Home

Rechtbank Noord-Nederland, 06-09-2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:4026, AWB - 15 _ 2832

Rechtbank Noord-Nederland, 06-09-2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:4026, AWB - 15 _ 2832

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
6 september 2016
Datum publicatie
12 september 2016
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2016:4026
Zaaknummer
AWB - 15 _ 2832

Inhoudsindicatie

Tussenuitspraak geheimhoudingskamer. Heffingsambtenaar gemeente Leeuwarden moet adresgegevens en nadere huurgegevens van de vergelijkingsobjecten aan eiseres overleggen.

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 15/2832 en 15/2833

tussenbeslissing van de enkelvoudige belastingkamer (geheimhoudingskamer) van 6 september 2016 in de zaak tussen

(gemachtigde: [vestigingsplaats] ),

en

(gemachtigde:

Procesverloop

Bij besluit van 28 februari 2015 heeft verweerder op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat #] te [B] (de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2013 vastgesteld voor het kalenderjaar 2014 op € 1.925.000.

Voor het kalender jaar 2015 heeft verweerder bij besluit van 28 februari 2015 op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2014 vastgesteld voor het kalenderjaar 2015 op € 1.863.000.

Bij uitspraken op bezwaar van 6 juni 2015 heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend. Daarbij heeft verweerder ten aanzien van een viertal vergelijkingspercelen in geanonimiseerde vorm informatie verstrekt. Onder verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft verweerder meegedeeld dat uitsluitend de rechtbank kennis mag nemen van de integrale en ongeanonimiseerde informatie ten aanzien van die vergelijkingspercelen.

Ten behoeve van de hierna te nemen beslissing, heeft de rechtbank kennisgenomen van het gehele procesdossier, zoals dit aan partijen bekend is gemaakt. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van de door verweerder overgelegde ongeanonimiseerde informatie betreffende vier vergelijkingsobjecten.

Overwegingen

1.1

Ingevolge artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zendt het bestuursorgaan binnen vier weken na de dag van verzending van het beroepschrift de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank en dient het een verweerschrift in.

1.2

Ingevolge artikel 8:29, eerste lid, van de Awb kunnen partijen die verplicht zijn inlichtingen te geven dan wel stukken over te leggen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, het geven van inlichtingen dan wel het overleggen van stukken weigeren of de rechtbank mededelen dat uitsluitend zij kennis zal mogen nemen van de inlichtingen onderscheidenlijk de stukken.

1.3

Zoals de Hoge Raad in zijn arrest van 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BA3823, heeft overwogen heeft als uitgangspunt te gelden dat alle stukken die bij verweerders besluitvorming een rol hebben gespeeld (integraal) aan de wederpartij en aan de rechter dienen te worden overgelegd, voor zover te dien aanzien niet, althans niet met succes, een beroep wordt gedaan op gewichtige redenen die zich tegen zodanige overlegging verzetten.

1.4

Verweerder heeft de WOZ-waarden voor de jaren 2014 en 2015 vastgesteld met toepassing van de huurwaardekapitalisatiemethode. Daarbij heeft verweerder ter bepaling van de huurwaarde gebruik gemaakt van vergelijkingspercelen. Van deze drie vergelijkingsobjecten heeft verweerder alleen de huurprijs aan eiseres bekend gemaakt. Daarnaast heeft verweerder slechts bij benadering de oppervlakte, de datum van ingang van de huur en de locatie aan eiseres bekendgemaakt. Ter zake van de specifieke adresgegevens en nadere huurgegevens van deze drie vergelijkingsobjecten alsmede van een ander vergelijkingsobject, waarvan het de rechtbank niet geheel duidelijk is met welk geanonimiseerd vergelijkingsobject dit overeenkomt, heeft verweerder onder verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb meegedeeld dat uitsluitend de rechtbank hiervan kennis mag nemen. Hierbij heeft verweerder gesteld dat het gaat om privacy- en concurrentiegevoelige informatie. De huurcijfers worden volgens verweerder opgevraagd onder de uitdrukkelijke belofte van geheimhouding en worden vervolgens veelvuldig verkregen onder de strikte voorwaarde van discretie. Verweerder stelt dat, zou hij dit vertrouwen schenden, dan het belang van één enkele partij zwaarder zou wegen dan verweerders belang om de huurcijfers te kunnen verzamelen.

1.5

Gelet op de inhoud van de uitspraak op het bezwaar en het verweerschrift gaat de rechtbank ervan uit dat de – door verweerder voor eiseres geheim gehouden – adresgegevens en nadere huurgegevens van de vier vergelijkingsobjecten een rol hebben gespeeld bij verweerders besluitvorming. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat sprake is van stukken in de zin van artikel 8:42 van de Awb. Dit brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat verweerder verplicht is deze stukken integraal en ongeanonimiseerd over te leggen aan de wederpartij en aan de rechter, tenzij hij met succes een beroep doet op gewichtige redenen die zich tegen zodanige overlegging verzetten.

1.6

Bij de beoordeling van de vraag of verweerder met succes een beroep doet op bedoelde gewichtige redenen, stelt de rechtbank voorop dat eiseres zonder de adresgegevens van de vergelijkingsobjecten niet kan controleren of verweerder de WOZ-waarde op het juiste bedrag heeft vastgesteld. Zonder dat eiseres precies weet om welk vergelijkingsobject het gaat, kan zij immers niet nagaan of op de juiste wijze met eventuele verschillen in objectkenmerken rekening is gehouden. Evenmin kan eiseres bijvoorbeeld controleren onder welke voorwaarden en omstandigheden de huurprijzen van de vergelijkingsobjecten tot stand zijn gekomen (vergelijk de uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch van 19 juni 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1818).

1.7

Naar het oordeel van de rechtbank staat verweerders geheimhoudingsplicht ex artikel 2:5 van de Awb, niet aan bekendmaking van de adresgegevens en nadere huurgegevens van de vergelijkingsobjecten aan eiseres in de weg. Hierbij wijst de rechtbank verweerder erop dat onder de in het eerste lid van artikel 2:5 van de Awb genoemde uitvoering van de taak van een bestuursorgaan mede moet worden begrepen het voeren van bestuursrechtelijke procedures over de juistheid van opgelegde WOZ-beschikkingen. Bekendmaking in dat kader is dus toegestaan, mits die bekendmaking niet verder gaat dan noodzakelijk is voor de uitvoering van deze taak. De rechtbank wijst erop dat van bekendmaking moet worden onderscheiden openbaarmaking, zijnde bekendmaking aan een ieder. De rechtbank wijst verweerder er verder op dat de geheimhoudingsplicht niet geldt indien enig wettelijk voorschrift tot de bekendmaking verplicht. Artikel 8:42 van de Awb is zo’n voorschrift. Naast artikel 8:29 van de Awb heeft de in artikel 2:5 van de Awb opgenomen geheimhoudingsplicht van verweerder dus geen zelfstandige functie (vergelijk Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 9 december 2014, nrs. 13/01292 t/m 13/01298, ECLI:NL:GHARL:2014:9540, en Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, nr. 13/00377, ELCI:NL:GHSHE:2014:1944).

1.8

De rechtbank kan verweerder niet volgen in zijn standpunt dat de bekendmaking van de adresgegevens en nadere huurgegevens van de vergelijkingsobjecten aan eiseres ertoe zal leiden dat verhuurders in het vervolg geen medewerking meer zullen verlenen aan het verstrekken van huurgegevens, waardoor verweerder wordt aangetast in zijn belang om deze gegevens te verzamelen. Hierbij wijst de rechtbank verweerder erop dat de verhuurders op grond van artikel 2 van het op artikel 31 van de Wet WOZ berustende Besluit gegevensverstrekking Wet WOZ zijn gehouden de in die bepaling genoemde huurgegevens aan hem te verstrekken, terwijl op het niet nakomen van deze verplichting een strafrechtelijke sanctie staat (artikelen 33 en 34 van de Wet WOZ).

1.9

Nu verweerder overigens geen gewichtige redenen heeft aangedragen die zich tegen overlegging van de adresgegevens en nadere huurgegevens van de vergelijkingsobjecten verzetten, concludeert de rechtbank dat de door verweerder meegedeelde beperking van de kennisneming van de adresgegevens en nadere huurgegevens van de vergelijkingspercelen niet gerechtvaardigd is.

1.10

De bij 1.9 bedoelde slotsom brengt mee dat verweerder op grond van artikel 8:42 van de Awb verplicht is om de informatie inzake de adresgegevens en nadere huurgegevens van de vergelijkingsobjecten zoals hij deze informatie integraal en ongeanonimiseerd alleen aan de rechtbank heeft overgelegd, ter onbeperkte kennisneming door eiseres, in het geding te brengen.

Beslissing

De rechtbank:

- bepaalt dat de door verweerder meegedeelde beperking van de kennisneming van de adresgegevens en nadere huurgegevens van de vergelijkingsobjecten niet gerechtvaardigd is;

- stelt verweerder in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak schriftelijk mee te delen welke consequenties hij aan de beslissing van de rechtbank verbindt.

Aldus gegeven op 6 september 2016 door mr. G.B.A. Brummer, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Hiemstra, griffier.

w.g. griffier

w.g. rechter

Rechtsmiddel