Home

Rechtbank Noord-Holland, 10-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:2765, AWB - 16 _ 838

Rechtbank Noord-Holland, 10-04-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:2765, AWB - 16 _ 838

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
10 april 2017
Datum publicatie
14 april 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:2765
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 16 _ 838

Inhoudsindicatie

Einduitspraak: In het onderhavige geval heeft eiseres een deel van de door haar gemaakte kosten van de door haar zelf gekweekte cannabis aannemelijk gemaakt. Beroep gegrond

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummers: HAA 16/838 en HAA 16/839

(gemachtigde: mr. B.G.M.C. Peters),

en

Procesverloop

De rechtbank heeft in het geding tussen partijen op 15 november 2016 een tussenuitspraak gedaan.

Eiseres heeft op 26 december 2016 inhoudelijk gereageerd op de tussenuitspraak en daartoe verscheidende stukken overgelegd.

Verweerder heeft op 7 februari 2017 zijn zienswijze naar voren gebracht op de stukken van eiseres.

Met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is afgezien van een nader onderzoek ter zitting.

Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank verwijst naar hetgeen is overwogen en beslist in de tussenuitspraak van 15 november 2016 en volhardt daarbij. Hetgeen in die uitspraak is overwogen en beslist dient als hier ingelast te worden beschouwd.

2. In geschil is thans nog de hoogte van de kosten van de cannabis in verband met de aftrek van specifieke zorgkosten voor de jaren 2012 en 2013.

3. Eiseres heeft in haar brief van 26 december 2016 aangegeven dat zij gemiddeld op jaarbasis 730 planten heeft en dat zij vier maal per jaar een oogst heeft. De opbrengst is gemiddeld 15 gram cannabis per plant. Eiseres geeft in haar brief onder meer aan dat niet alle planten levensvatbaar zijn en er af en toe een misoogst plaatsvindt en dat zij niet meer alle bonnen bezit. Eiseres heeft een overzicht verstrekt van haar maandbedragen van elektra en een overzicht van [A] uit 2016 van gemiddelde gas-/elektraverbruik bij een 1 tot 2 persoonshuishouden. Hieruit blijkt dat zij aanzienlijk meer van dergelijke kosten maakt vanwege de kweek, aldus eiseres. Daarnaast is eiseres voor haar berekeningen uitgegaan van het rapport “Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht: Standaardberekening en normen update 1 november 2010” van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (hierna: BOOM-rapport). Daarin worden normen gegeven voor kosten per cannabisplant, aldus eiseres.

4. Eiseres heeft in haar brief van 26 december 2016 de totale kosten van cannabis voor het jaar 2012 berekend op € 12.182,55 (kennelijk is bedoeld € 12.382,55). Deze kosten zijn als volgt gespecificeerd:

Eigen kweek medicinale cannabis €

Afschrijvingskosten per oogst 4 maal 140 560,00

Inkoop stekken 800 maal 2,85 2.280,00

Variabele kosten 800 maal 3,33 2.664,00

Elektriciteit 2 lampen 600W 4 maal 140 *2 1.120,00

Elektriciteit 1 lamp 400W 4 maal 100 400,00

Personeelskosten hulp 50% 400 maal 2 800,00Coffeeshop medicinale cannabis 2.642,00

Cannabisolie: 365 dagen x 1,5 ml/10ml x € 35 1.916,25

Totaal 12.382,55

Bij de coffeeshop is cannabis bijgekocht in verband met mislukte oogsten. Voor wat betreft de cannabisolie merkt eiseres op dat dit ongeveer € 35 per 10 ml kost. Per dag gebruikt eiseres ongeveer 1,5 ml (bij hevige pijn). Eiseres heeft de kosten van cannabisolie becijferd op 365 x 1,5 ml is 547,5 ml, dus in totaal € 1.916,25.

5. Eiseres heeft in haar brief van 26 december 2016 aangegeven dat ze voor het jaar 2013 een kweek minder heeft gehad vanwege ziekte. Zij heeft de totale kosten van cannabis voor het jaar 2013 berekend op € 12.045,65. Deze kosten zijn als volgt gespecificeerd:

Eigen kweek medicinale cannabis €

Afschrijvingskosten per oogst 3 maal 140 420,00

Inkoop stekken 600 maal 2,85 1.710,00

Variabele kosten 600 maal 3,33 1.998,00

Elektriciteit 2 lampen 600W 3 maal 140 *2 840,00

Elektriciteit 1 lamp 400W 3 maal 100 300,00

Personeelskosten hulp 50% 300 maal 2 600,00Coffeeshop medicinale cannabis 3.001,40

Cannabisolie 1.916,25

Cannabisolie extra 90 dagen x 4 ml/10 ml x € 35 = 1.260,00

Totaal 12.045,65

Voor wat betreft de cannabisolie merkt eiseres op dat ze extra hoeveelheden heeft gebruikt om de gemiste kweek te compenseren gedurende 90 dagen met gemiddeld 4 ml extra.

