Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-05-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:3745, AWB-13_1739
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-05-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:3745, AWB-13_1739
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 27 mei 2014
- Datum publicatie
- 27 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2014:3745
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2015:3528, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB-13_1739
- Relevante informatie
- Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025]
Inhoudsindicatie
Informatiebeschikking.
De rechtbank oordeelt dat belanghebbende rekeninghouder was bij Van Lanschot in Luxemburg. Nu sprake was van aanzienlijke saldi in 1994 en 1996, acht de rechtbank niet onaannemelijk dat belanghebbende in 2010 nog steeds over (een deel van) die saldi en de rendementen daarop kon beschikken. Belanghebbende heeft niet gereageerd op de vragenbrieven van de inspecteur. De informatiebeschikking is terecht genomen.
Uitspraak
Belastingrecht, meervoudige kamer
Locatie: Breda
Procedurenummer AWB 13/1739
uitspraak van 27 mei 2014
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[Y] , wonende te [plaats X],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende met de betrekking tot de aan haar op te leggen aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) over het jaar 2010 met dagtekening 27 november 2012 een informatiebeschikking gegeven en bij uitspraak op bezwaar van 4 maart 2013 deze beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 15 maart 2013, ontvangen bij de rechtbank op 18 maart 2013, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 44.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 april 2014 te Breda. Daar zijn gezamenlijk behandeld de zaken met de rolnummers 13/1739, 13/3430 tot en met 13/3443 en 13/5924. Voor het verhandelde ter zitting en de daar aanwezige personen verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal van de zitting waarvan een afschrift op dezelfde dag als de uitspraak aan partijen is verzonden. De pleitnota’s van partijen behoren tot de gedingstukken.
De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Belanghebbende, geboren op [datum] 1944 was gehuwd met [X] (hierna: [X]), geboren op [datum] 1940 en overleden op [datum] 2004.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 1995 een navorderingsaanslag IB/PVV en over het jaar 1996 een navorderingsaanslag vermogensbelasting (hierna: VB) opgelegd in verband met niet aangegeven (inkomen uit) in het buitenland aangehouden vermogen. De inspecteur heeft aan de erven van [X] over de jaren 1996 tot en met 2004 navorderingsaanslagen IB/PVV en over de jaren 1997 tot en met 2000 navorderingsaanslagen VB opgelegd.
Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV over het jaar 2010 aangifte gedaan naar een verzamelinkomen van € 28.345 en een gemiddelde rendementsgrondslag in box 3 van € 393.815.
Op 18 februari 2005 hebben de Belgische belastingautoriteiten aan het Hoofd van Belastingdienst/FIOD/ECD/ Team Internationaal een Nota met bijlagen verstrekt (verder: de renseignementen). De bijlagen B.1., B.2. en B.6. bevatten gegevens over rekeningstanden per 21 december 1994, 5 september 1996 en 28 november 1996, bij, volgens de aanhef “F. van Lanschot (Bankiers) Luxembourg S.A.”. De bijlage B.9. betreft een adressenlijst. Voorzover te dezen van belang bevatten de bijlagen B.1., B.2. en B.6. respectievelijk de volgende gegevens:
“Van Lanschot Bankiers (Luxembourg) SA Boulevard Prince Henri, 3 L-2016 Luxembourg, date: 9/05/96 prog: FVLR102J page: 39, portfolio evaluation
Racine |
Name |
CCY |
Current Accounts |
Deposits |
Bonds |
Shares/ options |
Inv. Funds |
Total |
Account manager: 0000028
(...)
[rekeningnummer] |
[X - Y] |
NLG |
1,070.81 |
.00 |
525,600.00 |
.00 |
132,157.24 |
658,828.05 P |
Van Lanschot Bankiers (Luxembourg) SA Boulevard Prince Henri, 3 L-2016 Luxembourg, date: 11/28/96 prog: FVLR102J page: 39, portfolio evaluation
Racine |
Name |
CCY |
Current Accounts |
Deposits |
Bonds |
Shares/ options |
Inv. Funds |
Total |
Account manager: 0000028
(...)
[rekeningnummer] |
[X - Y] |
NLG |
1,070.81 |
.00 |
532,800,00 |
.00 |
133,061.58 |
666,932.39 P |
28 |
[rekeningnummer] |
[X - Y] |
941221 |
NLG |
597633,6 |
67,75 |
62612,68 |
0 |
0 |
0 P |
18364” |
De inspecteur heeft belanghebbende en [X] geïdentificeerd als rekeninghouder van bovengenoemde rekeningen bij de Van Lanschot bank in Luxemburg (hierna: Van Lanschot) en de onder 2.2 vermelde aanslagen opgelegd. Belanghebbende heeft ontkend een rekening bij Van Lanschot te hebben aangehouden. Na ontvangst van de aangifte van belanghebbende over het jaar 2010 heeft de inspecteur haar met dagtekening 19 september 2012 een vragenbrief gezonden waarin op grond van artikel 47, eerste lid, onderdeel a, van de AWR werd verzocht informatie te verstrekken over de rekening bij Van Lanschot met rekeningnummer [rekeningnummer] en van eventuele andere buitenlandse bankrekeningen van belanghebbende. Met dagtekening 7 november 2012 heeft de inspecteur aan belanghebbende een rappel vragenbrief gezonden. Belanghebbende heeft niet op deze brieven gereageerd.
Met dagtekening 27 november 2012 heeft de inspecteur aan belanghebbende de onderhavige informatiebeschikking gezonden. Daarin heeft hij de tekst herhaald van de vragen die op 19 september 2012 zijn gesteld en geconstateerd dat niet aan de verplichtingen van artikel 47 AWR is voldaan. De vragen luidden als volgt:
“1. Is deze bankrekening in 2010 nog steeds door [Y] aangehouden?
2. Zo ja, wat was het saldo, inclusief onderliggende sub- en beleggingsrekeningen, op 1 januari en 31 december 2010?
3. Zo nee, waar wordt het eerder op […] deze rekening gestalde vermogen in 2010 aangehouden?
4. Wat was het saldo van die andere rekeningen op 1 januari en 31 december 2010?
5. Indien niet langer dit vermogen in het buitenland wordt aangehouden, wanneer en op welke binnenlandse rekening is dit vermogen gestort of wanneer en waarvoor is het aangewend?
6. Ik verzoek u de bescheiden met betrekking tot de rekening bij Van Lanschot voor 2010 te overleggen.”
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de informatiebeschikking. De inspecteur heeft aan belanghebbende op 24 januari 2013 een brief met kenmerk “Informatie met betrekking tot de uitspraak op bezwaar” gezonden. Bij uitspraak op bezwaar van 4 maart 2013 heeft de inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.
3 Geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of de informatiebeschikking terecht is afgegeven. Belanghebbende beantwoordt de vraag ontkennend en de inspecteur bevestigend.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen ter zitting en in de van hen afkomstige stukken zijn aangevoerd.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de beschikking. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.