Home

Rechtbank Noord-Holland, 23-01-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:257, AWB - 13 _ 4857

Rechtbank Noord-Holland, 23-01-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:257, AWB - 13 _ 4857

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
23 januari 2015
Datum publicatie
26 januari 2015
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2015:257
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 13 _ 4857
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027]

Inhoudsindicatie

Bij de beoordeling van de vraag of de ANBI-intrekkingsbeschikking terecht is genomen is niet relevant of eiseres tevens voldoet aan de administratieverplichtingen genoemd in artikel 52 van de AWR en van haar statuten, maar aan de vereisten zoals neergelegd in de artikelen 41a, 41b, 41c van de Uitvoeringsregeling.

Gelet op de eenvoudige aard en de beperkte omvang van de activiteiten van eiseres hoeft in dit geval niet te worden verlangd dat een administratie wordt bijgehouden van de genoemde liefdadigheidsprojecten, maar dat in dit geval ondanks de nodige tekortkomingen kan worden volstaan met het overleggen van de administratie waaruit blijkt dat de beschikbare gelden nagenoeg zijn besteed aan liefdadigheidsprojecten

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer: HAA 13/4857

uitspraak van de meervoudige kamer van 23 januari 2015 in de zaak tussen

[X] , gevestigd te [plaats 1], eiseres

(gemachtigde: mr. T.L.R. van der Kooi),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor ’s-Hertogenbosch, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft bij beschikking, gedagtekend 13 mei 2013, eiseres met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2008 niet meer aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend en eiseres heeft een pleitnota ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 december 2014 te Haarlem.

Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigde, bijgestaan door [A], [B] en [C]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door M.H.J. van Orsouw, P.J.F. Jansen en J.G.M. van Tilborg.

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is opgericht op 12 december 1996. Het bestuur bestond uit de oprichters, de heer [D] (voorzitter) en de heer [B] (secretaris/penningmeester). [B] was daarnaast bewaarder van de boeken en bescheiden.

2. De statuten van eiseres bepalen – voor zover hier van belang – het volgende:

Doel

Artikel 2

1. De stichting heeft ten doel:

het bevorderen van de materiële en geestelijke belangen van de werknemers, oud-werknemers en familieleden van de werknemers en oud-werknemers van [A-BEDRIJF] en [B-BEDRIJF], beide gevestigd in Brazilië, en [C-BEDRIJF], gevestigd in Paraguay, en voorts al hetgeen daarmee rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.

2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: het financieren en/of begeleiden en/of (mede-)organiseren van projecten in Brazilië en Paraguay, al dan niet in samenwerking met aldaar gevestigde personen en instellingen, en voorts al hetgeen in de ruimste zin kan bijdragen tot verwezenlijking van het doel

Vermogen

Artikel 3

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:

- subsidies en donaties;

- schenkingen, erfstellingen en legaten;

- alle andere verkrijgingen en baten.

(…)

Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten

Artikel 5

1 Bestuursvergaderingen worden tenminste twee keer per jaar gehouden.

(…)

7. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.

8. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. (…)

9. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, telegrafisch, per telex of per telefax hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.

(…)

Boekjaar en jaarstukken

Artikel 9

1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.

2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken, vergezeld van een rapport van

een register-accountant of van een accountant-administratieconsulent, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.

3. De jaartukken worden door liet bestuur vastgesteld.”

3. In 1992 is de heer [E] overleden. De nalatenschap van [E] bestond vrijwel geheel uit een viertal ondernemingen, gelegen in Brazilië en Paraguay (hierna ook: de ondernemingen). Er was geen testament. Erfgenamen waren een zuster en twee broers, de heren [B & D].

4. De ondernemingen zijn verkocht aan het voormalige management van de ondernemingen. De koopsom is door de kopers schuldig gebleven.

5. [B & D] hebben 20% van hun vordering uit hoofde van de verkoop van de ondernemingen gecedeerd aan eiseres. Eiseres, op haar beurt, is de vergoeding voor de overname van deze vorderingen schuldig gebleven aan [B & D]. Laatstgenoemden hebben vervolgens hun vordering op eiseres in termijnen kwijtgescholden. Tot de gedingstukken behoren de betreffende akten van cessie, de schuldigerkenning van eiseres aan [B & D] en de schenkingsakten waarbij de vorderingen door [B & D] zijn kwijtgescholden.

6. Eiseres heeft op 28 augustus 2007 het aanvraagformulier ANBI ingediend. Op grond hiervan is eiseres per 1 januari 2008 aangemerkt als een ANBI. Op 19 november 2009 heeft eiseres de zogenoemde verklaring nieuwe voorwaarden ANBI ingediend.

7. Na aankondiging hiervan op 5 oktober 2011 heeft een boekenonderzoek naar de ANBI-status van eiseres plaatsgevonden.

8. Op vragen van verweerder in het kader van het boekenonderzoek heeft eiseres bij brief van 19 december 2011 verklaard dat de schenkingen door [B & D] de afgelopen jaren nagenoeg volledig naar het centrum voor kinderopvang genaamd “[D-BEDRIJF]” in [plaats 2] (Brazilië) zijn gegaan. Deze bedragen zijn ontvangen door [X] en zijn vervolgens besteed aan liefdadigheid. De totale ontvangsten van [X] bedroegen in 2006 (inclusief rente) - naar de rechtbank begrijpt zijn deze bedragen in Amerikaanse dollars en niet in euro’s zoals in de brief staat vermeld - $ 157.764. Van dit bedrag was al een deel overgemaakt ten behoeve van [D-BEDRIJF]. In 2007 bedroegen de ontvangsten van het [X] (inclusief rente) $ 154.787 en in 2008

$ 151.811.

9. Bij voormelde brief van 19 december 2011 zijn de volgende bescheiden door eiseres overgelegd:

- een e-mailbericht van 17 november 2011 van één van de kopers van de ondernemingen ([F]) gericht aan [B] met daarbij als bijlage een afrekening 2008. In deze afrekening 2008 staat het volgende vermeld:

“Inkomsten 2008 (conform tabel) 148.834,0

Rente (2%) over openstaand saldo 2.976,5

Totaal 151.810,5

Uitgaven 2008 151.810,5

Donatie Creche “[D-BEDRIJF]” 151.810,5

Saldo 0,00

Zoals overeengekomen is het totale bedrag aangewend voor de bouw van de creche “[D-BEDRIJF]” in [plaats 2] / PR. – Brazilië.

De “[D-BEDRIJF]” is een kinderdagverblijf waar baby’s, peuters en kleuters uit sociaal kansarme gezinnen worden opgevangen zodat hun ouders kunnen werken. Deze creche is in 2007-2008 gebouwd, en heeft plaats voor 90 tot 100 kinderen. De gebouwen hebben een oppervlak van ca. 1000 m² op een terrein van ca. 3.500 m².

In totaal is er ongeveer U$ 600.000,00 geinvesteerd in de gebouwen en dragen onze bedrijven momenteel maandelijkse kosten van ca. U$ 20.000,00”

- vergelijkbare afrekeningen betreffende 2006 en 2007, waarin het gaat om inkomsten en donaties van in totaal $ 157.764 (2006) en $ 154.787 (2007);

- een verklaring van de directeur van de crèche te [plaats 2] met dagtekening 11 oktober 2006 (de rechtbank begrijpt dat deze datum op een vergissing berust) dat in totaal van [D] een bedrag van US $ 306.598,00 is ontvangen ten behoeve van de bouw van de crèche (in 2006: US $ 73.124, in 2007: U$ 154.787 en in 2008: US $ 151.811);

- een e-mailbericht van genoemde [F] aan [D] van 5 april 2006 met daarin een overzicht van het verloop van de tegoeden van [D] in de jaren 2006-2008. Met de hand bijgeschreven staat op het overzicht dat de bedragen zijn uitgedrukt in Amerikaanse dollars (US $). Het overzicht luidt als volgt:

“Bijgaand demonstratie van Uw tegoeden die volgens Uw wens hier aangewend zullen worden ten bate van [E-BEDRIJF], [F-BEDRIJF], [G-BEDRIJF] en de creche [H-BEDRIJF].

Tegoeden

Jaar Saldo Rente (2%) Termijn Totaal

2006 446.502 8.930 148.834 157.764

2007 297.668 5.953 148.834 154.787

2008 148.834 2.977 148.834 151.811

Totaal 464.362

Reeds betaald van termijn 2006 (RABO-Bank) 72.640

Donanties aan [E-BEDRIJF] (juli – dez. 2005) 3.000

Donaties aan [I-BEDRIJF] (juli-dez. 2005) 3.000

..voor [E-BEDRIJF], [F-BEDRIJF],

[G-BEDRIJF] en creche [H-BEDRIJF] 385.722

- foto’s van de crèche;

- een overzicht “Kwijtschelding vordering [X]” van eiseres en de kwijtgescholden bedragen in de jaren 2006-2009 met als beginsaldo per 1-1-2006 $ 385.722 en jaarlijkse schenkingen ten bedrage van $ 77.144;

- een schenkingsakte van 30 oktober 2006 waarbij [D] schenkt aan eiseres een bedrag van $ 77.144,40 per jaar door kwijtschelding van een vordering van [D] op eiseres van in totaal € 385.722 en de rente over (het restant van) de hoofdsom van 2%;

