Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-05-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3605, BRE - 22 _ 1380
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-05-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3605, BRE - 22 _ 1380
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 25 mei 2023
- Datum publicatie
- 9 juni 2023
- Zaaknummer
- BRE - 22 _ 1380
- Relevante informatie
- Art. 3.107a Wet IB 2001, Art. 3.133 Wet IB 2001, Art. 3.137 Wet IB 2001, Art. 10a.6 Wet IB 2001, Art. 30i AWR
Inhoudsindicatie
Afkoop lijfrente, toepassing saldomethode, revisierente
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Eindhoven
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/1380
[belanghebbende], uit [plaats] (Spanje), belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde]),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 25 januari 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2018 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 66.403. Bij gelijktijdige beschikkingen heeft de inspecteur € 12.649 revisierente (de revisierentebeschikking) en € 242 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur is bij uitspraak op bezwaar van 25 januari 2022 gedeeltelijk tegemoet gekomen aan het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV 2018 en de revisierente- en belastingrentebeschikkingen. De inspecteur heeft het bij de aanslag IB/PVV 2018 vastgestelde belastbaar inkomen uit werk en woning verminderd tot € 46.998. Verder heeft de inspecteur de revisierente verminderd tot € 8.768 en de belastingrente verminderd tot nihil.
De rechtbank heeft het beroep op 13 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende, ter bijstand ondersteund door [naam], en namens de inspecteur, [inspecteur] en [inspecteur].