Home

Rechtbank Noord-Holland, 11-07-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:8777, HAA 23/2239

Rechtbank Noord-Holland, 11-07-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:8777, HAA 23/2239

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
11 juli 2024
Datum publicatie
20 januari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:8777
Zaaknummer
HAA 23/2239
Relevante informatie
Art. 6:15 Awb, Art. 8b Wet Vpb 1969, Art. 13 Wet Vpb 1969

Inhoudsindicatie

Eiseres heeft alle aandelen verkregen in een B.V. die hoteldochtermaatschappijen houdt en financiert. Het concern waartoe de B.V. en de hoteldochtermaatschappijen behoorden had langlopende hotelmanagementovereenkomsten gesloten met een andere hotelgroep. Eiseres heeft de beëindigingsvergoeding van deze overeenkomsten direct voorafgaand aan de aandelenoverdracht overgemaakt aan de notaris en heeft daarna nieuwe hotelmanagementovereenkomsten gesloten met de hotelgroep waartoe eiseres behoort. Bij de rechtbank is in geschil of de door eiseres betaalde beëindigingsvergoeding aftrekbaar is van haar belastbare winst. Volgens de rechtbank is de beëindigingsvergoeding een kostenpost van de betreffende hoteldochtermaatschappijen, die binnen de fiscale eenheid waarvan eiseres de moedermaatschappij is voor aftrek van de winst in aanmerking komt. Naar het oordeel van de rechtbank moeten de kosten op grond van goed koopmansgebruik (het matchingbeginsel) worden geactiveerd en afgeschreven over de resterende looptijd van de oorspronkelijke overeenkomsten.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 23/2239

(gemachtigde mr. J.D. Roeland),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2015 een aanslag vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van nihil.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar het belastbaar bedrag vastgesteld op -/- € 1.320.548.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft een nader stuk ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juni 2024 te Haarlem. Namens eiseres is gemachtigde verschenen, alsmede mr. [naam 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 2] , mr. [naam 3] , drs. [naam 4] en mr. [naam 5] .

Overwegingen

Feiten

1. De uitspraak op bezwaar, gedagtekend 16 december 2022, is door verweerder op 19 december 2022 per post en op 20 december 2022 per e-mail aan eiseres verzonden.

2. Met dagtekening 7 januari 2023 is door verweerder aan eiseres een mededeling “vermindering aanslag” verzonden met daarop het in de beslissing op bezwaar van 16 december 2022 genoemde verlies van € -/- 1.320.548. Onderaan pagina 1 staat vermeld:

“Deze belastingaanslag is vastgesteld namens de inspecteur van uw belastingkantoor.”

Op deze mededeling is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

Uitspraak op bezwaarschrift

U heeft een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking vaststelling verlies

vennootschapsbelasting van dit boekjaar, nummer [nummer] . Indien u naar aanleiding van dit bezwaar bent gehoord, is u hiervan afzonderlijk een verslag gestuurd.

De vaststelling verlies vennootschapsbelasting van dit boekjaar wordt hierbij gewijzigd. De nieuwe berekening staat elders op dit formulier.

Mededeling nog verrekenbare verliezen:

Het totaalbedrag van de niet verrekende verliezen bedraagt thans € 6.430.986. Dit is het totaalbedrag van de niet verrekende verliezen waarvoor de verrekeningstermijn nog niet is verstreken in het eerstvolgende jaar waarover u een aanslag of navorderingsaanslag zult ontvangen.

Let op : De verrekening van verliezen is gebonden aan wettelijke termijnen en voorwaarden. Deze mededeling is geen voor bezwaar vatbare beschikking.

[…]

Als het gaat om een uitspraak op een bezwaar

Geschil 48. In geschil is of het beroep tijdig is ingediend, en zo niet of de termijnoverschrijding verschoonbaar is zodat het beroep alsnog ontvankelijk is. Verder is in geschil of de belastbare winst en de verliesbeschikking over het jaar 2015 tot de juiste bedragen zijn vastgesteld. Meer in het bijzonder is in geschil of de door eiseres betaalde beëindigingsvergoeding aftrekbaar is van de belastbare winst zoals eiseres betoogt, dan wel dat deze niet aftrekbaar is zoals verweerder betoogt. Verweerder stelt dat deze fees kapitaaluitgaven zijn en als tegenprestatie voor de aandelen in [bedrijf 5] onderdeel uitmaken van de kostprijs van de aandelen in deze vennootschap op het niveau van eiseres dan wel deze uitgaven door eiseres zijn gedaan in het kader van de aankoop van de aandelen in [bedrijf 5] en moeten worden aangemerkt als onder artikel 13, eerste lid, van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb) niet aftrekbare aankoopkosten. Subsidiair stelt verweerder dat sprake is van afkoop van de hotelmanagement overeenkomsten ten gunste van een (voordeliger) nieuw services contract. In dat geval dienen de kosten te worden toegerekend aan dit nieuwe contract. Op grond van goedkoopmansgebruik moeten de kosten worden geactiveerd en afgeschreven gedurende de periode waarin deze kosten hun nut afwerpen. Omdat het nieuwe contract voor onbepaalde tijd is afgesloten is voor een afschrijving geen ruimte, aldus verweerder.

Beslissing

Rechtsmiddel