- een schenkingsakte van 17 april 2008 waarbij [B] aan eiseres in 5 termijnen bedragen schenkt van $ 30.362,20, $ 30.696,44, $ 31.588,83, $ 32.220,61 en $ 32.865,02, door kwijtschelding van een vordering van [B] op eiseres van in totaal $ 151.811 en 2% rente over (het restant van) de hoofdsom (zijnde in totaal $ 157.733,10);

- een overzicht ten name van [B] met daarin weergegeven het verloop van het totaalbedrag van de vordering op de ondernemingen, de in 1996 aan eiseres gecedeerde vordering op de ondernemingen ten bedrage van $ 473.330 en de bedragen van de periodieke kwijtscheldingen in de periode 1996-2012;

- een overzicht ten name van [D] met daarin weergegeven het verloop van het totaalbedrag van de vordering op de ondernemingen, de in 1996 aan eiseres gecedeerde vordering op de ondernemingen ten bedrage van $ 473.330 alsmede een in 2006 gecedeerde vordering ten bedrage van $ 385.000 (wegens verkoop in 2006 van een stuk grond uit de nalatenschap van [E]) en de bedragen van de periodieke kwijtscheldingen in de periode 1996-2010.

10. In een e-mailbericht van 23 januari 2012 heeft eiseres nog aanvullende stukken overgelegd, waaronder:

- schuldigerkenningen van eiseres van op 15 december 1996 ter leen opgenomen en ontvangen bedragen, aan de heren [B & D], elk voor een som van $ 473.329. Het betreft renteloze leningen;

- ( ontwerp) schenkingsakten;

- akten van cessie van schuldvorderingen, waarbij [B & D] hun vorderingen op de kopers van de ondernemingen cederen aan eiseres. Als schuldenaar worden de kopers in deze akten ook aangeduid als “[X]”.

11. Bij brief van verweerder van 16 mei 2012 betreffende “Uitkomst ANBI-status” is aan eiseres medegedeeld dat zij niet voldoet aan het bepaalde in artikel 41a, lid 1, onderdeel i, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (tekst zoals luidend vóór het vervallen van deze bepaling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012; hierna de Uitvoeringsregeling). Daarbij is eiseres in de gelegenheid gesteld alsnog een administratie op te stellen. De brief vermeldt dienaangaande het volgende:

“Indien de [X] de ANBI-status wenst te continueren dient de volgende afspraak te worden nageleefd:

Administratie

Gebleken is dat [X] niet voldoet aan 41 a, lid 1, onderdeel i

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001. Er zijn geen balansen, staten van baten en lasten, dan wel rapporten van een accountant (zoals bepaald in de statuten) opgemaakt. Er is geen is geen financiële verantwoording van transacties in Brazilië en Paraguay aanwezig.

Er wordt de afspraak gemaakt dat met betrekking tot de jaren 2008 tot en met 2011 een administratie wordt opgesteld die voldoet aan het bepaalde hieromtrent in de wet- en regelgeving. Concreet zal dit ook moeten betekenen dat controle binnen een redelijke termijn mogelijk is. De stichting handelt op dit moment in strijd met zowel externe regelgeving (zoals genoemd) en interne regelgeving (zie statuten). Vanzelfsprekend dient de administratie vanaf heden (naast de nog op te stellen administratie over de jaren 2008 tot en met 2011) aan alle regelgeving te voldoen, wil men de ANBI-status behouden. In de maand februari 2013 zal opnieuw een boekenonderzoek worden belegd waarbij deze afspraak wordt gecontroleerd.

Indien bij dit te plannen boekenonderzoek geconcludeerd moet worden dat de administratie niet voldoet, of er niet wordt voldaan aan andere ANBI-voorwaarden heeft dit gevolgen voor de ANBI-status van [X]. Intrekking van de ANBI-status zal dan (mogelijk met terugwerkende kracht) plaatsvinden.”

12. Bij brief van 6 augustus 2012 deelt eiseres aan verweerder mee dat de heer [F] penningmeester is van het Braziliaanse goede doel [NAAM GOEDE DOEL] (hierna: de [NAAM GOEDE DOEL]), dat de [NAAM GOEDE DOEL] verantwoordelijk is voor het centrum voor kinderopvang “[D-BEDRIJF]” in [plaats 2] en dat dit centrum mede met schenkingen van eiseres is gebouwd. Bij de brief heeft eiseres een kopie van het administratierapport van de [NAAM GOEDE DOEL] over het boekjaar 2008 gevoegd, alsmede een kopie van een Braziliaanse krant waarin de jaarstukken van de [NAAM GOEDE DOEL] over 2007 en 2008 zijn gepubliceerd. In de brief staat voorts vermeld dat het eigen vermogen van de [NAAM GOEDE DOEL] tot stand is gekomen door donaties van eiseres, aangevuld door schenkingen van het Braziliaanse bedrijf van wijlen [E]. In 2007 bedroegen de donaties volgens de brief € 309.285,63 en in 2008 € 207.748,52.

