Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 21-06-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2047, 22/00416
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 21-06-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2047, 22/00416
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 21 juni 2023
- Datum publicatie
- 7 september 2023
- Annotator
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2022:218, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 22/00416
- Relevante informatie
- Art. 229 Gemw, Art. 229b Gemw
Inhoudsindicatie
Leges. Het hof oordeelt dat de opbrengstlimiet niet is overschreden en de aanslagen leges derhalve in stand blijven.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 22/00416
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 18 januari 2022, nummer BRE 18/600, in het geding tussen belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg,
hierna: de heffingsambtenaar.
en
de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid),
hierna: de minister.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aanslagen leges 2016 opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota doorgestuurd naar de heffingsambtenaar. Deze pleitnota wordt met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgelezen.
De zitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens belanghebbende [A] , en haar gemachtigde [B] en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar 1] en [heffingsambtenaar 2] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende heeft op 5 december 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de nieuwbouw van een distributiecentrum in de gemeente Tilburg. De gemeente Tilburg heeft bij besluit van 30 december 2016 de omgevingsvergunning verleend.
Met dagtekening 13 januari 2017 heeft de heffingsambtenaar een aanslag leges ‘bouwactiviteit aanvragen’ ad € 386.370 en een aanslag leges ‘kleine buitenplanse afwijking bestemmingsplan’ ad € 214,15 opgelegd (hierna gezamenlijk: de aanslagen).
De heffing is gebaseerd op de ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2016-2’ (hierna: de Verordening) zoals deze gold bij het in behandeling nemen van de aanvraag van de omgevingsvergunning.
In de Verordening wordt een groot aantal leges geregeld; de tarieventabel bevat 15 hoofdstukken. Het tarief voor de aanslagen leges ‘bouwactiviteit aanvragen’ is bepaald op basis van de onderdelen 8.1.1.2 en 8.3.1.1.1.6 van hoofdstuk 8. Het tarief voor de aanslag leges ‘kleine buitenplanse afwijking bestemmingsplan’ is gebaseerd op onderdeel 8.3.3.2 van hoofdstuk 8.
De heffingsambtenaar heeft in de bezwaarfase het volgende overzicht verstrekt van de kostendekkendheid van de Verordening:
Tevens heeft hij in de bezwaarfase twee overzichten verstrekt met de overhead voor de afdeling burgerzaken en de afdeling ruimte. In de beroepsfase heeft de heffingsambtenaar onder meer overgelegd enkele delen uit de begroting van de gemeente Tilburg, een opstelling raming baten ‘aanvraag bouwactiviteiten’ begroting 2016, een overzicht indirecte kosten van bouwleges, een toelichting op de indirecte kosten van bouwleges en een toelichting op de kostenberekening bouwen.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de aanslagen vernietigd dienen te worden omdat de zogenoemde opbrengstlimiet is overschreden.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, tot onverbindendheid van de Verordening en tot vernietiging van de aanslagen. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.