Rechtbank Noord-Holland, 31-10-2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:8926, AWB - 17 _ 1576
Rechtbank Noord-Holland, 31-10-2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:8926, AWB - 17 _ 1576
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 31 oktober 2019
- Datum publicatie
- 24 december 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2019:8926
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2021:2538, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 1576
Inhoudsindicatie
De informatiebeschikking omdat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 52 van de AWR is terecht genomen. De primaire bronbescheiden bevinden zich niet in de administratie. Er is geen kasadministratie bijgehouden die voldoet aan de wettelijke vereisten. De door verweerder gesignaleerde gebreken in de in- en verkoopadministratie, de voorraadadministratie en de kasadministratie zijn van zodanige aard en omvang zijn, dat het op grond van de thans beschikbare administratie niet mogelijk is om tot een voldoende betrouwbaar en controleerbaar oordeel te komen omtrent de bepaling van de verschuldigde belasting.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 17/1576
en
Procesverloop
Verweerder heeft met dagtekening 28 oktober 2016 ten aanzien van eiser een informatiebeschikking in de zin van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: de AWR) gegeven met betrekking tot aan eiser op te leggen belastingaanslagen inkomstenbelasting over het jaar 2015 en belastingaanslagen omzetbelasting over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 10 maart 2017 de informatiebeschikking gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 september 2019 te Haarlem.
Eiser is verschenen. Namens verweerder zijn verschenen mr. H.R. Groen en
mr. M.N. Oosterom.
Overwegingen
Feiten
1. Eiser drijft een groothandel in computerprintplaten die worden aangeboden aan gespecialiseerde bedrijven ter verwijdering van de daarin verwerkte edelmetalen en andere kostbare materialen. De onderneming van eiser is onder de naam ‘ [A] ’ in de Kamer van Koophandel omschreven als een groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen alsmede overige oude materialen en afvalstoffen.
2. Eiser houdt alle aandelen in [B] B.V.
3. Bij brief van 5 april 2016 heeft verweerder bij eiser een boekenonderzoek aangekondigd om de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 april 2015 tot en met 30 juni 2015 te onderzoeken. In deze aankondigingsbrief is het volgende vermeld over de bedrijfsadministratie van eiser:
“Om het onderzoek te bespoedigen is het noodzakelijk dat ik over de administratie over het tijdvak 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015 kan beschikken. Ik verzoek u dan ook er voor te zorgen dat de gehele bedrijfsadministratie over dit tijdvak op het controleadres aanwezig zal zijn.
(…) De administratieve bescheiden die tot de bedrijfsadministratie behoren, zijn:
- (afschriften van) de verkoopfacturen);
- de inkoopfacturen en nota’s
- de kasadministratie (bijvoorbeeld een kasboek);
- de bankafschriften;
- de jaarrekeningen;
- overzichten van de relevante grootboekrekeningen vanuit het gebuikte boekhoudprogramma;
- relevante kladaantekeningen;
- relevante E-mails;
- overige van belang zijnde administratieve bescheiden.”
4. Bij brief van 26 juli 2016 heeft verweerder eiser medegedeeld dat het boekenonderzoek wordt uitgebreid naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, alsmede de aanvaardbaarheid van de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ZVW over het jaar 2015. Op dat moment is al gedeeltelijk uitvoering gegeven aan het eerder aangekondigde boekenonderzoek. De aankondigingsbrief vermeldt, onder meer, het volgende:
“Op 15 juli 2016 heb ik het boekenonderzoek gedeeltelijk uit kunnen […]. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat een groot deel van de administratie niet aanwezig was.
De volgende onderdelen van de administratie zijn niet aanwezig:
- Afschriften van de uitgereikte facturen;
- Afschriften van de volgende bankrekeningnummers;
[# 1] [C] Starters krediet;
[# 2] [C] Direct spaar
[# 3] [D] betalen;
[# 4] [E] spaarrekening;
[# 5] [E] spaarrekening;
[# 6] [F] betaalrekening.
Jaarcijfers over 2015 (uitgesplitst per jaar).”
5. Eiser is in de aankondigingsbrief uitbreiding boekenonderzoek gewezen op de verplichting tot het overleggen van gegevens uit hoofde van artikel 47 AWR alsmede de administratie- en bewaarplicht van artikel 52 AWR.
6. Op 28 oktober 2016 heeft verweerder ten aanzien van eiser de in geschil zijnde informatiebeschikking genomen. De informatiebeschikking is genomen omdat eiser niet of niet geheel heeft voldaan aan zijn verplichtingen van artikel 47 dan wel 52 AWR heeft voldaan. De informatiebeschikking vermeldt het volgende:
“- u heeft geen kasadministratie gevoerd terwijl u wel contante uitgaven doet en vermoedelijk ook contante inkomsten heeft gehad;
- u heeft geen inkoop-, verkoop- en voorraadadministratie gevoerd;
- u heeft € 40.000 betaald aan [B] B.V. met als omschrijving “lening”. U heeft echter geen leningovereenkomst in de administratie of overige stukken die betrekking hebben op een met [B] B.V. gesloten lening. Ook heb ik geen stuk aangetroffen waaruit naar voren komt dat [B] B.V. op een eerder moment € 40.000 aan u heeft betaald. Ook komt uit uw administratie niet naar voren wat de herkomst van de € 40.000 is die u aan [B] B.V. heeft betaald. U heeft in 2015 immers geen omzet aangegeven in uw administratie en in de belastingaangiften;
- geen controle op het banksaldo mogelijk is doordat de banksaldi ontbreken;
- agenda en een rittenadministratie ontbreken.
Vanwege het ontbreken van bovenstaande stukken is het voor mij niet controleerbaar in hoeverre u uw omzet en kosten juist heeft verantwoord in uw administratie en in de aangiften omzetbelasting. Zo kan ik door het ontbreken van een voorraad-, inkoop-, verkoopadministratie en een kasboek niet controleren of de door u in 2015 ingekochte goederen op 31 december 2015 allemaal nog tot uw voorraad behoren. U hebt namelijk geen verkopen verantwoord in uw administratie en aangiften.
In het geval bovengenoemde stukken wel tot uw administratie hebben behoord en u ze niet heeft bewaard, heeft u niet voldaan aan de bewaarplicht die in artikel 52 AWR staat. In het geval u de stukken wel heeft, maar ze niet aan mij hebt verstrekt, heeft u niet voldaan aan de verplichting van artikel 47 AWR.”
7. Bij brief van 10 november 2016, ontvangen door de Belastingdienst op 16 november 2016, heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de informatiebeschikking. In het hoorgesprek dat in het kader van de bezwaarfase met eiser heeft plaatsgevonden, is afgesproken dat eiser tot 13 februari 2017 in de gelegenheid wordt gesteld om de in de informatiebeschikking genoemde informatie en bescheiden alsnog aan verweerder te overleggen. Deze afspraak is neergelegd in een aan eiser gerichte brief van verweerder van 1 februari 2017.
8. Naar aanleiding van voormelde afspraak heeft eiser een voorraadadministratie en een kasadministratie overgelegd, alsmede de banksaldi van de bankrekeningen [# 1] , [# 3] , [# 4] en [# 5] . De banksaldi van de rekeningen [# 2] , [# 6] , en [# 7] zijn niet verstrekt. Eiser heeft voorts verklaard dat hij nooit een lening is aangegaan bij [B] B.V., dat er in 2015 geen contante verkopen zijn geweest en dat de opnames van de bank privé-opnamen betreffen waarvoor een rekening-courant moet worden opgesteld.
9. Op 10 maart 2017 heeft verweerder, met inachtneming van de alsnog overgelegde informatie en bescheiden, uitspraak op bezwaar gedaan. Verweerder heeft het bezwaar van eiser afgewezen op de gronden dat door eiser niet de administratie is overgelegd en de verstrekte informatie niet voldoet aan de eisen van artikel 52 van de AWR, en evenmin is voldaan aan de informatieverplichting op grond van artikel 47 AWR. De uitspraak op bezwaar vermeldt, onder meer:
“Voorraadadministratie over het jaar 2015.
Deze administratie heb ik op 13 februari 2017 van u ontvangen bestaande uit:
- lijst met inkopen vermeld in kilo’s met daarbij de prijs per kilo over de jaren 2014 en 2015;
- Voorraad per kilo per 31-12-15;
- Verkoop 2015 vermeld in kilo’s.
Bevindingen:
Ik heb bovenstaande gegevens niet kunnen verifiëren aan de hand van de primaire bronbescheiden. In uw administratie was 1 inkoopfactuur aanwezig, de andere inkoopfacturen waar u nu naar verwijst waren ten tijde van het boekenonderzoek niet aanwezig in de administratie.
Op 6 maart 2017 heb ik (telefonisch) de volgende toelichting van u op deze aangeleverde stukken ontvangen:
- De reden dat er verschillen zijn tussen de inkoop, verkoop en voorraad heeft te maken dat er veel restproducten overblijven, zogenoemde afvalstoffen (o.a. plastic en ijzer). Van deze afvalstoffen is niets geadministreerd. U heeft aangegeven te willen verklaren dat het afvalstoffen moeten zijn, deels heeft u dit gedaan met de overlegde voorraadadministratie.
Op 7 maart 2017 heb ik nogmaals een nieuwe voorraadadministratie over het jaar 2015 ontvangen. Bestaande uit:
- Beginvoorraad 1-1-2015;
- Inkopen (in kilo’s) 2015;
- Voorraad 2015 vermeld in kilo’s;
- Uitleg voor wat betreft het afval, dit naar aanleiding van het telefoongesprek d.d. 6 maart 2017 in verband met de goederenstroom. Ik heb deze gegevens niet kunnen verifiëren aan de hand van de primaire bronbescheiden.