Home

Rechtbank Noord-Holland, 05-12-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:10088, AWB - 15 _ 5250

Rechtbank Noord-Holland, 05-12-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:10088, AWB - 15 _ 5250

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
5 december 2017
Datum publicatie
9 januari 2019
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:10088
Zaaknummer
AWB - 15 _ 5250

Inhoudsindicatie

Verbruiksbelastingen. Tussen partijen is in geschil of het product als limonade in de zin van artikel 9, eerste lid, juncto artikel 9, tweede lid, van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten dient te worden aangemerkt.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer: HAA 15/5250

(gemachtigde: A.P. van Breukelen),

en

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 3 maart 2015 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) met het nummer [A NUMMER] uitgereikt voor een bedrag van € 127,06 aan verbruiksbelasting.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard en de utb gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2017 te Haarlem. Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde voornoemd, tot bijstand vergezeld van [A] (algemeen directeur van eiseres). Namens verweerder zijn verschenen mrs. C.C. Dekker en S. Enkelaar.

Overwegingen

Feiten

1. Op 3 maart 2015 heeft [A BEDRIJF] als direct vertegenwoordiger van eiseres aangifte gedaan voor de regeling in het vrije verkeer brengen met aangiftenummer [A NUMMER] . In de aangifte is de goederencode [B NUMMER] vermeld en als goederenomschrijving ‘ [A PRODUKT] , zijnde producten voor de menselijke consumptie’. Eiseres heeft hierbij verzocht om toepassing van een preferentiële tariefmaatregel.

2. Ter zitting is een product overgelegd dat geheel vergelijkbaar is met het product waarvoor de onder 1 genoemde aangifte is gedaan. Op de verpakking is - voor zover van belang - het volgende vermeld:

“(…)

[A MERK] [A PRODUKT]

is een melkweidrank met fruit en calcium. Het is een bron van calcium dat de spijsvertering ondersteunt. De combinatie van melkwei, granaatappel, aroniabes en stevia geeft [A PRODUKT] een milde, frisse, zoetzure smaak. [A PRODUKT] is lactosevrij en caloriearm (bevat < 8 kcal per dagdosering).

Gebruiksaanwijzing

Schudden voor gebruik. Voeg dagelijks 2 eetlepels [A PRODUKT] toe aan een glas (200 ml) koud water. De dagelijks aanbevolen dosering niet overschrijden. Een voedingssupplement mag niet als vervanging van een gevarieerde en evenwichtige voeding en van een gezonde levensstijl worden gebruikt.

Ingrediënten

Gefermenteerd melkweiconcentraat (67,94%) (gemaakt van melk), water, kaliumcitraat (4,83%), zwarte aroniabesconcentraat (4,16%), calciumlactaat (3,03%), natuurlijk granaatappelaroma (2,37%), granaatappelconcentraat (1,78%), voedingszuur: appelzuur, natuurlijk vanillearoma (0,69%), conserveringsmiddel: kaliumsorbaat, zoetstof: steviolglycosiden. [A PRODUKT] is lactosevrij.Na openen 1 maand houdbaar, mits gekoeld bewaard (max. 5°c).Ongeopend ten minste houdbaar tot einde: zie onderzijde verpakking.

(…)”

Geschil 3. Tussen partijen is in geschil of het product als limonade in de zin van artikel 9, eerste lid, juncto artikel 9, tweede lid, van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten (hierna: WVB) dient te worden aangemerkt.

4. Eiseres stelt dat het product geen drank is in de zin van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: GN) en daarom ook niet in de zin van de WVB. Indien de rechtbank van oordeel is dat het product wel een drank is in de zin van de WVB stelt eiseres dat het product niet is aan te merken als limonade in de zin van artikel 9, eerste lid, juncto artikel 9, tweede lid, van de WVB. Eiseres stelt dat het product een voedingssupplement is en dat het product gebruikt wordt om de spijsvertering te ondersteunen. Eiseres stelt voorts dat uit de recepten op internet en uit onderzoeken naar de ervaringen van gebruikers volgt dat het product normaliter onverdund wordt gebruikt door de yoghurt of (havermout)pap dan wel als dressing door de salade. Het product wordt hieraan toegevoegd om de smaak te verdoezelen. Het is niet de bedoeling dat het product wordt toegevoegd aan water. Eiseres wijst op de omschrijving op de website van [A MERK] en de gebruiksaanwijzing. Het product is niet bestemd om onverwarmd te worden gedronken en is derhalve niet aan te merken als limonade. Voorts wordt het product niet gebruikt om de dorst te lessen en is ook daarom geen limonade, aldus eiseres. Eiseres wijst op een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 11 mei 2010, nummer 08/7718, ECLI:NL:RBHAA:2010:BM8061. Ter zitting heeft eiseres evenwel gesteld dat dorstlessen geen zelfstandig criterium is.

Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de utb.

5. Verweerder voert aan dat het product is aan te merken als limonade in de zin van artikel 9, eerste lid, juncto artikel 9, tweede lid, van de WVB. Door eiseres, de fabrikant, wordt het product omschreven als een drank met een lekkere, unieke, frisse en fruitige smaakbeleving. Op de verpakking staat dat het product moet worden opgelost in water. Op grond van artikel 9, tweede lid, van de WVB worden ook concentraten aangemerkt als limonade.

