Home

Rechtbank Noord-Nederland, 03-12-2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:5109, LEE 20/3805 tot en met 20/3807, 21/1153 tot en met 21/1160

Rechtbank Noord-Nederland, 03-12-2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:5109, LEE 20/3805 tot en met 20/3807, 21/1153 tot en met 21/1160

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
3 december 2021
Datum publicatie
6 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2021:5109
Zaaknummer
LEE 20/3805 tot en met 20/3807, 21/1153 tot en met 21/1160

Inhoudsindicatie

Beroep tegen 3 voldoeningen op aangifte BPM met betrekking tot 11 auto's. In geschil zijn de volgende zaken:

-of eiseres recht heeft op een vermindering van 10% van de belasting bij elk voertuig waarbij ‘nee’ is aangevinkt bij de optie ‘ex-rental’ in de gevallen waar gebruik is gemaakt van de X-ray koerslijst;

- eiseres recht heeft op een (extra) leeftijdskorting;

- er ter zake van één voertuig gebruik kan worden gemaakt van een tussenliggend tarief;

- er bij drie voertuigen het lagere tarief van een voorgaand jaar kan worden toegepast (artikel 16a Wet BPM);

- er ter zake van twee voertuigen recht is op vermindering van de BPM vanwege de overgang van NEDC naar WLTP;

- de hoorplicht is geschonden;

- eiseres recht heeft op een rentevergoeding en op een integrale proceskostenvergoeding;

- en eiseres recht heeft op een vergoeding van het griffierecht met rente vanaf het moment van betaling daarvan.

De rechtbank komt tot de conclusie dat de hoorplicht niet is geschonden omdat verweerder tijdens de COVID-19 pandemie voldoende (alternatieve) mogelijkheden heeft geboden voor een hoorgesprek en de gemachtigde van eiseres daaraan onvoldoende heeft meegewerkt. Daarnaast ziet de rechtbank in de gang van zaken rondom het horen reden om de ISV-termijn te verlengen.

De beroepen zijn wel gegrond vanwege toepassing van artikel 16a Wet BPM bij 2 voertuigen en het tussenliggende tarief bij 1 voertuig.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 20/3805 tot en met 20/3807 en 21/1153 tot en met 21/1160

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 3 december 2021 in de zaken tussen

[eiseres], te [vestigingsplaats], eiseres

(gemachtigde: A.F.M.J. Verhoeven),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Doetinchem, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde verweerder]).

Procesverloop

Eiseres is, per tijdvak afzonderlijk, in bezwaar gekomen tegen de op aangifte voldane belasting ingevolge de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet BPM) voor de tijdvakken april, mei en juni 2019.

Bij separate uitspraken op bezwaar van 1 december 2020 heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen de uitspraken op bezwaar per afzonderlijk tijdvak beroep ingesteld. De rechtbank heeft deze beroepen als volgt geregistreerd:

Zaaknummer

Tijdvak

Kenteken

Merk en type

20/3805

Mei 2019

[kenteken 1]

Audi SQ5

20/3806

Juni 2019

[kenteken 2]

Audi Q7

20/3807

April 2019

[kenteken 3]

Volkswagen Caddy

21/1153

Mei 2019

[kenteken 4]

Audi A3

21/1154

Juni 2019

[kenteken 5]

Volkswagen Golf

21/1155

Juni 2019

[kenteken 6]

BMW E38 760

21/1156

Juni 2019

[kenteken 7]

Audi TT

21/1157

Juni 2019

[kenteken 8]

Jaguar XF

21/1158

April 2019

[kenteken 9]

Audi A3

21/1159

April 2019

[kenteken 10]

Mercedes-Benz B-klasse

21/1160

April 2019

[kenteken 11]

BMW X1

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres en verweerder hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 november 2021 via een beeldverbinding. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [medewerker verweerder 1] en mr. [medewerker verweerder 2]. Ter zitting zijn alle beroepen gezamenlijk behandeld.

Overwegingen

Feiten

1.1. Eiseres heeft op 1 juni 2019 als vergunninghouder maandaangifte (als bedoeld in artikel 8 van de Wet BPM) gedaan voor het tijdvak april 2019 naar een te betalen bedrag van € 8.976. De voldoening van deze aangifte heeft op 4 juni 2019 plaatsgevonden. Eiseres heeft op 5 juni 2019 bezwaar gemaakt tegen de op aangifte voldane belasting.

1.2. Eiseres heeft op 29 juni 2019 als vergunninghouder maandaangifte gedaan voor het tijdvak mei 2019 naar een te betalen bedrag van € 6.559. De voldoening van deze aangifte heeft op 1 juli 2019 plaatsgevonden. Eiseres heeft op 4 juli 2019 bezwaar gemaakt tegen de op aangifte voldane belasting.

1.3. Eiseres heeft op 27 juli 2019 als vergunninghouder maandaangifte gedaan voor het tijdvak juni 2019 naar een te betalen bedrag van € 14.980. De voldoening van deze aangifte heeft op 6 augustus 2019 plaatsgevonden. Eiseres heeft op 5 augustus 2019 bezwaar gemaakt tegen de op aangifte voldane belasting.

1.4. Op 13 augustus 2020 heeft verweerder eiseres uitgenodigd voor een hoorgesprek op 25 augustus 2020 in Doetinchem. Bij de brief heeft verweerder een lijst gevoegd van te bespreken bezwaarschriften van de gemachtigde van eiseres, waaronder ook de onderhavige zaken. In de brief is ook 24 augustus 2020 als datum van het hoorgesprek genoemd. Bij brieven van 18 augustus 2020 heeft verweerder de datum van 25 augustus 2020 nogmaals gecommuniceerd.

1.5. De gemachtigde van eiseres heeft per e-mail van 18 augustus 2020 op de onder 1.4. genoemde brieven gereageerd. In die e-mail is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

Wij hebben de planning gemaakt voor augustus en september 2020, dat ligt vast, de dagelijkse gang van zaken moet hier ook doorgaan, het kan niet zo zijn dat er vanaf geweken wordt voor uw welbevinden of uw goeddunken, de planning zit helemaal vol.

(…)

De door u voorgestelde data kunnen uiteraard geen opgang vinden, dat is logisch en een voortvloeisel van uw niet aflatende drang elke zaak afzonderlijk in rechte te voeren. Dat heeft er echt niks mee te maken dat belanghebbende teneinde zijn rechten te verzekeren structureel bezwaar moet instellen en dat massaal doet.

1.6. Verweerder heeft eiseres per brief van 10 september 2020 opnieuw uitgenodigd voort een hoorgesprek, op 28 september 2020. In die brief is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

Op 25 augustus 2020 bent u eerder uitgenodigd voor de in de bijlage genoemde bezwaren. U hebt van deze uitnodiging om u moverende redenen geen gebruik gemaakt.

Hierbij stel ik u op 28 september 2020, om 10.00 in gelegenheid om gehoord te worden. Bij het vaststellen van deze datum heb ik rekening gehouden met de mij bekende zittingsdagen MRB en BPM bij rechtbanken en hoven en de mij bekende hoorzittingen.

1.7. Op 17 september 2020 heeft de gemachtigde van eiseres verweerder een e-mail gestuurd, waarin onder het kopje “Hoorgesprekken” het volgende is opgenomen:

U plant hoorgesprekken voor oktober, november en december 2020. U plant zojuist ontvangen weer een hoorgesprek voor 28 september 2020.

De betrokkenen hebben vakanties gepland in de betreffende tijdvakken.

Verder is er door de Belgische overheid (Verhoeven, [medewerker gemachtigde 1], [medewerker gemachtigde 2] zijn allen onderdanen van lidstaat België) code oranje afgekondigd voor grote delen van Nederland, waaronder ook de provincie Gelderland.

Eerder schreef u ons dat u van uw meerderen uitsluitend en alleen hoorgesprekken mag organiseren in Doetinchem.

Bij [B.V. gemachtigde] worden de betrokkenen strikt gescheiden van elkaar met variabele werktijden en gescheiden werkplekken en worden geen afspraken gemaakt voor derden ontvangst.

Wij hebben u bericht over de onmogelijkheden van verplaatsing. Het coronavirus neemt momenteel grote vormen aan, meer dan 1.000 besmettingen per dag, mogelijk een verdubbeling binnen 14 dagen met catastrofale gevolgen.

Om die reden kunnen wij, tot definitieve opheffing van code oranje, niet bij u op kantoor verschijnen.

