Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-09-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:6327, AWB-12_7464

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-09-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:6327, AWB-12_7464

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
4 september 2014
Datum publicatie
6 november 2014
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2014:6327
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-12_7464
Relevante informatie
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]

Inhoudsindicatie

Belanghebbende exploiteert, onder andere, kersenbomen. In geschil is of belanghebbende een voorziening kan vormen voor de te verwachten rooikosten van deze bomen. Naar het oordeel van de rechtbank horen de rooikosten tot de normele bedrijfskosten van het jaar waarin zij zich voordoen. De rooikosten worden niet opgeroepen door de bedrijfsuitoefening in de jaren dat de bomen fruit dragen.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Procedurenummers AWB 12/7464 en 12/7465

uitspraak van 4 september 2014

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats X],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende aanslagen vennootschapsbelasting (vpb) opgelegd voor de jaren 2008 en 2009. Bij de aanslag voor 2008 is de belastbare winst vastgesteld op € 2.225.802 waarmee bij beschikking een verlies uit oude jaren is verrekend van € 1.808.056 waarna een belastbaar bedrag resulteerde van € 417.746. Tegelijk met de aanslag is bij beschikking een verzuimboete vastgesteld van € 567. Bij de aanslag voor 2009 is het belastbare bedrag vastgesteld op € 2.981.304.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 14 november 2012 de aanslagen en de beschikkingen gehandhaafd. Bij beschikking van 3 mei 2014 heeft hij de aanslag over 2008 ambtshalve verminderd tot een naar een belastbaar bedrag van € 415.786.

Bij beschikking van 8 december 2012 heeft hij de aanslag over 2009 ambtshalve verminderd en daarbij de belastbare winst vastgesteld op € 2.981.304, de bruto belasting op € 749.231 en daarop in mindering gebracht een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting van € 618.659.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar bij telefaxen van 24 december 2012 beroep ingesteld. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 310.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd. De zaken zijn mondeling behandeld ter zitting van 25 maart 2014. Voor een overzicht van de daarbij verschenen personen en het verhandelde ter zitting verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal dat op 7 april 2014 naar partijen is gezonden.

1.6.

De inspecteur heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan de rechtbank en (door tussenkomst van de griffier) aan de wederpartij, welke pleitnota met instemming van belanghebbende wordt geacht ter zitting te zijn voorgedragen.

1.7.

De rechtbank heeft de behandeling geschorst voor nader overleg tussen partijen. Op 3 juni 2014 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten. Met toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteert een gemengd varkensfok- en tuinbouwbedrijf. Bij de aanslagregeling zijn onder meer correcties toegepast in verband met door belanghebbende ten laste van de winst gebrachte voorzieningen voor aanpassing stallen in het kader van dierenwelzijn, groot onderhoud aan de stallen en aanpassing als gevolg van de zogenoemde IPPC-richtlijn. Het bedrag van deze voorzieningen was ultimo 2008 en 2009 € 1.240.966. Tevens heeft belanghebbende een voorziening opgenomen voor toekomstige rooikosten van de fruitbomen.

2.2.

Bij de aanslagregeling heeft de inspecteur de voorzieningen niet geaccepteerd en de aangegeven winst verhoogd. De verhoging was voor 2008 € 1.557.883 waarvan € 316.917 voorziening rooikosten en € 1.240.966 overige voorzieningen. De verhoging was voor 2009 € 1.221.055, het verschil tussen de voorziening rooikosten per 31 december 2009 en 31 december 2008.

2.3.

Partijen hebben na de zitting een vaststellingsovereenkomst gesloten over alle voorzieningen behalve die voor de rooikosten. In de vaststellingsovereenkomst is, onder andere, het volgende afgesproken:

“Ter zake van (…) in de balans per ultimo 2008 opgenomen bedragen zal 50% worden aangemerkt als onderhoudskosten waarvoor een voorziening mogelijk is. Het overige gedeelte van de bedragen zijn aan te merken als reserveringen ten behoeve van investeringen waarvoor derhalve geen voorziening gevormd kan worden. De aldus ontstane vrijval van de reeds opgevoerde voorziening zal in het jaar 2008 aan de winst worden toegevoegd.”

2.4.

Belanghebbende exploiteert onder meer op 109 hectare grond (eind 2008 24 arealen en eind 2009 29 arealen) kersenbomen van de soort Kelleris. De aanlegjaren variëren van 1988 tot en met 2011. Deze soort fruitboom is van zeer hard hout, wordt maximaal 6 meter hoog en heeft dikke wortels die moeilijk te rooien zijn. De gemiddelde levensduur van Kelleris-bomen is 15 jaar. Er staan ongeveer 700 bomen op één hectare. In offertes die aan belanghebbende zijn uitgebracht voor het rooien van de bomen zijn de rooikosten per boom gesteld op € 40,- of maximaal € 38,50 (dit laatste bedrag is afhankelijk van de diameter van de boom). Naast kersen teelt belanghebbende ook appels en ander fruit. De fruitopstanden zijn met toepassing van de landbouwnormen gewaardeerd ultimo 2008 op € 294.698. Daarbij is er rekening mee gehouden dat een deel van de kersenbomen ultimo 2008 dood was (7/24e deel); dat deel is afgewaardeerd tot nul. Belanghebbende heeft een voorziening voor toekomstige rooikosten opgevoerd van € 316.917 ultimo 2008 en van € 1.537.972 ultimo 2009.

3 Geschil

3.1.

In geschil is uiteindelijk nog of belanghebbende een voorziening kan vormen voor de te verwachten rooikosten van de fruitbomen, in het bijzonder de kersenbomen. Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord is in geschil of de te verwachten rooikosten als “negatieve aanwas” in het kader van de balanswaardering ten laste van de winst gebracht kunnen worden.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en hetgeen daar ter zitting aan is toegevoegd.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en – uiteindelijk - vermindering van de aanslagen tot aanslagen uitgaande van een belastbare winst van € 1.286.442 voor 2008 en € 1.760.249 voor 2009 (met verrekening van de verrekenbare verliezen).

3.4.

De inspecteur concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en – uiteindelijk - vermindering van de aanslagen tot aanslagen conform de vaststellingsovereenkomst.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing