Home

Rechtbank Noord-Nederland, 02-12-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:6058, AWB LEE 13-693, 13-694, 13-695 en 13-696

Rechtbank Noord-Nederland, 02-12-2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:6058, AWB LEE 13-693, 13-694, 13-695 en 13-696

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
2 december 2014
Datum publicatie
9 februari 2015
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2014:6058
Formele relaties
Zaaknummer
AWB LEE 13-693, 13-694, 13-695 en 13-696

Inhoudsindicatie

Informatiebeschikkingen inkomsten- en omzetbelasting coffeeshop en exploitatie prostitutiepanden

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB LEE 13/693, 13/694, 13/695 en 13/696

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 2 december 2014 in de zaak tussen

(gemachtigde: [gemachtigde eiser],

en

(gemachtigde: [gemachtigde verweerder]).

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 16 december 2011 een informatiebeschikking genomen met betrekking tot een op te leggen aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) betreffende het jaar 2007.

Verweerder heeft met dagtekening 16 december 2011 een informatiebeschikking genomen met betrekking tot een op te leggen aanslag in de omzetbelasting (OB) betreffende het jaar 2007.

Verweerder heeft met dagtekening 10 augustus 2012 een informatiebeschikking genomen met betrekking tot een op te leggen aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) betreffende het jaar 2008.

Verweerder heeft met dagtekening 10 augustus 2012 een informatiebeschikking genomen met betrekking tot een op te leggen aanslag in de omzetbelasting (OB) betreffende het jaar 2008.

Bij uitspraak op bezwaar van 20 december 2012 heeft verweerder de bezwaren van eiser ongegrond verklaard.

De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland

Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 mei 2014. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand], [bijstand] en [bijstand]. Als getuige en ter bijstand is mevrouw [getuige] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand], [bijstand], [bijstand], [bijstand] en [bijstand].

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1

Eiser is geboren op [datum] 1945 en is getrouwd geweest met mevrouw [echtgenote]. [echtgenote] is op [datum] 2012 overleden.

1.2

Eiser exploiteert een landbouwbedrijf en heeft in de jaren 2007 tot een met 2011 een coffeeshop onder de naam [coffeeshop] (hierna: [coffeeshop]) te [plaats 1] geëxploiteerd.

1.3

Eiser bezit in 2007 en 2008 een aantal onroerende zaken waar raamprostitutie wordt bedreven. Deze prostitutiepanden zijn gelegen in [plaats 1], [plaats 2] en [plaats 3]. Aan eiser zijn als exploitant van de prostitutiepanden door de betreffende gemeenten exploitatievergunningen verleend.

1.4

Eisers prostitutiepanden hebben een verhuurcapaciteit van in totaal 111 kamers.

1.5

De beheerder van de panden noteert op een envelop per dag per kamer of deze bezet en daadwerkelijk betaald is. Door middel van de aanduiding “NB” wordt aangegeven dat een kamer wel verhuurd was maar nog niet betaald is. De contante opbrengsten van de betreffende dag worden verzameld door de beheerder en de beheerder verstrekt aan eiser iedere dag de envelop met contant geld. Aan de hand van de genoteerde bezetting controleert eiser het contant aanwezige bedrag in de envelop. Het totaal van de opbrengsten worden per dag in het kasboek genoteerd.

1.6

De enveloppen van het jaar 2007 zijn niet meer aanwezig. Van het eerste kwartaal van 2008 zijn wel enveloppen aanwezig. Vanaf maart 2007 worden er kwitanties afgegeven aan de prostituees. Vanaf het tweede kwartaal van 2008 worden doorgedrukte en doorgenummerde kwitantieboekjes gebruikt. Over de periode maart 2007 tot en met maart 2008 zijn geen kwitanties bewaard gebleven.

