Rechtbank Oost-Nederland, 03-01-2013, ECLI:NL:RBONE:2013:4, AWB-11_2140
Rechtbank Oost-Nederland, 03-01-2013, ECLI:NL:RBONE:2013:4, AWB-11_2140
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Oost-Nederland
- Datum uitspraak
- 3 januari 2013
- Datum publicatie
- 4 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBONE:2013:4
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2013:9200, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB-11_2140
Inhoudsindicatie
Op verzoek gepubliceerd, geen samenvatting.
Uitspraak
Team belastingrecht, Zittingsplaats Arnhem
registratienummers: AWB 11/2140, 11/2141, 11/2142 en 11/2144
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 3 januari 2013
inzake
[X] , wonende te [Z], eiser,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/Rivierenland, kantoor Gorinchem, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft ten name van eiser de volgende navorderingsaanslagen en beschikkingen, met dagtekening 12 februari 2010, vastgesteld:
- -
-
voor het jaar 2004 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000].H.47) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 76.618. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 11.097 opgelegd en een bedrag van € 6.326 aan heffingsrente in rekening gebracht;
- -
-
voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000].H.57) IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van €80.452. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 11.788 opgelegd en een bedrag van € 5.246 aan heffingsrente in rekening gebracht;
voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000].H.67) IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van €58.195. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 7.650 opgelegd en een bedrag van € 3.058 aan heffingsrente in rekening gebracht;
voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000].H.77) IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van €74.672. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 11.362 opgelegd en een bedrag van € 3.267 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 30 maart 2011 de navorderingsaanslagen, de boetebeschikkingen en de beschikkingen heffingsrente verminderd.
De cijfermatige uitwerking van de uitspraak op bezwaar heeft plaatsgevonden door middel van zogenaamde verminderingsbeschikkingen. Deze verminderingsbeschikkingen zijn gedagtekend op 29 april 2011 (2004 en 2005) en 2 mei 2011 (2006 en 2007).
Eiser heeft bij brieven van 1 juni 2011, ontvangen door de rechtbank op 6 juni 2011, beroep ingesteld tegen de verminderingsbeschikkingen. Deze beroepen zijn bij de rechtbank geregistreerd onder de nummers 11/2140, 11/2141 en 11/2142 en 11/2144.
Verweerder heeft op 22 juli 2011 de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 november 2012 te Arnhem.
Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn echtgenote [Y] en zijn gemachtigde drs. [gemachtigde] FB. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] en [A].
2 Feiten
Eiser exploiteert samen met zijn echtgenote, mevrouw [Y], in de vorm van een vennootschap onder firma een Vietnamees specialiteitenrestaurant te [Z] onder de naam V.O.F. [B] (hierna: de VOF). Eiser en zijn echtgenote zijn ieder gerechtigd tot 50% van de winsten van de VOF.
Op 18 mei 2009 heeft verweerder een boekenonderzoek ingesteld bij de VOF. Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV van de vennoten voor de jaren 2004 tot en met 2007 alsmede de juistheid van de aangiften omzetbelasting van de VOF voor het tijdvak 1 januari 2004 tot en met 31 december 2007. Tijdens de controle is het onderzoek voor de omzetbelasting uitgebreid met het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2009.
De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in een controlerapport, met dagtekening 25 januari 2010, en in een controlememorandum van 19 oktober 2009.