Teneinde u toch tegemoet te komen, willen wij 20-25 voertuigen per week afwikkelen met u, via digitale verzending, onder zeer strikte voorwaarden. Ik merk op dat nu u - geheel onterecht overigens - van mening bent dat de bewijslast bij ons ligt - de verwerking van 20-25 stuks een enorme klus is.

Wij willen u behulpzaam zijn onder de volgende, strikte voorwaarden;

1. u heft onmiddellijk de blokkade op van het e-mailadres van [B.V. gemachtigde], [medewerker gemachtigde 1] @gmail.com en bericht daarover per omgaande. U stelt geen nader voorwaarden of anderszins.

2. u stuurt elke week, uiterlijk op maandag 10.00 uur maximaal 20-25 voertuigen, volledig voorzien van kentekengegevens en alle op het geding betrekking hebbend stukken.

3. Zodra u meer dan 25 voertuigen per week verstuurd, wordt de werkwijze per direct opgeheven en opgeheven gehouden en worden alle meer dan 25 verzonden stuks onbehandeld gelaten en als niet verzonden beschouwd.

Wij sturen u de op- en aanmerkingen, zodat daadwerkelijk horen niet langer nodig is, u hoeft slechts de op- en aanmerkingen te verwerken in de uitspraak op bezwaar.

Wij merken op dat wanneer de gestelde voorwaarden ook maar enigszins geschonden worden, de loyaliteit met betrekking tot de behulpzaamheid in deze bijzondere tijden ook per direct en radicaal beëindigd wordt en overgegaan wordt op fysiek horen en inzagerecht ex. artikel 7:2 Awb.

Wij vernemen graag van u.

De hoorgesprekken van 21 september 2020 en 28 september 2020, zoals door u voorgesteld, komen sowieso te vervallen. De rest ook neem ik aan, tenminste tot er versoepeling van maatregelen wordt aangekondigd door de Belgische overheid.

Vanaf a.s. vrijdag geldt code rood voor diverse delen van Nederland, het is niet uitgesloten dat er een 2e volledige lockdown in het verschiet ligt.

1.8. Per brief met dagtekening 30 september 2020 heeft verweerder op de e-mail van de gemachtigde van eiseres gereageerd. Daarin is – voor zover van belang - het volgende opgenomen:

“[B.V. gemachtigde 2] en [B.V. gemachtigde]. zijn Nederlandse ondernemingen. Via deze ondernemingen bent u gemachtigd. De adviezen van de Belgische overheid zijn adviezen en betreffen niet-noodzakelijke reizen. Zakelijke reizen — zeker indien korter dan 48 uur — vallen daar niet onder. Ik stel vast dat u persoonlijk de keuze maakt de adviezen ruimer te interpreteren dan noodzakelijk. Kennelijk veroorzaakt dat een probleem voor de bedrijfsvoering van [B.V. gemachtigde 2] en [B.V. gemachtigde].

Vanaf medio maart heb ik voorstellen gedaan om te komen tot het houden van hoorgesprekken. Eerst — op uw verzoek — fysiek. Daarna telefonisch omdat u bij nader inzien niet naar Doetinchem wilde reizen. Toen weer fysiek omdat telefonisch horen u niet beviel. En nu wil u ook niet meer fysieke hoorgesprekken. Ik heb u een aantal keren voorgesteld de inzage via gescande dossiers te laten verlopen. Tot voor kort wees u dit categorisch af. Thans wilt u wel daarin meegaan maar — vanwege de hoeveelheid werk – slechts met een zeer gering aantal dossiers per week. Daarenboven stelt u nog andere voorwaarden.

Het feit dat u deelname aan (fysieke) hoorgesprekken met inzage vooraf afwijst, dat u inzage in gescand verzonden dossiers in de aantallen die ik voorstel én deelname aan een daaropvolgend (telefonisch of fysiek) hoorgesprek ook afwijst is een keuze die u maakt. Nu de reden daarvoor gelegen is in de met inzage en horen gemoeide inzet is ook dit een probleem voor de bedrijfsvoering van [B.V. gemachtigde 2] en [B.V. gemachtigde]. Ik acht de door u aangevoerde redenen niet relevant.”

1.9. Per brief van 1 oktober 2020 heeft verweerder de gemachtigde van eiseres uitgenodigd voor een hoorgesprek op 20 oktober 2020.