1.7

In juli 2000 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen eiser en [x] van de Belastingdienst/Ondernemingen [plaats 1]. Bij dit gesprek was tevens [Y] ([Y]), invorderingsambtenaar bij de Belastingdienst, aanwezig. Ter zitting hebben eiser en de beheerder van eisers panden (zie 1.5), mevrouw [getuige] ([getuige]), verklaard dat [Y] hun contactpersoon en voor eiser tevens vertrouwenspersoon was voor het innen van belastinggelden van de sekswerkers. Tijdens het gesprek is de ontwikkeling van het nieuwe belastingstelsel ter sprake gekomen met betrekking tot de vastgoedportefeuille van eiser. Een samenvatting van het gesprek is vastgelegd in de brief van 30 augustus 2000 van verweerder. In deze brief staat onder meer het volgende vermeld:“Dit gesprek had voornamelijk een orienterend karakter. De ontwikkeling van het nieuwe belastingstelsel is ter sprake gekomen met name met betrekking tot de onroerende zaken van de heer [eiser].Het grootste deel van de onroerende zaken heeft betrekking hebben op normaal vermogensbeheer. Er vinden nauwelijks mutaties plaats. In 2001 is sprake van positionering in box 3.Voor een aantal onroerende zaken, en dan bedoel ik de panden op de [straatnaam] die te maken hebben met de uitoefening van prostitutie, is sprake van werkzaamheden die het gewone vermogensbeheer te boven gaan. Er wordt dagelijks geld opgehaald, dagelijks wordt de stand van zaken opgenomen. De ontwikkelingen op het gebied van prostitutie worden nauwlettend gevolgd. Er vindt overleg plaats met een coordinatrice. Etc. De opbrengsten en kosten van deze panden zullen in box 1 gaan vallen. De waarde van deze panden zal in overleg per 1-1-2001 getaxeerd dienen te worden.“.

1.8

Op 15 november 2007 heeft er een bedrijfsbezoek door verweerder plaatsgevonden bij de prostitutiepanden. In het rapport van verweerder met datum aanvraag 9 oktober 2008 is onder meer het volgende opgenomen:“4 Kasadministratie4.1 AlgemeenDe kasadministratie wordt op de volgende wijze gevoerd:“De ontvangen bedragen worden per locatie en kamernummer op een envelop vermeldt en dagelijks door dhr. [eiser] ontvangen.4.2 KwitantiesDoor de exploitant worden sinds maart 2007 kwitanties afgegeven aan de sekswerkers.”.

1.9

Naar aanleiding van een gesprek tussen eiser, zijn toenmalige accountant [accountant] van [accountantskantoor] en mr. [Z] van de Belastingdienst op 15 november 2007, heeft [Z] op 16 november 2007 een brief aan eiser gezonden met als onderwerp: ‘Opzeggen eventuele afspraak’. In deze brief staat onder meer het volgende vermeld:“Op 15 november hebben wij op uw kantoor een voorlichtingsbezoek inzake de omzetbelasting bij raamprostitutie gegeven aan u en uw cliënt de heer [eiser], sofi-nummer [nummer]. U vroeg toen ook naar de inkomstenbelasting. U verklaarde dat de heer [eiser] een afspraak had gemaakt met de heer [Y] van het belastingkantoor [plaats 1] over de belastbaarheid van deze panden. Deze afspraak zou inhouden dat de inkomsten belast zouden worden in Box 3. Dit betreft vermoedelijk een mondelinge afspraak, daar er in onze systemen niets van is vastgelegd.Indien deze afspraak bestaat is hij niet in overeenstemming met onze werkwijze. Wij zijn van mening dat verhuur van kamers ten behoeve van raamprostitutie het normale vermogensbeheer ruimschoots te boven gaan en dat de inkomsten hieruit voor de inkomstenbelasting belast zal zijn in Box 1.Indien het bestaan van deze afspraak al kan worden aangetoond, zeg ik hem in ieder geval per 31 december 2007 op.

1.10

Eiser heeft ten behoeve van de administratie van [coffeeshop] een verkooplijst bijgehouden. Op die lijst worden de beginvoorraad softdrugs, de bijvullingen, de voorraad om 17.30 uur, de eindvoorraad en de verkopen softdrugs vermeld. Vanaf 8 juni 2007 wordt er gebruik gemaakt van een kassasysteem, waarin de verkopen zijn vastgelegd. Van de voorraad in de stash werd geen administratie bijgehouden.

1.11

Op 25 juni 2007 heeft verweerder een bedrijfsbezoek afgelegd bij [coffeeshop]. Hiervan is een rapport opgemaakt met dagtekening 4 juli 2007. In het rapport staat onder andere het volgende:1 Reikwijdte van het bezoekDit controlerapport geeft de uitkomsten weer van het afgelegde bezoek en vermeldt de standpunten van de belastingdienst. De opgenomen informatie heeft slechts tot doel de heffing en inning van belasting te ondersteunen. Het rapport is slechts met dit oogmerk geschreven en is niet bedoeld voor andere doeleinden.Het bedrijfsbezoek heeft zich beperkt tot de volgende elementen:- het waarnemen van de actuele bedrijfsactiviteiten;- het vaststellen van de voorraad in de coffeeshop;- het beoordelen van de actuele administratieve vastleggingen;- het beoordelen van de kasadministratie;- het vaststellen van de identiteit en het aantal in de onderneming kennelijk in loondienst werkzame personen;- het beoordelen of aan de werkgeversverplichtingen is voldaan;Met nadruk wordt erop gewezen dat aan dit bezoek geen vertrouwen kan worden ontleend betreffende de aanvaardbaarheid van enige fiscale aangifte.(…)11 AfsprakenMet zijn de volgende afspraken gemaakt: - de kopie-identiteitsbewijzen zullen voortaan aanwezig zijn op het bedrijfsadres.- met ingang van heden zult u een kasboek bijhouden waaruit de dagelijkse inkomsten en uitgaven blijken.12 SlotopmerkingenOnze bevindingen zullen worden vastgelegd. De bevindingen zijn (nog) niet vergeleken met de door u in het verleden gedane belastingaangiften. U kunt aan dit bezoek dan ook niet het vertrouwen ontlenen dat de door u in het verleden ingediende aangiften daarmee zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.Het is zeer wel mogelijk dat de verantwoordelijke belastinginspecteur bij de beoordeling van door u ingezonden aangiftebiljetten, nog op deze waarneming terugkomt. Bijvoorbeeld in de vorm van aanvullende vragen.Wellicht ten overvloede wordt nog opgemerkt dat de administratie zelf niet is beoordeeld. Uiteraard kan dan ook niet geconcludeerd worden dat de Belastingdienst aan die administratie haar goedkeuring verleent..

1.12

De (inkomsten uit de) prostitutiepanden heeft eiser in zijn aangiften IB/PVV 2007 en 2008 (en de voorgaande jaren 2001 tot en met 2005) als box 3 vermogen opgegeven. De inkomsten die eiser genoot uit de exploitatie van [coffeeshop] heeft eiser opgegeven als winst uit onderneming.

1.13

Ter zitting is komen vast te staan dat de aangiften IB/PVV over de jaren 2001 tot en met 2005 zonder inhoudelijke beoordeling administratief zijn afgedaan.

1.14

Op 28 mei 2008, 9 oktober 2008 en 14 november 2008 hebben bedrijfsbezoeken bij [coffeeshop] plaatsgevonden. In de hiervan opgemaakte rapporten met dagtekening 5 juni 2008 en 4 december 2008 is de volgende passage opgenomen:“Met nadruk wordt er op gewezen dat aan dit bezoek geen vertrouwen kan worden ontleend betreffende de aanvaardbaarheid van enige fiscale aangifte.”.

1.15

Met ingang van het jaar 2008 geeft eiser de inkomsten uit raamexploitatie aan in zijn aangifte IB/PVV als winst uit onderneming en per 1 januari 2009 is deze onderneming geruisloos ingebracht in [Beheer] B.V.

1.16

Op 20 juni 2011 is er bij eiser een boekenonderzoek gestart met als doel de aanvaardbaarheid te beoordelen van de aangiften IB/PVV 2007 tot en met 2009, OB 2007 tot en met 2010 en loonheffingen 2007 tot en met 2010. Bij brief van 11 augustus 2011 is door verweerder aan eiser aangegeven dat het boekenonderzoek als doel heeft het vaststellen van de aanvaardbaarheid van de aangiften van 2006 tot en met 2008 van eiser en fiscale partner.

1.17

Op 16 december 2011 heeft verweerder de informatiebeschikkingen IB en OB 2007 genomen. In deze informatiebeschikkingen staat onder meer het volgende vermeld:“Informatiebeschikking Ik stel vast dat er voor de inkomstenbelasting voor het belastingjaar 2007 niet is voldaan aan de informatieplicht ingevolge artikel 47 en 49 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (A.w.r.) en verder dat voor dat middel en jaar ook niet is voldaan aan de administratieplicht zoals genoemd in artikel 52 van de A.w.r. Ik wil hiervoor verwijzen naar de bijlagen 1 en 2.”.en:“Bijlage 1 Informatiebeschikking d.d.16 december 2011

Coffeeshop [coffeeshop]

(…)

Zoals reeds hiervoor genoemd vindt de verantwoording van de voorraad en de omzet plaats op de verkooplijst. Op deze lijst wordt vermeld: beginvoorraad softdrugs (sd), bijvullingen, eindvoorraad om 17.30 uur, eindvoorraad na sluiting en de verkoop sd. Indien deze registratie nauwkeurig uitgevoerd zou worden, zou de omzetverantwoording volledig moeten zijn. Uit de verkooplijsten blijkt echter dat men niet alle sd vanuit de stash als bijvulling boekt, maar ook als beginvoorraad inbrengt.

Door deze wijze van registreren kan geen aansluiting gemaakt worden tussen de totale inkoop softdrugs en de bijvulling vanuit de stash naar de shop. Er wordt dus geen sluitende voorraad administratie gevoerd.”.

en:

“Informatiebeschikking Ik stel vast dat er voor de omzetbelasting voor het belastingjaar 2007 niet is voldaan aan de informatieplicht ingevolge artikel 47 en 49 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (A.w.r.) en verder dat voor dat middel en jaar ook niet is voldaan aan de administratieplicht zoals genoemd in artikel 52 van de A.w.r. Ik wil hiervoor verwijzen naar de bijlage 1.”.en:

“Bijlage 2 Informatiebeschikking d.d. 16 december 2011(…)De conclusie is dat er in geen sluitende (exploitatie-, personeels- en kas) administratie is gevoerd. Verder kom ik tot de vaststelling dat er de gegevens niet zijn bewaard. Het is op geen enkele wijze mogelijk om achteraf de volledigheid van de kosten en omzet vast te stellen laat staan om deze binnen een redelijke termijn te kunnen controleren.

“Bijlage 1 Informatiebeschikking inkomstenbelasting 2008(…)ConclusiesNiet voldoen aan administratieplicht (artikel 52 Awr)(…)Er is vastgesteld dat:- er geen volledige sluitende goederen en geldbeweging wordt bijgehouden;- (nagenoeg) alle inkopen, verkopen en zakelijke betalingen contant worden verricht;- in de onderneming personeelsleden werkzaam zijn die handelingen kunnen en/of mogen uitvoeren met betrekking tot zowel de voorraad (sd) en de kas;- de belastingplichtige zich derhalve niet gedraagt als een geobjectiveerde ondernemer.

“Informatiebeschikking Ik stel vast dat er voor de omzetbelasting voor het belastingjaar 2008 niet is voldaan aan de informatieplicht ingevolge artikel 47 en 49 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en verder dat voor dat middel en jaar ook niet is voldaan aan de administratieplicht zoals genoemd in artikel 52 van de Awr. Ik wil hiervoor verwijzen naar de bijlagen 1 en 2. Ik geef u hiervoor dan ook een informatiebeschikking.(…)”.

“Bijlage 2 Informatiebeschikking omzetbelasting 2008(…)Conclusie(s)

Beslissing

Rechtsmiddel