6. Verweerder heeft in zijn reactie van 7 februari 2017 aangegeven dat eiseres voor wat betreft de kosten van de eigen kweek enkel het bedrag voor elektra voor de jaren 2012 en 2013 voldoende aannemelijk heeft gemaakt.

7. De rechtbank zal hierna per kostenpost beoordelen of eiseres al dan niet de hoogte van de kosten voldoende aannemelijk heeft gemaakt.

Eigen kweek cannabis

Afschrijvingskosten

8. Eiseres heeft gesteld dat zij in 2012 investeringen heeft gedaan en zij heeft in haar brief van 26 december 2016 de afschrijvingskosten voor het jaar 2012 vastgesteld op € 560 en voor het jaar 2013 op € 420. Verweerder is van mening dat op grond van artikel 6.40 van de Wet IB 2001 het kasstelsel geldt en dat daarom afschrijvingskosten niet in aftrek kunnen worden gebracht.

9. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de kosten van afschrijving van de door eiseres in dit verband gedane investeringen niet in aanmerking kunnen worden genomen. Het gaat om kosten in de zin van direct opkomende kosten en niet om kosten die op grond van goedkoopmansgebruik in aanmerking kunnen worden genomen.

Inkoop van stekken

10. Eiseres heeft aangegeven dat zij per jaar 730 planten heeft en is in haar berekening voor het jaar 2012 uitgegaan van ongeveer 800 planten en voor het jaar 2013 is zij uitgegaan van 600 planten (in verband met een wegens ziekte gemiste oogst). Eiseres is voor wat betreft de inkoop uitgegaan van € 2,85 per plant. Verweerder merkt op dat geen bonnen van de inkoop zijn overgelegd en stelt zich op het standpunt dat met het overnemen van de kosten uit het BOOM-rapport de kosten niet aannemelijk zijn gemaakt. Ook stelt verweerder dat de aankoop van stekken in tegenspraak is met de stelling dat eiseres planten bewaart voor het behoud van genetica en dat zij een variant van cannabis gebruikt die zelf gekweekt moet worden.

11. Ingevolge het BOOM-rapport kan de inkoopprijs van een stek worden vastgesteld op € 2,85 per plant. De rechtbank stelt vast dat eiseres voor de berekening van de inkoop van stekken hiervan is uitgegaan. Het rapport is verder met een ander oogmerk opgesteld, namelijk om een standaardberekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel bij hennepkwekerijen op te maken. Desalniettemin kan het BOOM-rapport als basis voor de kosten worden gebruikt.

11. Wat eiseres bedoeld heeft met de opmerking dat een aantal planten moet worden bewaard vanwege het behoud van genetica is de rechtbank niet duidelijk. Het leidt echter - anders dan verweerder stelt - niet tot de conclusie dat de aankoop van stekken onvoldoende is onderbouwd. Voor zover verweerder hiermee bedoelt dat eiseres geen kosten voor stekken heeft omdat ze die zelf kweekt, heeft hij dat niet voldoende onderbouwd. De rechtbank acht gelet op de verklaringen van eiseres aannemelijk dat zij voor de kweek stekken heeft moeten kopen. De rechtbank acht verder gelet op het BOOM-rapport de door eiseres gestelde kosten van de inkoop van stekken (€ 2.280 voor het jaar 2012 en € 1.710 voor het jaar 2013) aannemelijk.

Overige variabele kosten

13. Eiseres is voor de vaststelling van de overige variabele kosten uitgegaan van € 3,33 per plant. Ze verwijst ter onderbouwing naar het BOOM-rapport. Verweerder bestrijdt deze kosten, mede omdat eiseres geen nadere stukken heeft overgelegd. Ook stelt verweerder dat van meer planten op een kleiner oppervlakte sprake is en daarmee ook van minder kosten per plant dan waarvan in het rapport wordt uitgegaan (variabele kosten van € 3,33 per plant).

