Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-03-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2466, C/02/407168 HA RK 23-37

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-03-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2466, C/02/407168 HA RK 23-37

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
10 maart 2023
Datum publicatie
26 april 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:2466
Zaaknummer
C/02/407168 HA RK 23-37

Inhoudsindicatie

Toewijzing verschoningsverzoek.

Uitspraak

Verschoningskamer

Locatie Breda

Zaaknummer: C/02/407168/HA RK/ 23-37

Beslissing van 10 maart 2023

van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van

mr. Hage,

rechter in opleiding in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda,

hierna de rechter,

belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk BRE 20/5449 tot en met 20/5453 van:

Erven [naam 1] . en [naam 2] ,

bijgestaan door ABAB, de heer [naam 3] ,

tegen

Belastingdienst,

bijgestaan door mr. J.W.A. Driessen.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 7 maart 2023.

1.2.

Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter zitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2 Het verschoningsverzoek

2.1.

De rechter heeft het verschoningsverzoek gebaseerd op het feit dat zij in haar voormalige dienstbetrekkingen werkzaam is geweest voor ABAB en de Belastingdienst. Hoewel de feiten zich hebben voorgedaan na haar vertrek in 2016 bij ABAB en de rechter daarom thans geen bezwaar zag tegen de behandeling door haar van het beroep, heeft het feit dat de heer [naam 3] schriftelijk vragen heeft gesteld over de toewijzing van de zaak aan de rechter, haar aanleiding gegeven zich in deze zaken alsnog te verschonen.

3 De beoordeling

3.1.

Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.

3.2.

Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4 De beslissing