1.10. De gemachtigde van eiseres heeft per e-mail op de brief van verweerder van 30 september 2020 gereageerd. Daarin is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

[B.V. gemachtigde] is de werkmaatschappij van [X Bvba],, een holding naar Belgisch recht, die de directie voert over [B.V. gemachtigde],. Ik ben slechts werknemer van [B.V. gemachtigde],, evenals [medewerker gemachtigde 1]. [X Bvba] is de directeur en maakt de dienst uit bij [B.V. gemachtigde], waarvan ik geen meerderheid aandeelhouder ben, voor uw informatie!

U gaat dus weer uit van de verkeerde feiten en omstandigheden, kenmerkend voor u, u draait en keert en probeert alles in uw voordeel of standpunt uit te leggen. U heeft uw evenknie inmiddels gevonden in de persoon van [medewerker verweerder1] en [medewerker verweerder 3].. Lekker samen huilen...

U mag zich niet verplaatsen naar Doetinchem, zegt uw premier, Mark Rutte, de basis is thuiswerken;

(…)

'U moet toch komen, want de bedrijven waarvoor U werkzaam bent, zijn Nederlandse bedrijven!!’ Het kan echt niet waar zijn wat u stelt!! Als u gelijk zou hebben, moeten de bedrijven [B.V. gemachtigde 2] en [B.V. gemachtigde] zich conformeren aan de regels van Mark Rutte en moeten wij thuiswerken!! Het is 2 keer uitgesloten dat ik naar Doetinchem kan en mag komen!

Ik stel inderdaad voorwaarden, omdat u met de vorige sessie aangetoond heeft volstrekt onbetrouwbaar te zijn en de afspraken te pas en te onpas schendt! Alleen met strakke afspraken is het misschien mogelijk met u dergelijke exercities te ondernemen... Maar dan nog houd ik mijn hart vast, u bent echt volkomen onbetrouwbaar gebleken, uw dienst idem! Daar zit het probleem [gemachtigde verweerder], u ontpopt zichzelf tot een enorme boef, u laat zien wie u 'naast de nette [provincie] huisvader [gemachtigde verweerder] werkelijk bent!!

(…)

Ik doe u een uiterst genereus voorstel, ik weet heel zeker dat u ‘met jurisprudentie van de Hoge Raad der Nederlanden’ waarop u zich beroept, bot gaat vangen in de rechtspraak en de zaken terugverwezen worden, al dan niet met vernietiging. U smijt met miljoenen euro’s overheidsgeld, u zei zelf al in februari 2020 dat het meer dan 20 miljoen euro was wat de overheid kwijt was aan beheerskosten...

U wilt disproportionele aantallen verwerken, zodat u de opgelopen achterstanden door weken of maanden of langer inactiviteit, ‘ingelopen’ worden. Dat is niet ons probleem.

(…)

Stuurt u er nu eens 25 per week, ik zeg u toe na een paar weken de zaak te evalueren en wanneer het makkelijk verloopt, wil ik met u de dialoog aangaan te kijken of de aantallen verhoogt kunnen worden.

1.11. Per brief van 23 oktober 2020 heeft verweerder – voor zover hier van belang – als volgt op de brief van eiseres (zie 1.10.) gereageerd:

U heeft de afgelopen weken gereageerd op een aantal uitnodigingen voor fysieke hoorgesprekken in Doetinchem. In alle gevallen wijst u de uitnodiging af vanwege de verscherpte corona-maatregelen in België en in Nederland. Wat daar ook van zij, u bent niet bereid deel te nemen aan een fysiek hoorgesprek in Doetinchem.

Het houden van fysieke hoorgesprekken volgde logischerwijs omdat u weigerde mee te werken aan het houden van telefonische hoorgesprekken, althans u stelde voorwaarden (gebruik e-mailadres en aantal dossiers) die voor mij niet acceptabel waren. Ik wijs u op uw e-mail van 17 september 2020. Het stuit met name op het aantal dossiers. U bent bereidt slechts 20-25 dossiers per week in te zien.

Dat aantal was, is en blijft voor mij niet-acceptabel. Ik wijs u daarbij op het feit dat u gemiddeld 25-50 bezwaarschriften per week indient. Vanaf begin augustus heeft u 511 bezwaarschriften ingediend; ruim 50 per week . Willen we dat bijhouden en ook nog inlopen op de voorraad die er ligt is een aantal van 100-150 per week een minimum. Het feit dat uw organisatie – [B.V. gemachtigde 2] en [B.V. gemachtigde] - zelfs het verwerken van het door u gemiddeld per week ingediende aantal bezwaarschriften niet aan kan is een probleem voor de bedrijfsvoering van beide ondernemingen. Ik acht deze afwijzingsreden niet relevant.

Nu fysieke hoorgesprekken niet mogelijk zijn ga ik u - verwijzend naar mijn voorstel van 22 september 2020 - u op korte termijn digitaal gescande dossiers aanbieden in een aantal van 100-150 per week. Daarbij zal ik zoveel mogelijk rekening houden met het feit of het voldoeningsdossiers of naheffingsdossiers betreft. Verzending geschiedt veilig via 'filetransfer'. Uw reacties komen - binnen een week - ook per 'filetransfer' terug.

Om die reden zal ik het e-mailadres van uw medewerkster, mw. [medewerker gemachtigde 1], deblokkeren. Ik vraag u dat e-mailadres alleen te gebruiken voor zakelijke mededelingen betreffende de inzage. Of er na retournering nog een gesprek nodig is laat ik aan u. Ik zal in ieder geval een week na verzending contact met u opnemen. Ik wijs in dit verband op uw e-mail van 17 september 2020 waar u aangeeft dat met inzage van digitaal verzonden dossiers 'daadwerkelijk horen niet langer nodig is'. Mocht u de toegezonden scans niet accepteren dan is er wellicht sprake van het afzien van het recht gehoord te worden.

1.12. Per brief met dagtekening 17 november 2020 heeft verweerder de gemachtigde van eiseres uitgenodigd voor een hoorgesprek op 30 november 2020. In de brief wordt de gemachtigde van eiseres de mogelijkheid geboden om fysiek, telefonisch of via videoverbinding gehoord te worden. Ook wordt de gemachtigde van eiseres de mogelijkheid geboden om de dossiers elektronisch te ontvangen.

1.13. De gemachtigde van eiseres heeft per e-mail van 20 november 2020 gereageerd op de brief van verweerder van 17 november 2020 (zie 1.12). In die reactie is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

U refereert naar een voorstel wat wij u gedaan hebben, in het begin van het jaar, namelijk al gevolg van de corona crisis, starten met digitale toezending van 25 bezwaarschriften per week, uiterlijk op maandag om 10.00 uur en horen aan het eind van de week of de maandag volgende op de week van toezending.

U heeft daar geen gehoor aan gegeven. Wel stuurt u grote aantallen, waarmee u tracht te stellen dat u inzagerecht heeft verleend en de mogelijkheid van horen heeft verleend!!

U stelt dat er grote aantallen gehoord moeten worden, omdat u achterstanden heeft opgelopen en ik namens belanghebbenden 50 bezwaren per week instruur.

De achterstanden.

U doet op aanmerkelijke schaal uitspraak op bezwaar en verklaard (nagenoeg) alles ongegrond, ook als het kennelijk gegrond is .U stelt alle fundamentele rechten terzijde om mijn klanten te kunnen bestelen en belazeren en op te lichten!!

(…)

U wil apert niet daadwerkelijk horen en alle argumenten worden toch verworpen. U geeft nadrukkelijk de indruk 'het er om te doen', er zijn genoeg aanwijzingen in ieder geval dat u ruimschoots voldoet aan de door mr. dr. Sikkema geformuleerde criteria om overeenkomstig artikel 366 Sr vervolgd te kunnen worden (maximaal 6 jaar gevangenisstraf (en civielrechtelijke vorderingen)).

(…)

De achterstanden.

U doet op aanmerkelijke schaal uitspraak op bezwaar en verklaard (nagenoeg) alles ongegrond, ook als het kennelijk gegrond is .U stelt alle fundamentele rechten terzijde om mijn klanten te kunnen bestelen en belazeren en op te lichten!!

(…)

U wil apert niet daadwerkelijk horen en alle argumenten worden toch verworpen. U geeft nadrukkelijk de indruk 'het er om te doen', er zijn genoeg aanwijzingen in ieder geval dat u ruimschoots voldoet aan de door mr. dr. Sikkema geformuleerde criteria om overeenkomstig artikel 366 Sr vervolgd te kunnen worden (maximaal 6 jaar gevangenisstraf (en civielrechtelijke vorderingen)).

(…)