13. Op nadere vragen van verweerder heeft eiseres bij brief van 14 februari 2013 op basis van het administratierapport en jaarstukken van de [NAAM GOEDE DOEL] een uitsplitsing gemaakt van de donaties in 2007 en 2008 en aangegeven dat de [NAAM GOEDE DOEL] in 2007 een bedrag van 779.971 en in 2008 een bedrag van 523.475 aan donaties (in het Portugees: Doaçoes) in Braziliaanse reals heeft ontvangen. In de brief staat verder vermeld dat eiseres haar vordering op de voormalige bedrijven van [E] in delen heeft kwijtgescholden. Deze vrijval van de schuld bij de voormalige bedrijven van [E] hebben de bedrijven tezamen met de overige schenkingen, uitbetaald aan de [NAAM GOEDE DOEL]. Door de verhoging van de schenking door genoemde bedrijven is het niet mogelijk de schenkingen van eiseres te koppelen aan de schenkingen door genoemde bedrijven.

14. Bij de brief van eiseres van 14 februari 2013 zijn voorts gevoegd een beleidsplan van eiseres over de periode 2006 tot en met 2012 en ondertekende jaarstukken van eiseres voor de jaren 2006 tot en met 2012.

15. Genoemde jaarstukken van eiseres bestaan uit balansen (in euro’s en VS dollars) per 31 december van de jaren 2006 tot en met 2012 en een overzicht van de inkomsten en uitgaven in deze jaren. De balansen vermelden het bedrag van de vordering op [X] aan de actiefzijde en aan de passiefzijde het vermogen van eiseres en het bedrag van de schuld aan de heren [B & D]. Het overzicht van de inkomsten en uitgaven vermeldt de ontvangen schenkingen van [B & D] en de rentebaten enerzijds en een jaarlijks bedrag aan donaties aan de [NAAM GOEDE DOEL] anderzijds.

16. Het beleidsplan luidt als volgt:

1. Achtergrond van de [X]

De stichting is door de gebroeders [B & D] opgericht naar aanleiding van het

overlijden van hun broer, [E]. [E] was woonachtig in Brazilië en had onder

andere aldaar een onderneming en landerijen. Na zijn overlijden hebben [B & D]

besloten om een deel van de nalatenschap aan goede doelen in Brazilië te schenken.

Hiertoe is de stichting opgericht.

2. De doelstelling en het actuele beleid

De doelstelling

De stichting heeft als doelstelling het bevorderen van materiële en geestelijke belangen

van de inwoners van de gebieden waar de voormalige bedrijven en landerijen waren

gevestigd en voorts al hetgeen daarmee rechtstreeks of zijdelings verband houdt of

daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.

Het beleid

Het bestuur tracht haar doelstelling onder andere te bereiken door middel van schenkingen

aan de stichting [J-BEDRIJF], gevestigd te [plaats 2] Brazilie ten behoeve van de realisatie

van een kinderdagverblijf, waar baby’s, peuters en kleuters uit kansarme gezinnen worden

opgevangen, zodat hun ouders kunnen gaan werken bijvoorbeeld in de voormalige

ondernemingen van de heer [E]. Op deze manier wordt de doelstelling van de

stichting behaald. De crèche is inmiddels gebouwd en geeft plaats aan 90 tot 100 kinderen.

Na afronding van dit project, is het bestuur van de stichting aan het kijken welke andere

goede doelen zij willen ondersteunen.

3. Fondsen

De fondsen van de stichting zijn geheel gekomen uit de nalatenschap van de heer [E]

. De heren [B & D] hebben hun vordering op de voortzetters/kopers van

de voormalige bedrijven en landerijen van hun broer, gecedeerd aan de [X]

. Door middel van periodieke schenkingen hebben de heren [B & D]

de vordering op de stichting kwijtgescholden. De stichting schenkte tussen

2006 en 2008 jaarlijks een bedrag aan de stichting [J-BEDRIJF] opdat de crèche gebouwd

kan worden.

Inmiddels zijn alle fondsen die zijn voortgekomen uit bovenstaande giften van de heren

[B & D] besteed aan goede doelen in Brazilië. Het bestuur is inmiddels op

zoek naar nieuwe fondsen. De heer [B] heeft aangegeven in ieder geval middelen

beschikbaar te willen stellen.

4. Beheer van fondsen

De fondsen van de stichting zijn bescheiden en worden beheerd door het bestuur van de

stichting.

5. Besteding van fondsen

6. Rechtsvorm, inschrijving, fiscaalnummer, jaarverslagen en contactgegevens