14. In het BOOM-rapport wordt aangegeven dat kan worden uitgegaan van € 3,33 per plant en dat dit bedrag bestaat uit kosten van het kweekmedium steenwol voor een bedrag van € 1,41, van water voor € 0,03 en van voedingsstoffen voor € 1,89. De rechtbank stelt vast dat eiseres hiervan voor de berekening van de variabele kosten is uitgegaan. De rechtbank acht aannemelijk dat eiseres voor het zelf kweken van cannabis kosten voor een bepaald soort kweekmedium, water en bepaalde voedingsstoffen heeft moeten gebruiken, ook al heeft eiseres niet exact aangegeven welk kweekmedium en welke voedingsstoffen zij heeft gebruikt. Wel heeft eiseres bonnen van de aanschaf van steenwol, één van de kweekmedia in het BOOM-rapport, ingebracht. Uit de tekst van het BOOM-rapport (pagina 19) blijkt verder dat de voornoemde bedragen voor het kweekmedium en de voedingstoffen zijn gebaseerd op 15 planten per vierkante meter. Uit het door eiseres gestelde blijkt dat zij uitgaat van ongeveer 39 planten per vierkante meter. Anders dan verweerder stelt, is daarmee niet aannemelijk dat het bedrag van € 3,33 per plant te hoog is. Niet uitgesloten kan worden dat door de relatief kleine schaal van de kweekactiviteiten van eiseres de variabele kosten hoog zijn. Bovendien zijn in het BOOM-rapport de totale variabele kosten per plant van € 3,33 gepresenteerd zonder onderscheid naar het aantal planten per vierkante meter. Anders dan verweerder heeft gesteld, dienen deze kosten ook niet verder te worden verlaagd vanwege het niet gebruiken van bestrijdings- en groeimiddelen. Niet is immers onderbouwd dat deze kosten zijn opgenomen in de variabele kosten zoals in het BOOM-rapport.

14. De rechtbank is van oordeel dat eiseres de gestelde variabele kosten voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Dit betekent dat de variabele kosten dienen te worden vastgesteld op € 2.664 (2012) en € 1.998 (2013).

Elektriciteitskosten

16. Eiseres heeft de elektriciteitskosten vastgesteld door uit te gaan van het aantal lampen en de daarbij behorende wattage, die zij heeft gebruikt. Verweerder heeft ten aanzien van deze elektriciteitskosten aangegeven dat deze kosten aannemelijk zijn.

17. De rechtbank stelt vast dat eiseres voor wat betreft de elektriciteitskosten eveneens is uitgegaan van hetgeen hierover in het BOOM-rapport is opgenomen. Aangezien verweerder de vaststelling van de hoogte van deze kosten niet nader bestrijdt en uit de ingebrachte gegevens ook blijkt dat eiseres meer van deze kosten dan gebruikelijk heeft gemaakt, ziet de rechtbank geen aanleiding anders te beslissen. De rechtbank is van oordeel dat eiseres daarom de elektriciteitskosten (€ 1.520 voor het jaar 2012 en € 1.140 voor het jaar 2013) voldoende aannemelijk heeft gemaakt.

Personeelskosten

18. Eiseres heeft aangegeven dat zij in 2012 en 2013 voor ongeveer de helft van de tijd hulp heeft gehad bij haar eigen kweek. Ze gaat derhalve uit van de helft van het aantal planten (voor het jaar 2012: 400 planten, voor het jaar 2013: 300 planten) en zij heeft de kosten per plant vastgesteld op € 2. Verweerder betwist de personeelskosten, aangezien eiseres deze kosten niet met stukken aannemelijk heeft gemaakt.

19. De rechtbank stelt vast dat eiseres voor wat betreft de personeelskosten eveneens is uitgegaan van hetgeen hierover in het BOOM-rapport is opgenomen. De rechtbank merkt echter wel op dat eiseres enkel de blote stelling heeft ingenomen dat zij hulp heeft gehad. Zij heeft deze hulp niet met nadere bescheiden onderbouwd. Zo heeft eiseres niet aangegeven wie de knippers waren en of ze inderdaad de berekende bedragen van € 800 (2012) dan wel € 600 (2013) aan de knippers heeft betaald. In het rapport staat in dit verband ook vermeld dat het gegeven dat personeelskosten zijn gemaakt moet blijken uit strafrechtelijk onderzoek en dat de kosten kunnen worden aangenomen indien de namen en persoonsgegevens bekend worden gemaakt. Dit alles is nu niet het geval. Ten aanzien van het knippen van de planten staat verder vermeld dat er van wordt uitgegaan dat de betrokkene zelf geknipt heeft. Ook is het gebruik van een knipmachine mogelijk. Daarom biedt het BOOM-rapport naar het oordeel van de rechtbank geen ruimte voor het in aanmerking nemen van personeelskosten. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat eiseres de personeelskosten niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt.

Coffeeshopbonnen

20. Eiseres heeft voor het jaar 2012 geen bonnen overgelegd. Voor het jaar 2013, waarin een kweek minder is geweest, heeft zij wel bonnen overgelegd. Eiseres heeft aangegeven dat ze in 2012 vanwege mislukte oogsten te weinig opbrengst cannabis heeft gehad en aldus cannabis bij een coffeeshop heeft moeten inkopen voor een periode van drie maanden. Verweerder betwist de kosten voor de inkoop bij een coffeeshop voor het jaar 2012 en accepteert de coffeeshopbonnen voor het jaar 2013.

21. Aangezien eiseres geen bonnen heeft overgelegd voor het jaar 2012 is de rechtbank van oordeel dat eiseres deze kosten niet aannemelijk heeft gemaakt. Voor het jaar 2013 zijn wel bonnen overgelegd. Daarmee heeft eiseres wel de kosten voor de coffeeshop voor een bedrag van € 3.001,40 voor het jaar 2013 aannemelijk gemaakt.

Cannabisolie

22. Eiseres heeft in haar brief van 26 december 2016 aangegeven dat zij cannabisolie heeft ingekocht en dat de kosten ongeveer € 35 per 10 ml bedragen. Eiseres heeft bij diezelfde brief een kopie van een website overgelegd, waaruit blijkt dat cannabisolie bij een apotheker kan worden gekocht voor ongeveer € 178 per 10 ml, maar dat er ook varianten van cannabisolie voor € 42,50 per 10 ml worden verkocht. Eiseres heeft daarnaast gesteld dat zij voor het jaar 2013 extra kosten aan cannabisolie heeft gehad, vanwege een mislukte oogst. Zij stelt hierbij dat zij in 90 dagen daarom 4 ml per dag verbruikte. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de aankoop van cannabisolie niet is onderbouwd met stukken en dat daarom deze kosten niet voor aftrek in aanmerking komen. Verweerder merkt tevens nog op dat de cannabisolie niet is voorgeschreven door een arts.

23. Voor wat betreft de stelling van verweerder dat de cannabisolie niet is voorgeschreven door een arts, verwijst de rechtbank naar onder meer de bijzondere situatie van eiseres en naar overweging 21 van haar tussenuitspraak. De rechtbank is derhalve van oordeel dat ook de cannabisolie als zodanig is voorgeschreven door artsen.

24. De rechtbank merkt op dat eiseres op de zitting van 12 oktober 2016 heeft aangegeven dat zij de cannabisolie inkoopt in het illegale circuit. De rechtbank acht op zich aannemelijk dat de kosten in het illegale circuit een andere prijsverhouding kent dan in het reguliere circuit. De gestelde kosten van de cannabisolie zijn echter niet nader onderbouwd met bescheiden en tevens is niet nader onderbouwd welke variant van cannabisolie eiseres gebruikt. De enkele stelling dat bij de apotheek hogere bedragen voor cannabisolie worden betaald, is een onvoldoende onderbouwing. De mogelijkheid dat cannabisolie een lagere prijs dan de gestelde € 35 per 10 ml kent, kan niet worden uitgesloten.

24. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat eiseres de kosten van de cannabisolie niet (voldoende) aannemelijk heeft gemaakt.

26. Gelet op het vorenstaande komen de volgende kosten, met inachtneming van de door eiseres genoten vergoeding van € 6.000 per jaar, in aanmerking voor aftrek:

Bedragen in €

2012

2013

Kosten eigen kweek

- Afschrijvingskosten

-

-

- Inkoopkosten stekken

2.280

1.710

- Variabele kosten

2.664

1.998

- Elektra (totaal)

1.520

1.140

- Personeelskosten

-

-

Coffeeshopbonnen

-

3.001,40

Cannabisolie

-

-

Totaal (afgerond)

6.464

7.849,40

Af: vergoeding DWI

6.000

6.000

Totaal in aftrek te brengen (afgerond)

464

1.849

27. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard.

Proceskosten

28. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.482 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift en 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 246, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 495 en een wegingsfactor 1).

Gelet op de samenhang van de beroepen worden deze op de voet van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht beschouwd als één zaak.

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart het beroep voor het jaar 2012 en 2013 gegrond;

-

vernietigt de uitspraken op bezwaar voor de jaren 2012 en 2013;

-

vermindert de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2012 tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning ten bedrage van € 12.070 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit (HAA 16/838);

-

vermindert de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2013 tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning ten bedrage van € 10.036 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit (HAA 16/839);

-

veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.482; en

-

draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiseres te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. T.N. van Rijn, rechter, in aanwezigheid van mr. drs. K.M.E. de Moor, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 april 2017.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel