Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-01-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:218, BRE 18/600
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-01-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:218, BRE 18/600
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 18 januari 2022
- Datum publicatie
- 31 januari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2022:218
- Zaaknummer
- BRE 18/600
Inhoudsindicatie
Leges. Aanvraag omgevingsvergunning.
Aanslag onvoldoende gemotiveerd. Gebrek in de uitspraak op bezwaar hersteld. Geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase.
Opbrengstlimiet. Artikel 229b van de Gemeentewet. De heffingsambtenaar dient voldoende inzicht te verschaffen in de geraamde opbrengsten en lasten. Belanghebbende dient haar stelling dat de opbrengstlimiet is overschreden voldoende te onderbouwen. Enkele stellingen zijn niet voldoende onderbouwd. Voor het overige is de rechtbank van oordeel dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft verschaft in de geraamde opbrengsten en lasten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Uitspraak
Belastingrecht
Zaaknummer BRE 18/600
uitspraak van 18 januari 2022 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[belanghebbende] , gevestigd te [vestigingsplaats] , belanghebbende,
gemachtigde: A. Oosters,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar,
[gemachtigde heffingsambtenaar] .
1 Procesverloop
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende met dagtekening 13 januari 2017 een nota leges gezonden in verband met de behandeling van een aanvraag omgevingsvergunning (hierna: de aanslag). Het bedrag van de aanslag was in totaal € 386.584,15.
Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 december 2017 het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een aanvulling op haar beroepschrift ingediend. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft op het verweerschrift gereageerd. De heffingsambtenaar heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 december 2021 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, in de persoon van [vertegenwoordiger belanghebbende] , vergezeld van haar gemachtigde A. Oosters verbonden aan WOZ Consultants te Arnhem, en namens de heffingsambtenaar, [gemachtigde heffingsambtenaar] .
2 Feiten
Belanghebbende heeft op 5 december 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de nieuwbouw van een distributiecentrum in de gemeente Tilburg. Bij brief aan belanghebbende van 30 december 2016, verzonden op 2 januari 2017, heeft de gemeente de omgevingsvergunning toegezonden.
Met dagtekening 13 januari 2017 heeft de heffingsambtenaar belanghebbende de aanslag toegezonden. Op de aanslag staat – voor zover van belang – het volgende vermeld:
Aanvraag omgeving Z-HZ-WABO-2016-04180 bouwen van een distributiecentrum [locatie] te Tilburg |
||
(ver-) Bouwactiviteit aanvragen |
€ 386.370,00 |
|
Klein buitenplans afwijken bestemmingsplan |
€ 214,15 |
|
Te betalen |
€ 386.584,15 |
3 Geschil
Tussen partijen is het antwoord op de volgende vragen in geschil:
-
Heeft de heffingsambtenaar zijn uitspraak op bezwaar voldoende gemotiveerd?
-
Dient de aanslag te worden vernietigd omdat deze onvoldoende is gemotiveerd?
-
Dient de aanslag te worden vernietigd omdat de legesverordening onverbindend is omdat de opbrengstlimiet is overschreden?
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de aanslag. De heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.