Voorts voert verweerder aan dat de indeling in de GN niet relevant is voor de beantwoording van de vraag of het product een drank is in de zin van de WVB.

Verweerder voert tot slot aan dat de door eiseres genoemde uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 11 mei 2010 niet van toepassing is. Het onderhavige product is een geheel ander product dan het product dat in geding was in voornoemde uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Bovendien komt het begrip dorstlessen niet als zelfstandig criterium voor in de WVB.

Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

6. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.

Van toepassing zijnde regelgeving

7. Artikel 6 van de WVB luidt sinds 1 januari 1993:

‘Onder alcoholvrije dranken worden verstaan vruchten- en groentesap, mineraalwater en limonade, ook indien zij alcohol bevatten, voor zover zij niet worden aangemerkt als bier, wijn, tussenproducten of overige alcoholhoudende producten in de zin van de Wet op de accijns.’

8. Artikel 9, eerste en tweede lid, van de WVB luiden sinds 1 januari 1993:

‘1. Onder limonade worden verstaan met water aangelengd vruchte- of groentesap alsmede gezoete en aromatische dranken en dranken waaraan geurstoffen of smaakstoffen zijn toegevoegd die kennelijk zijn bestemd om onverwarmd te worden gedronken.

2. Als limonade wordt mede aangemerkt de drank, bedoeld in het eerste lid, in vaste vorm of als concentraat in kleinhandelsverpakking of in een verpakking die is bestemd voor afnemers die voor gebruik gerede limonade vervaardigen voor gebruik ter plaatse.’

9. In de memorie van toelichting op artikel 9 van de WVB (Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22 843, nr. 3, p. 20) staat - voor zover van belang - het volgende:

“Ingevolge het eerste lid worden onder limonade verstaan met water aangelengd vruchte- en groentesap en andere gezoete en gearomatiseerde dranken die kennelijk zijn bestemd om onverwarmd te worden gedronken. Als voorbeelden kunnen worden genoemd sinas, cola en zogenoemde up-dranken. (...)

Ook medicinale dranken zoals hoestdranken en dergelijke vallen niet onder het begrip limonade. Deze dranken hebben anders dan de limonades niet het oogmerk de dorst te lessen maar hebben duidelijk het karakter van een medicijn dat in de vorm van een drank wordt toegediend.”

Beoordeling van het geschil

10.1.

De rechtbank stelt voorop dat om een product te kunnen aanmerken als drank in de zin van de WVB de indeling van een product in de GN niet van belang is, nu in de WVB geen verwijzing is opgenomen naar de posten van de GN en er ook in de wetgeschiedenis geen aanwijzingen zijn te vinden dat de wetgever de indeling in de GN leidend op dit punt leidend acht.

10.2.

Op grond van artikel 9, eerste lid, juncto artikel 9, tweede lid, van de WVB wordt een product (onder andere) als limonade aangemerkt als er sprake is van een drank in geconcentreerde vorm die kennelijk is bestemd om onverwarmd te worden gedronken. Met partijen is de rechtbank van oordeel dat of een drank een dorstlessend karakter heeft - wat daar ook van zij in de onderhavige zaak - niet een zelfstandig criterium is voor de vaststelling of er sprake is van limonade. In de WVB is immers dit criterium niet opgenomen. Evenmin kan uit de onder 9 opgenomen passage uit de memorie van toelichting worden afgeleid dat dorstlessen een zelfstandig criterium is. Uit de memorie van toelichting volgt enkel dat deze term is gebruikt om een afbakening te maken tussen limonade en medicinale dranken zoals hoestdranken en dergelijke.

11. Het product, bestaande uit onder meer 67,94 % melkweiconcentraat, is een melkweidrank met fruit en calcium en ondersteunt de spijsvertering. Uit de onder 2 opgenomen gebruiksaanwijzing op de verpakking van het product volgt dat dagelijks twee eetlepels van het product moet worden toegevoegd aan een glas (200 ml) koud water. Gelet op deze wijze van toedienen is de rechtbank van oordeel dat het product kennelijk bestemd is om onverwarmd te worden gedronken. De enkele blote stelling van eiseres dat gelet op de smaak van het product, de ervaringen van gebruikers en de recepten op internet het normale gebruik van het product niet het toevoegen aan water is, leidt niet tot een ander oordeel nu eiseres deze stelling op geen enkele wijze heeft onderbouwd.

12. Nu het product een concentraat is en kennelijk bestemd is om onverwarmd te worden gedronken, is het product aan te merken als limonade in de zin van artikel 9, eerste lid, juncto artikel 9, tweede lid, van de WVB. Op grond van artikel 6 van de WVB is het product derhalve een drank in de zin van de WVB. De stelling van eiseres dat er geen sprake is van een drank in de zin van de WVB faalt derhalve.

13. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

Proceskosten

14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C.A. Onderwater, voorzitter, mr. M.H.L.C. Bijvoet en mr. W.M.C. Schipper, leden, in aanwezigheid van mr. S. Plesman-Jalink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 december 2017.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel