Rechtbank Noord-Holland, 14-12-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:12299, AWB-21_192
Rechtbank Noord-Holland, 14-12-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:12299, AWB-21_192
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 14 december 2022
- Datum publicatie
- 23 februari 2023
- Zaaknummer
- AWB-21_192
- Relevante informatie
- Art. 9 lid 2 onderdeel a Wet OB 1968, Tabel I post a.30 Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
Eiseres verkoopt een lesmethode die bestaat uit lesmateriaal en uit een verplichte training van de onderwijskrachten die deze methode gaan gebruiken. Eiseres verkoopt als aanvulling op de lesmethode een digitale module waarmee extra oefeningen in spelvorm kunnen worden aangeboden. De rechtbank oordeelt dat de verkoop van de digitale module een op zichzelf staande prestatie is (óók als deze gelijktijdig wordt aangeschaft met de lesmethode), waarop het algemene omzetbelastingtarief van toepassing is.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 21/192 en HAA 21/193
[eiseres] B.V., gevestigd te [plaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. R. Franke),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiseres tegen de uitspraken op bezwaar van verweerder van 4 december 2020.
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd ten bedrage van € 1.047. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft verweerder eiseres € 210 belastingrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2015 tot en met 31 december 2018 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd ten bedrage van € 29.598. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft verweerder eiseres € 2.594 belastingrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft de bezwaren van eiseres tegen de naheffingsaanslagen ongegrond verklaard.
Verweerder heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 2 november 2022 op zitting behandeld. Namens eiseres is verschenen haar directeur [directeur] , bijgestaan door de gemachtigde van eiseres en [naam] . Namens verweerder zijn verschenen mr. [verweerder 1] , [verweerder 2] en [verweerder 3] .