Home

Rechtbank Noord-Holland, 05-04-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:5157, HAA - 22 _ 3477

Rechtbank Noord-Holland, 05-04-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:5157, HAA - 22 _ 3477

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
5 april 2024
Datum publicatie
15 juli 2024
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:5157
Zaaknummer
HAA - 22 _ 3477
Relevante informatie
Art. 10 Wet LB, Art. 31 Wet LB, Art. 31a Wet LB

Inhoudsindicatie

Verkorting looptijd 30%-regeling. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat de in 2017 afgegeven beschikking 30%-regeling nog steeds rechtsgeldig is in de onderhavige tijdvakken (februari 2021 tot en met juni 2022). De geldigheidsduur van de beschikking is immers verkort door de wetswijziging. Verweerder was niet bevoegd en gehouden de beschikking per 1 januari 2019 te wijzigen dan wel per 1 februari 2021 in te trekken. Geen sprake van schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 22/3477 tot en met HAA 22/3487, HAA 22/5852 en HAA 23/7157 tot en met HAA 23/7161

(gemachtigde: mr. T. Smit),

en

Procesverloop

Eiseres heeft over de tijdvakken februari 2021 tot en met juni 2022 (de tijdvakken) op aangifte loonheffing afgedragen. Tegen de afdrachten heeft zij bezwaar gemaakt.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 februari 2024 te Haarlem. Namens eiseres is de gemachtigde verschenen, vergezeld van [naam 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] en [naam 3] .

Overwegingen

Feiten

1. [naam 4] (de werknemer) heeft de [land] nationaliteit. De werknemer is op 26 april 2017 in dienst getreden bij eiseres. Hij is vanaf januari 2016 met zijn gezin woonachtig in Nederland in verband met een eerdere tewerkstelling bij een andere werkgever/inhoudingsplichtige.

2. In een addendum op de arbeidsovereenkomst tussen eiseres en de werknemer zijn zij op 26 april 2017, voor zover thans van belang, het volgende overeengekomen:

“employee [and employer] wishes to make use of the so-called 30%-ruling, as laid down in the relevant articles of the 1964 Dutch Wage Tax Act and the 1965 Dutch Wage Tax Implementation Decree;

employer and employee will therefore file an application for the 30%-ruling;

(…)

The Employer will not compensate any loss of the benefit resulting for the 30%-ruling during the grant period of the 30%-ruling. The benefit will also not be compensated after the grant period has ended or in case, as a result form changes in Dutch legislation or based on court cases, the application of the 30%-ruling will be influenced negatively.”

3. Verweerder heeft met dagtekening 31 juli 2017 een beschikking bewijsregel 30%-regeling (de beschikking) afgegeven aan eiseres. Verweerder heeft daarbij rekening gehouden met de eerdere tewerkstelling van de werknemer over de periode januari 2016 tot en met februari 2017. De tekst van de beschikking luidt als volgt:

“Geachte heer/mevrouw,

Met deze brief maak ik u kenbaar dat [de werknemer] in aanmerking komt voor de toepassing van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers. (…)

De bewijsregel geldt voor de tewerkstelling door:

[eiseres]

(…)

Van: 01-04-2017 tot en met: 31-01-2024.

Deze beschikking is afgegeven op grond van de in het verzoek verstrekte

gegevens, en is geldig onder voorbehoud van wijziging in wet- en regelgeving.”

4. In juni 2018 heeft de Belastingdienst, afdeling Centrale administratieve processen, aan alle betrokkenen een brief gestuurd om hen te informeren over het voornemen van het kabinet om per 1 januari 2019 de looptijd van de 30%-bewijsregel te verkorten van acht naar vijf jaar.

5. In december 2018 heeft de Belastingdienst, afdeling Centrale administratieve processen, aan alle betrokkenen een brief gestuurd om hen te informeren dat het wetsvoorstel over de 30%-regeling is aangenomen en wat de gevolgen daarvan zijn voor de looptijd van de 30%-regeling. De brief aan werkgevers/inhoudingsplichtigen luidt, voor zover thans van belang, als volgt:

Wanneer verandert de looptijd?

Voor werknemers die vanaf 1 januari 2019 gebruik willen maken van de 30%-regeling geldt een looptijd van 5 jaar. Voor werknemers die vóór 2019 al gebruikmaakten van de 30%-regeling geldt een overgangsregeling.

Wat is de nieuwe einddatum van de 30%-regeling?

Gevolgen voor u als werkgever

Geschil 9. In geschil is of eiseres naar de juiste bedragen loonheffing heeft ingehouden en afgedragen. Meer in het bijzonder is in geschil of de beschikking nog steeds rechtsgeldig is en als zodanig kan worden toegepast zonder de inkorting van de looptijd van acht naar vijf jaren. Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, is in geschil of eiseres de 30%-vergoeding heeft aangewezen als eindheffingsloon.

Beslissing

Rechtsmiddel