Home

Rechtbank Noord-Holland, 21-12-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:14092, AWB - 22 _ 3676

Rechtbank Noord-Holland, 21-12-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:14092, AWB - 22 _ 3676

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
21 december 2023
Datum publicatie
8 maart 2024
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:14092
Zaaknummer
AWB - 22 _ 3676
Relevante informatie
Art. 6 Wet OB 1968, Art. 7 lid 7 Wet OB 1968, Art. 11 Wet OB 1968, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting, btw-identificatienummer, verleggings-btw

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 22/3676, HAA 22/3677, HAA 22/3678, HAA 22/3679 en HAA 22/3680

(gemachtigde: mr. T.J. Kok),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres voor de jaren 2016 tot en met 2020 naheffingsaanslagen omzetbelasting (de naheffingsaanslagen) opgelegd en daarbij belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikkingen) en verzuimboetes (de boetebeschikkingen) opgelegd. De bezwaren van eiseres hiertegen zijn door verweerder ongegrond verklaard.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gesplitst in de volgende zaaknummers.

Zaaknummer Jaar belasting rente boete totaal

HAA 22/3676 2016 € 10.500 € 1.762 € 1.050 € 13.312

HAA 22/3677 2017 € 95.798 € 12.244 € 5.278 € 113.320

HAA 22/3678 2018 € 165.683 € 14.548 € 5.278 € 185.509

HAA 22/3679 2019 € 157.073 € 7.509 € 5.278 € 169.860

HAA 22/3680 2020 € 177.624 € 3.749 € 5.514 € 186.887

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting een pleitnota ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2023 te Haarlem.

Namens eiseres zijn verschenen de gemachtigde en drs. [naam 4] .

Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 1] , mr. [naam 2] en mr. [naam 3] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is opgericht op 14 augustus 1987. Haar statutaire doelstelling is “Het ontwerpen (doen) produceren en verkopen van apparatuur op milieugebied, recycling en energiebesparing en al hetgeen daarmede verband houdt en daartoe bevorderlijk is, alles in de ruimste zin des woords genomen”. Aanvankelijk stond zij ook met deze activiteiten geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). In 2009 zijn de bedrijfsactiviteiten in het handelsregister van de KvK gewijzigd naar financiële holdings houdster- en financieringsactiviteiten.

2. Eiseres heeft in het verleden als ondernemer aangiften omzetbelasting ingediend. Op enig moment is zij als ondernemer afgevoerd uit de administratie van de Belastingdienst.

3. Naar aanleiding van een bericht van de KvK over de verhuizing van eiseres naar [vestigingsplaats] , heeft verweerder eiseres bij brief van 10 juni 2010 meegedeeld dat zij voor de omzetbelasting is geregistreerd als ondernemer die voor de omzetbelasting vrijgestelde prestaties verricht. Daarbij is tevens bekendgemaakt wat het btw-identificatienummer van eiseres is.

4. Met dagtekening 20 januari 2012 heeft verweerder eiseres een formulier “Opgaaf gegevens omzetbelasting, vrijgestelde goederen en diensten” (het vragenformulier) gezonden. In het vragenformulier staat onder meer het volgende vermeld:

Waarom dit formulier?

U doet geen btw-aangifte omdat u alleen vrijgestelde goederen of diensten levert. Met de gegevens van dit formulier beoordelen wij of dit nog steeds het geval is, en of u goederen of diensten uit het buitenland hebt afgenomen. Hiervoor moet u mogelijk nog aangifte doen en btw betalen.

Beoordeling gegevens

Krijgt u van ons geen bericht naar aanleiding van dit formulier? Dan verandert er voor u niets. Als wij meer gegevens van u nodig hebben, nemen wij contact met u op.”

5. Eiseres heeft het vragenformulier op 27 februari 2012 ondertekend en teruggestuurd en daarop ingevuld dat haar activiteiten in 2010 en 2011 bestonden uit houdster- en financieringsactiviteiten, dat zij geen goederen/diensten uit enig buitenland heeft afgenomen, dat zij geen onroerende zaak heeft gebouwd/verbouwd of heeft doen bouwen/verbouwen en ook geen onroerende zaak heeft verkocht.

6. Eiseres houdt 100% van de aandelen in [bedrijf] ( [bedrijf] ) in [land 1] . [bedrijf] was voornemens in [land 1] een [accommodatie] te ontwikkelen en te exploiteren. De vergunningen daarvoor zijn echter ingetrokken wat heeft geleid tot een schadevergoedingsprocedure van eiseres en [bedrijf] tegen de [land 1] overheid. In het kader van die procedure zijn aan eiseres door verschillende in andere EU lidstaten dan [land 2] gevestigde dienstverleners diensten verricht. Eiseres heeft aan deze dienstverleners haar btw-identificatienummer verstrekt. Die dienstverleners hebben dat nummer vermeld op hun facturen aan eiseres en onder verwijzing naar artikel 196 van Richtlijn 2006/112/EG (de btw-richtlijn) de ter zake verschuldigde btw verlegd naar eiseres.

7. Bij brief van 14 januari 2021 heeft verweerder eiseres meegedeeld dat volgens zijn gegevens ondernemers uit andere EU-lidstaten op het btw-identificatienummer van eiseres tussen 1 januari 2016 en 1 oktober 2020 bedragen hebben gelist. Verweerder heeft eiseres verzocht hierover nadere informatie te verstrekken.

8. In reactie op de brief van 14 januari 2021 heeft de gemachtigde bij e-mailbericht van 30 april 2021 onder meer het volgende meegedeeld:

Overzicht facturen

Als bijlage treft u een excel-bestand aan met een overzicht van alle facturen die zij heeft ontvangen van buitenlandse (EU en NON EU) dienstverrichters. Deze dienstverrichters hebben facturen gestuurd zonder lokale btw, met vermelding van het Nederlandse btw-nummer van [eiseres] op de factuur. [Eiseres] heeft voor deze facturen geen verleggings-btw aangegeven.

Alle facturen zien op een arbitrage procedure bij het International Centre for Settlement of Investment Disputes (ICSID) tegen de republiek [land 1] , in verband met de aanleg van een [accommodatie] aldaar door haar [land 1] dochtervennootschap [ [bedrijf] ]. Vooralsnog heeft [eiseres] de kosten voor de jaren 2016 - 2020 niet aan haar dochtervennootschap doorbelast. Het totaalbedrag van de facturen bedraagt voor de periode 2016 - 2020: EUR 2.888.945.

De verleggings-btw bedraagt dan EUR 606.678 (21% over EUR 2.888.945) en kan als volgt over de jaren worden verdeeld:

2016: EUR 10.500

2017: EUR 95.798

2018: EUR 165.683

2019: EUR 157.073

2020: EUR 177.624

Naheffing en administratieve boete

Wij verzoeken u om deze bedragen na te heffen. Formeel kunt u per jaar een (verzuim)boete opleggen. Wij verzoeken u echter om de boete te matigen door slechts voor één jaar een boete op te leggen. (…)

Facturen die niet zijn meegenomen in het overzicht

Geschil 10. In geschil is of eiseres de omzetbelasting verschuldigd is ter zake van de diensten die aan haar zijn geleverd door ondernemers gevestigd in andere EU lidstaten (de verleggings-btw). Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres geen prestaties tegen vergoeding verricht en aldus geen ondernemer is in de zin van artikel 7, eerste en tweede lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB). Voorts zijn de boetebeschikkingen in geschil.

Beslissing

Rechtsmiddel