een gebruiksovereenkomst gesloten. In de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013 heeft[D] een jaarlijkse vergoeding van € 40.000 plus 6% btw aan eiseres betaald. Eiseres verhuurt de kantine aan een pachter. Eiseres verhuurt daarnaast tennisbanen aan Tennisvereniging [E] voor competitiewedstrijden en met enige regelmaat aan Tennisvereniging[F] en Tennis Club [G]. Dit gebeurt in overleg met[D] om dubbel gebruik van de banen te voorkomen.
Niet-leden van[D] kunnen tegen betaling een passe-partout kopen die recht geeft op een aantal keren gebruik van de tennisbanen. Ook stelt eiseres accommodatie ter beschikking aan bedrijven, instellingen en organisaties, scholen en aan zelfstandige tennistrainers. In een sideletter van 31 juli 2010 is vastgelegd dat trainers hun activiteiten moeten afstemmen met het bestuur van[D]. Tot slot verwerft eiseres reclame-inkomsten met het plaatsen van winddoeken langs de tennisbanen.
Verweerder heeft naar aanleiding van een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting over het eerste kwartaal 2010 op 25 augustus 2010 een boekenonderzoek bij eiseres ingesteld. Verweerder heeft naar aanleiding van het boekenonderzoek geweigerd de gevraagde teruggaaf te verlenen en een naheffingsaanslag opgelegd voor € 10.491 aan omzetbelasting.
Per 1 mei 2013 heeft [B] de functie van secretaris in het bestuur van eiseres overgenomen.
3 Geschil
In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, waarbij het geschil is toegespitst op de vraag of eiseres recht heeft op aftrek van voorbelasting. De eerste vraag die partijen verdeeld houdt, is of de economische realiteit is gewijzigd, wat eiseres verdedigt en verweerder bestrijdt. De tweede vraag die partijen verdeeld houdt, is of sprake is van vrijgestelde verhuur (verweerder) dan wel van de belaste terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie (eiseres). De derde vraag die partijen verdeeld houdt, is of er sprake is van misbruik van recht, hetgeen verweerder verdedigt en eiseres bestrijdt. Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres recht heeft op immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Tussen partijen is evenmin in geschil dat verweerder niet heeft gehandeld in overeenstemming met artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Op verzoek van partijen zal de rechtbank de zaak niet terugwijzen naar verweerder maar inhoudelijk afdoen.