Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1884, 21/03795
Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1884, 21/03795
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 december 2022
- Datum publicatie
- 16 december 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1884
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:843
- Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:RBZWB:2020:1845, Toewijzing
- Zaaknummer
- 21/03795
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie ongegrond. Zie ook 21/03794, ECLI:NL:HR:2022:1785.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/03795
Datum 16 december 2022
ARREST
in de zaak van
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
tegen
[X2] te [Z], China, (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 juli 2021, nr. 20/00341, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 18/6434) betreffende een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de schenkbelasting. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 21 september 2022 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.1
De Staatssecretaris heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 21/03794 (ECLI:NL:HR:2022:1785), waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.