Home

Rechtbank Noord-Nederland, 30-03-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:1170, AWB - 13 _ 449

Rechtbank Noord-Nederland, 30-03-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:1170, AWB - 13 _ 449

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
30 maart 2017
Datum publicatie
1 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2017:1170
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 13 _ 449

Inhoudsindicatie

De rechtbank passeert het bewijsaanbod van verweerder. Daarnaast vindt omkering en verzwaring van de bewijslast niet plaats nu verweerder eiser niet heeft uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 13/449

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 30 maart 2017 in de zaak tussen

en

(gemachtigden: [gemachtigden] ).

Procesverloop

Verweerder heeft voor het jaar 2007 met dagtekening 25 juni 2010 aan eiser een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 80.519.

Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 3.755 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Bij de uitspraak op bezwaar van 13 december 2012 heeft verweerder het bezwaar van eiser kennelijk ongegrond verklaard en de aanslag en beschikking heffingsrente gehandhaafd.

Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2013 te Leeuwarden. Eiser is daar in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam] . De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om het strafrechtelijk onderzoek dat op dat moment tegen eiser en enkele medeverdachten liep, alsmede het horen van getuigen in dat strafrechtelijk onderzoek af te wachten. .

Eiser is daarna meerdere malen uitgenodigd voor een nadere zitting. De rechtbank heeft echter steeds uitstel verleend in verband met het nog lopende strafrechtelijke onderzoek en daarna, de nog lopende strafzaak voor de Rechtbank Midden-Nederland met parketnummer [parketnummer 1] , en later in hoger beroep voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, bekend onder parketnummer [parketnummer 2] . Op 18 januari 2017 heeft de griffier telefonisch contact gehad met eiser. Eiser heeft aangegeven niet vrijuit te kunnen en willen verklaren in de onderhavige zaak zolang de strafzaak nog tegen hem loopt. Eiser wil voorkomen dat zijn verklaringen in de onderhavige belastingzaak belastend tegen hem worden gebruikt in de strafzaak. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zou op 27 maart 2017 uitspraak doen. Nadat de griffier aan eiser heeft toegezegd dat voor die datum geen uitspraak in de onderhavige belastingzaak zal worden gedaan, en dat het proces-verbaal van de zitting en de uitspraak evenmin zullen worden verstrekt, heeft eiser ingestemd met het verschijnen ter zitting.

Het nadere onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2017. Eiser is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden, bijgestaan door [belastingambtenaar] . Partijen hebben desgevraagd verklaard geen bezwaar te hebben tegen de gewijzigde samenstelling van de rechtbank. Het onderzoek ter zitting is voortgezet in de stand waarin het zich bevond.

Verweerder heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd aan de rechtbank en eiser. Eiser heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van de bij deze pleitnota behorende bijlage. Eiser heeft echter, gelet op zijn hiervoor besproken proceshouding, ter zitting verklaard niet inhoudelijk te willen reageren op de door verweerder overgelegde bijlage.

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1.

Verweerder heeft op 21 april 2010 eisers aangifte IB/PVV 2007 ontvangen. Het daarin aangegeven inkomen was als volgt samengesteld:

Uitkering

€ 24.685

Af: Inkomsten uit eigen woning

-/- € 8.911

Af: Kosten levensonderhoud kinderen < 30 jaar

-/- € 1.596

Af: Ziektekosten BGU

-/- € 2.557

Af: Scholingsuitgaven

-/- € 1.300

Verzamelinkomen

€ 10.321

1.2.

Verweerder heeft met dagtekening 7 juni 2010 een kennisgeving vaststelling inkomen 2007 aan eiser gestuurd. Verweerder geeft hierin aan dat ter behoud van rechten is afgeweken van de aangifte van eiser. In afwijking van de aangifte is aangekondigd dat € 70.000 als winst uit onderneming in aanmerking zal worden genomen, daarnaast wordt er geen aftrek ter zake van ziektekosten en scholingsuitgaven verleend. Het aldus vastgestelde verzamelinkomen bedroeg € 83.076.

1.3.

Eiser heeft met dagtekening 8 juni 2010 bezwaar gemaakt tegen de aanslag IB/PVV 2007. Verweerder heeft het bezwaar op 22 juni 2010 ontvangen.

1.4.

Verweerder heeft met dagtekening 25 juni 2010 de aanslag IB/PVV 2007 aan eiser opgelegd. Daarnaast is bij beschikking heffingsrente tot een bedrag van € 3.755 in rekening gebracht. Het vastgestelde inkomen is als volgt samengesteld:

Uitkering

€ 23.583

Winst uit onderneming

€ 70.000

€ 93.583

Af: Inkomsten uit eigen woning

-/- € 8.911

Af: Kosten levensonderhoud kinderen < 30 jaar

-/- € 1.596

Af: Ziektekosten BGU

-/- € 2.557

Vastgesteld verzamelinkomen

€ 80.519

1.5.

Verweerder heeft op 18 juni 2010 een boekenonderzoek aangekondigd. Op 28 juni 2010 is het boekenonderzoek aangevangen. Onderzocht is onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV over de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009. De bevindingen van het boekenonderzoek zijn vastgelegd in een controlerapport gedateerd 21 december 2012. In het controlerapport is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

“ 2.4 Bedrijfsactiviteiten

Belastingplichtige heeft tijdens het inleidend gesprek op 28 juni 2010 aangegeven niet als ondernemer actief te zijn. Uiteindelijk is gebleken dat belastingplichtige wel degelijk als ondernemer actief is geweest. voor de door hem verrichtte activiteiten. Belastingplichtige heeft zich in het controletijdvak bezig gehouden met de volgende activiteiten:

• administratieve werkzaamheden voor derden;

• het indien van aangiften voor derden;

• het verrichten van loonbetalingen aan/voor derden.

• het bemiddelen bij het afsluiten van hypotheken.

Bovengenoemde activiteiten worden verricht onder verschillende namen zoals [A] , [B] en [C] ( [C] ). Ook wordt er gebruik gemaakt van bankrekeningen met verschillende tenaamstellingen.

Conclusie Op basis van het bovenstaande dient belastingplichtige dan ook als ondernemer voor zowel de inkomstenbelasting als omzetbelasting aangemerkt te worden. Naast winst uit onderneming geniet belastingplichtige ook resultaat uit overige werkzaamheden.

(…)

3.2.2

Jaar 2007

Omzet van derden voor verrichten van administratieve werkzaamheden

12.231

(*1)

Stortingen van derden onbekend

4.326

(*1)

Omzet V.O.F. [D] (omzet [S] april)

7.601

(*2)

Teruggave omzetbelasting [E] ( [aanslagnummer] )

1.900

(*3)

Provisie ontvangen van derden

29.712

Totaal ontvangsten

55.770

(*1) Specificatie van deze bedragen zijn in het controledossier opgenomen.

(*2) Betreft een storting op deze bankrekening met omschrijving V.O.F. [D] (omzet april [S] ). Zover als ik heb kunnen na gegaan wordt dit bedrag niet van deze bankrekening opgenomen of betaald aan V.O.F. [D] . Het bedrag van € 7.601 wordt vooralsnog dan ook als omzet van belastingplichtige aangemerkt.

(*3) Op deze bankrekening wordt tot 3 keer toe een teruggave omzetbelasting van [E] overgemaakt. Tegenover 2 van de 3 teruggaven staan tot dezelfde bedragen opnames. Aangenomen kan worden dat deze opnames betrekking hebben op aan [E] terugbetaalde bedragen. Tegenover het 3e bedrag, een teruggave omzetbelasting van [E] op 30 oktober 2007 staat geen opname.

(…)

3.9.1

Vermogensvergelijking

Op basis van het bovenstaande dienen er een aantal zekere correcties aangebracht te worden. Voor de jaren 2006 tot en met 2009 werd door ondergetekende een vermogensvergelijking gemaakt waar deze zekere correcties al in verwerkt zijn. Deze vermogensvergelijking wordt hierna weer gegeven. Op basis van deze vermogensvergelijking dienen er nog aanvullende correcties aangebracht worden.

1-1-2007

Totaal vermogen 1 januari

€ 667

Totaal ontvangsten

€ 92.776

Theoretisch eindvermogen

€ 93.443

Werkelijk eindvermogen

€ 72.814

Brutoprivé

€ 20.629

Benoemingen

€ 141.860

Saldo privé

-€ 121.231

Totaal correcties (zie 3.9.2) (*1)

€ 74.581

-€ 46.650

Correctie vermogensvergelijking

€ 46.550

€ 0

(*1) Correctie in 2006 exclusief de € 30.000 resultaat uit overige werkzaamheden, zie hoofdstuk 3.9.2.. De afronding van deze transactie vindt pas in 2007 plaats.

(…)

5 Overzicht correcties

(…)

5.1.2

Jaar 2007

Deze navordering had opgelegd moeten worden bovengenoemd inkomen van € 130.493. De navordering van het jaar 2007 is recent opgelegd naar een inkomen van € 119.303.”

1.6.

Verweerder heeft met dagtekening 13 december 2012 uitspraak op bezwaar gedaan. Verweerder heeft het bezwaar afgewezen. In de uitspraak op bezwaar is voor zover van belang het volgende opgenomen:

“Beoordeling van uw bezwaar

Mondelinge toelichting

Beslissing

Rechtsmiddel