Tijdens het boekenonderzoek heeft verweerder kopieën gemaakt van de harde schijven van de twee computers die bij de VOF als kassa worden gebruikt en de aangetroffen gegevens geanalyseerd. De analyse van de harde schijven staat beschreven in het controlememorandum. Daaruit blijkt dat verweerder, in verband met de beperkte opslagcapaciteit van de harde schijven en de als gevolg daarvan opgetreden overschrijvingen van data, per jaar slechts enkele delen van de maandrapportages heeft aangetroffen op de harde schijven. Bij de analyse van de aangetroffen omzetgegevens zoals vermeld in de maandrapportages op de harde schijven heeft verweerder geconstateerd dat deze vrijwel altijd afweken van de verantwoorde dagomzetten op de dagafslagen van de computerkassa’s. De verschillen tussen de verantwoorde dagomzetten en de omzetten volgens de op de computer aangetroffen maandstaten heeft verweerder per jaar uitgewerkt in Excelbladen. In deze Excelbladen komen de volgende omzetverschillen naar voren:
Jaar |
Aantal dagen waarvoor maandrapportages zijn aangetroffen |
Totaal omzetverschil |
Gemiddeld omzetverschil per dag (totaal/aantal dagen) |
2004 |
13 |
€ 7.114,25 |
€ 547,25 |
2005 |
16 |
€ 9.000,35 |
€ 562,52 |
2006 |
8 |
€ 3.240,20 |
€ 405,02 |
2007 |
15 |
€ 9.171,55 |
€ 611,43 |
2008 |
12 |
€ 6.670,15 |
€ 555,84 |
2009 (t/m juni) |
12 |
€ 4.357,20 |
€ 363,10 |
Volgens het controlerapport vertoont de administratie van de VOF de volgende gebreken:
“(…)
Gebreken in de administratie
Samengevat zijn de volgende gebreken vastgesteld:
- Kasadministratie:
Mevrouw [Y] heeft tijdens het inleidend gesprek verklaard dat het aanwezige kassaldo aan het eind van de dag wordt gebruikt voor privé-doeleinden (zij bedoelde hiermee aan te geven dat zij leven van het kasgeld). Tijdens het onderzoek bleek echter dat er meestal slechts éénmaal per maand een kasopname werd geboekt. Daarnaast is tijdens het onderzoek vastgesteld dat de omzet werd afgeroomd en dat de heer [X] meerdere malen per maand geld uit de kassa heeft gehaald om deel te nemen aan kansspelen. De volledige ontvangsten dienen per dag vermeld te worden in een kasboek waarin tevens per dag de contant betaalde uitgaven worden vermeld. Tevens dienen hierin zowel de bankstortingen als het geld dat voor privé wordt gebruikt(als privéopnamen)te worden vermeld. Deze mutaties dienen in het kasboek vermeldt te worden op de
dag dat zij plaatsvinden;
- Back-ups van de computerbestanden van de kasadministratie zijn niet bewaard over de perioden:
- 24 oktober 2005 tot en met 1 november 2005;
- 28 februari 2007;
- juni 2007 tot en met april 2009;
Op 3 oktober 2005 is een onvolledige back-up gemaakt;
- -
-
Detailgegevens met betrekking tot de verkopen zijn niet bewaard gebleven. Bij het afsluiten van een dag wordt er een rapport opgemaakt waarbij een verdichting plaatsvindt op het niveau van de groepen afhaal, dranken laag, dranken hoog en restaurant. Deze verdichtingen zijn niet toegestaan. Ook wordt opgemerkt dat de verdichte gegevens op artikelniveau bij de afhaal- en restaurantgerechten zijn vastgelegd in het Chinees. Daarvan is geen goede vertaling beschikbaar;
- -
-
Door belastingplichtigen is aangegeven dat er inkopen hebben plaatsgevonden die niet in de administratie zijn verwerkt;
- -
-
Voor zover er correctieboekingen zijn gemaakt, zijn ook deze niet bewaard gebleven;
- -
-
Tijdens de eindgesprekken wordt door de heer [X] toegegeven dat er door hem herhaaldelijk
geld uit de kassa is gehaald om deel te kunnen nemen aan kansspelen. Mevrouw [Y] geeft aan dat dit door haar in de kassa is hersteld door de kasontvangsten te verlagen.
Controle van de administratie is door deze gebreken niet mogelijk.
(…)”.
Gelet op de geconstateerde gebreken in de administratie heeft verweerder in het controlerapport het standpunt ingenomen dat eiseres niet aan de verplichtingen van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) heeft voldaan en niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Verweerder heeft de administratie verworpen en zich op het standpunt gesteld dat de sanctie van omkering van de bewijslast van toepassing is.
Vervolgens heeft verweerder een theoretische winstberekening gemaakt. Hierbij zijn de bij de controle van de harde schijven aangetroffen omzetverschillen als uitgangspunt genomen. Het gemiddelde omzetverschil per dag is daarbij vermenigvuldigd met 350 (zijnde het aantal dagen dat het restaurant is geopend) om tot een jaarbedrag te komen. De aldus door verweerder berekende omzetcorrecties zijn als volgt:
Jaar |
Omzetcorrectie (incl. omzetbelasting) |
Omzetcorrectie VOF (excl. omzetbelasting) |
2004 |
€ 191.537 (€ 547,25 x 350) |
€ 179.000 |
2005 |
€ 196.882 (€ 562,52 x 350) |
€ 184.000 |
2006 |
€ 141.757 (€ 405,02 x 350) |
€ 132.000 |
2007 |
€ 214.000 (€ 611,43 x 350) |
€ 200.000 |
2008 |
€ 194.544 (€ 555,84 x 350) |
€ 182.000 |
Daarnaast heeft verweerder rekening gehouden met de volgende bedragen aan meer inkopen:
Jaar |
Meer inkopen |
2004 |
€ 62.000 |
2005 |
€ 62.000 |
2006 |
€ 47.000 |
2007 |
€ 70.000 |
2008 |
€ 58.000 |
Bij brief van 16 november 2009 heeft de voormalig adviseur van eiseres, de heer [C], een schikkingsvoorstel gedaan aan verweerder. Dit voorstel is door verweerder verworpen. In deze brief staat onder meer het volgende vermeld:
“(…) De reden voor dit betalingsregelingverzoek is namelijk als volgt. Cliënten erkennen dat zij in het verleden de administratieplicht niet geheel in acht hebben genomen, en betuigen nogmaals middels deze brief hun spijt (…)”.
Voor eiser zijn de volgende inkomenscorrecties uit het boekenonderzoek voortgevloeid:
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
|
Aangegeven belastbaar inkomen box 1 |
€ 16.267 |
€ 17.095 |
€ 13.169 |
€ 13.559 |
Bij: omzetcorrectie (50%) |
€ 89.500 |
€ 92.000 |
€ 66.000 |
€ 100.000 |
Af: Meer inkopen (50%) |
€ 31.000 - |
€ 31.000 - |
€ 23.500 - |
€ 35.000 - |
Bij: Minder zelfstandigenaftrek |
€ 1.851 |
€ 2.357 |
€ 2.497 |
€ 2.537 |
Af: Meer mkb-vrijstelling |
€ 6.798 - |
|||
Bij: Minder buitengewone uitgaven |
€ 29 |
€ 374 |
||
Gecorrigeerd belastbaar inkomen box 1 |
€ 76.618 |
€ 80.452 |
€ 58.195 |
€ 74.672 |
In verband met de aangebrachte inkomenscorrecties zijn met dagtekening 12 februari 2010 de onderhavige navorderingsaanslagen aan eiser opgelegd. Tegelijkertijd met het opleggen van de navorderingsaanslagen zijn aan eiser vergrijpboeten opgelegd omdat het volgens verweerder aan de opzet van eiser is te wijten dat de primitieve aanslagen te laag zijn vastgesteld. De vergrijpboeten zijn door verweerder vastgesteld op 40% van de nagevorderde IB/PVV. Daarnaast is heffingsrente aan eiser in rekening gebracht.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde navorderingsaanslagen en beschikkingen.
In een brief van 25 november 2010 van adviseur [D] aan verweerder staat onder meer het volgende vermeld:
“(…)
De familie [X] heeft aangegeven dat zij het aan het einde van de dag aanwezige kasgeld heeft gebruikt voor privé-doeleinden. In plaats van dit te verantwoorden als privé opnamen heeft mevrouw [Y] dit in mindering gebracht op de kasontvangsten. Zij was dus niet bekend met de boekhoudkundige procedure in deze.’
(…)”
Op 14 maart 2011 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Namens eiser was daar de huidige gemachtigde aanwezig. Van het hoorgesprek is een hoorverslag opgemaakt, dat op 15 maart 2011 naar de huidige gemachtigde is gestuurd.
Bij brief van 30 maart 2011 heeft verweerder uitspraak op de bezwaren gedaan. In deze brief heeft verweerder de omzetcorrectie nader vastgesteld op € 350 per dag, oftewel € 122.500 (inclusief omzetbelasting) per jaar (€ 350 x 350). Het bedrag van de (meer) inkopen is door verweerder vastgesteld op € 42.875 per jaar (35% van de omzetcorrectie). De winstcorrectie is door verweerder aldus berekend op € 72.176 per jaar. Hiervan is € 36.088 (50%) toegerekend aan eiser. De boeten zijn verminderd tot 40% van de nader verschuldigde IB/PVV.
Het belastbaar inkomen uit werk en woning van eiser is bij uitspraak op bezwaar als volgt vastgesteld:
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
|
Aangegeven belastbaar inkomen box 1 |
€ 16.267 |
€ 17.095 |
€ 13.169 |
€ 13.559 |
Bij: Meer winst (50%) |
€ 36.088 |
€ 36.088 |
€ 36.088 |
€ 36.088 |
Bij: Minder zelfstandigenaftrek |
€ 1.851 |
€ 2.357 |
€ 1.904 |
€ 2.080 |
Af: Meer mkb-vrijstelling |
€ 3.817 - |
|||
Bij: Minder buitengewone uitgaven |
€ 29 |
€ 374 |
||
Gecorrigeerd belastbaar bij inkomen box 1 bij UOB |
€ 54.206 |
€ 55.540 |
€ 51.190 |
€ 48.284 |
3 Geschil
In geschil is het antwoord op de volgende vragen:
-
Zijn de navorderingsaanslagen IB/PVV tot de juiste bedragen opgelegd?
-
Zijn de vergrijpboeten terecht en tot de juiste bedragen opgelegd?
-
Zijn de beschikkingen heffingsrente tot de juiste bedragen vastgesteld?
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.