Rechtbank Noord-Nederland, 08-02-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:311, LEE 23/2273
Rechtbank Noord-Nederland, 08-02-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:311, LEE 23/2273
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 8 februari 2024
- Datum publicatie
- 3 juni 2024
- Zaaknummer
- LEE 23/2273
- Relevante informatie
- Art. 4:84 Awb, Art. 6:7 Awb, Art. 6:11 Awb, Art. 14 EVRM
Inhoudsindicatie
Overdrachtsbelasting, ontvankelijkheid bezwaar. De rechtbank mag het contra legem besluit van de Staatssecretaris van Financiën (waarin wordt aangeknoopt bij de bezwaartermijn van zes weken) waarop eiseres zich beroept niet toetsen aan het evenredigheidsbeginsel of aan artikel 4:84 van de Awb. Verder is de rechtbank van oordeel dat het contra legem besluit geen schending van fundamentele rechten oplevert, in het bijzonder geen schending van het discriminatieverbod.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 23/2273
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 8 februari 2024 in de zaak tussen
[Y] , uit [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: [gemachtigde eiseres] ),
en
De inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, de inspecteur
(gemachtigde: [gemachtigde inspecteur] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 22 april 2023.
Eiseres heeft op 14 juli 2021 € 19.200 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan.
De inspecteur heeft het bezwaar van eiseres tegen de voldoening niet-ontvankelijk verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 7 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres, bijgestaan door [persoon 1] en [persoon 2] en de gemachtigde van de inspecteur, bijgestaan door [persoon 3] . Partijen hebben ter zitting een pleitnota overgelegd.