Home

Rechtbank 's-Gravenhage, 18-09-2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:29540, AWB-10_4282

Rechtbank 's-Gravenhage, 18-09-2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:29540, AWB-10_4282

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Datum uitspraak
18 september 2012
Datum publicatie
1 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2012:29540
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-10_4282

Inhoudsindicatie

bodemprocedure

Uitspraak

Sector bestuursrecht

zaaknummers: AWB 10/4281, AWB 10/4282 en AWB 10/4283

(gemachtigde: mr. A.W.P.M. Demmers),

en

10/4282

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 22 oktober 2008 twee navorderingsaanslagen (hierna tezamen: de navorderingsaanslagen) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), opgelegd, één voor 2004, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.268 (aanslagnummer [aanslagnummer 1] , hierna: de navorderingsaanslag 2004) en één voor 2005, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.261 (aanslagnummer [aanslagnummer 2] , hierna: de navorderingsaanslag 2005). Daarbij heeft verweerder vergrijpboetes opgelegd van € 8.524 (hierna: de boetebeschikking IB/PVV 2004) en € 3.344 ( hierna: de boetebeschikking IB/PVV 2005) en respectievelijk € 3.297 (2004) en € 1.023 (2005) heffingsrente in rekening gebracht (hierna: de beschikkingen heffingsrente IB/PVV).

Met dagtekening 29 oktober 2008 heeft verweerder aan eiser over de jaren 2003 tot en met 2005 een naheffingsaanslag omzetbelasting (hierna: OB) opgelegd ten bedrage van € 12.955 (hierna: de naheffingsaanslag). Daarbij heeft verweerder een vergrijpboete opgelegd van

€ 6.132 (hierna: de boetebeschikking OB) en € 2.132 heffingsrente in rekening gebracht (hierna: de beschikking heffingsrente OB).

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 5 juni 2010 de navorderingsaanslagen en de beschikkingen heffingsrente IB/PVV gehandhaafd alsmede de bij de boetebeschikkingen IB/PVV 2004 en 2005 opgelegde boetes verminderd tot € 8.414 en € 3.234. Bij uitspraak op bezwaar van 15 juni 2010 heeft verweerder de naheffingsaanslag, de beschikking heffingsrente OB en de boetebeschikking OB gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen in één geschrift van 17 juni 2010, ontvangen bij de rechtbank op dezelfde datum, beroep ingesteld.

Verweerder heeft bij schrijven van 14 september 2010, ontvangen bij de rechtbank op 15 september 2010, de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 januari 2011. Namens eiser is daar verschenen mr. A.W.P.M. Demmers. Namens verweerder zijn daar verschenen mr. E. Jager en mr. J. Koolmees. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om partijen in de gelegenheid te stellen overeenstemming te bereiken over een vermogensvergelijking.

Partijen hebben bij brieven van 28 april 2011 en 29 april 2011 bericht dat geen overeenstemming was bereikt.

Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 augustus 2011. Namens eiser is daar verschenen mr. A.W.P.M. Demmers. Namens verweerder zijn daar verschenen mr. J. Koolmees en mr. S.M.P. Bakhuys. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat om verweerder in de gelegenheid te stellen schriftelijk op de door eiser ter zitting ingediende stukken te reageren en om eiser in de gelegenheid te stellen schriftelijk te reageren op de reactie van verweerder.

Verweerder heeft per brief van 14 september 2011 gereageerd. Eiser heeft daarop bij brief van 6 oktober 2011 gereageerd.

Nadat partijen toestemming hadden gegeven in de genoemde zaken uitspraak te doen zonder nadere zitting, heeft de rechtbank het onderzoek op 26 april 2012 gesloten.

Overwegingen

Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

1.

Eiser dreef in 2003, 2004 en 2005 onder de naam [kledingwinkel X] een herenkledingwinkel te [vestigingsplaats] .

2.

Omdat eiser niet tijdig een aangifte IB/PVV voor 2004 heeft ingediend, heeft verweerder de aanslag IB/PVV voor 2004 met dagtekening 13 oktober 2006 ambtshalve vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 30.000. Eiser heeft op 31 maart 2007 alsnog aangifte IB/PVV voor 2004 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.784. Op van 22 juni 2007 heeft verweerder de aanslag IB/PVV voor 2004 ambtshalve verminderd conform de aangifte en bij gelijktijdig gegeven beschikking € 414 heffingsrente aan eiser vergoed.

3.

Voor het jaar 2005 heeft eiser aangifte IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 2.153. Verweerder heeft de aanslag overeenkomstig de aangifte vastgesteld met dagtekening 5 oktober 2007 en bij gelijktijdig gegeven beschikking € 563 heffingsrente aan eiser vergoed.

4.

Verweerder heeft op 11 september 2007 een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting en omzetbelasting voor 2005. In het controlerapport van 30 september 2008 is onder meer het volgende vermeld:

3.2 Administratie 2004 en 2005

Bij de controle is gebleken dat de in het grootboek aanwezige begin- en eindsaldi niet aansluiten met de aanwezige kolommenbalans. [persoon 1] [hierna: de boekhouder] heeft de grootboeksaldi bepaald met behulp van het jaarrapport van [persoon 2] inzake het jaar 2003 (eindsaldi) en heeft vervolgens met behulp van de grootboekmutaties per rekening het begin- en eindsaldo bepaald voor de jaren 2004 en 2005.

3.3

Bewaarplicht

Bij de controle is gebleken dat de doorslagen van de aan de klanten uitgeschreven verkoopbonnen niet bewaard gebleven zijn. Hierdoor wordt niet voldaan aan de bewaarplicht van artikel 52 lid 4 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen. Met de heer van der Kant is inmiddels in december 2007 de afspraak gemaakt dat vanaf december 2007 de uitgeschreven verkoopbonnen doorlopend genummerd zullen worden en dat doorslagen bewaard zullen blijven. In de bespreking van 15 juli 2008 heeft de [boekhouder] aangegeven dat de doorslagen inderdaad bewaard blijven en dat doorlopend genummerde doorslagen besteld zijn.

(…)

4.2.1.1 Kasadministratie

4 2.1.2 Brutowinstpercentages

4 2.1.3 Verkorte privé-kasopstelling

4.2.3.1Correctie negatieve kassaldi

4 2.3.2 Correctie netto privé

Geschil en beoordeling8.In geschil zijn de navorderingsaanslagen, de naheffingsaanslag en de daarbij gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente. Met betrekking tot de navorderingsaanslagen en de naheffingsaanslag is meer in het bijzonder is in geschil of verweerder terecht:

Proceskosten

Beslissing

Rechtsmiddel