Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-04-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1845, AWB - 18 _ 6433

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-04-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1845, AWB - 18 _ 6433

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
17 april 2020
Datum publicatie
19 mei 2020
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2020:1845
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 18 _ 6433
Relevante informatie
Successiewet 1956 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 1, Successiewet 1956 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 18

Inhoudsindicatie

Schenkbelasting (artikel 1, lid 9 en artikel 18, lid 2 SW 1956).

Belanghebbende heeft vijf schenkingen van zijn ouders ontvangen. De schenkingen zijn door middel van vijf afzonderlijke notariële akten van schenking, die op één dag gepasseerd zijn, tot stand gekomen. Vier van de vijf schenkingen vinden plaats onder de opschortende voorwaarde dat de langstlevende van de schenkers in leven is op een latere datum. De inspecteur neemt samenhang aan tussen de verschillende akten en is van mening dat er sprake is van schenking van een periodieke uitkering.

Belanghebbende stelt dat er sprake is van vijf afzonderlijke schenkingen.

De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van schenking van een periodieke uitkering. De op één dag gepasseerde akten van schenking dienen in dit geval voor de toepassing van de SW niet te worden samengenomen. Het gelijk is aan de belanghebbende.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 18/6433

uitspraak van 17 april 2020

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 een aanslag schenkbelasting opgelegd (de aanslag). De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 14 augustus 2018 de aanslag gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 21 september 2018, ontvangen bij de rechtbank op 24 september 2018, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.3.

Op 23 januari 2020 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden in Eindhoven voor de enkelvoudige belastingkamer, waarna het onderzoek is gesloten. Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat in afschrift op 13 februari 2020 aan partijen is verzonden. Vervolgens is de zaak verwezen naar de meervoudige belastingkamer. Met instemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft.

2 Feiten

2.1.

Op 7 maart 2013 zijn vijf afzonderlijke notariële akten van schenking verleden (de schenkingen). Met iedere akte komen de ouders van belanghebbende met hem overeen een bedrag te schenken van € 10.000, waarbij dit bedrag renteloos schuldig wordt gebleven. De inhoud van de akten is vrijwel identiek. Vier van de vijf schenkingen vinden plaats onder de opschortende voorwaarde dat de langstlevende van de schenkers in leven is op respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2015, 1 januari 2016 en 1 januari 2017. In iedere schenkingsakte is een herroepingsrecht opgenomen.

2.2.

De ouders van belanghebbende wonen ten tijde van de schenkingen in Nederland.

3 Geschil

3.1.

Partijen verschillen van mening of de schenkingen zodanig samenhangen dat ze als een periodieke uitkering in de zin van artikel 18, lid 2 van de Successiewet 1956 (SW) moeten worden gekwalificeerd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de inspecteur bevestigend.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de aanslag. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing