Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-03-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1781, 21/4073
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-03-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1781, 21/4073
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 20 maart 2023
- Datum publicatie
- 11 april 2023
- Zaaknummer
- 21/4073
Inhoudsindicatie
IB/PVV, box 2, aftrekbaarheid van kosten
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/4073
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 13 augustus 2021.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.868 en een inkomen uit aanmerkelijk belang van € 559.296.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 27 januari 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, bijgestaan door haar vader en haar gemachtigde en namens de inspecteur, [inspecteur] en [inspecteur] .
Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht uiterlijk zes weken later uitspraak te doen.