Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-05-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3616, 21/4214
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-05-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3616, 21/4214
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 26 mei 2023
- Datum publicatie
- 19 juni 2023
- Zaaknummer
- 21/4214
- Relevante informatie
- Art. 52a AWR, Art. 27e AWR
Inhoudsindicatie
Informatiebeschikking is onherroepelijk geworden. Omkering en verzwaring van de bewijslast. Redelijke schatting van het inkomen. Vergrijpboetes zijn passend en geboden, wel vermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/4214 tot en met 21/4219
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 26 augustus 2021.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2009, 2011 en 2012 (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd.
Gelijktijdig met de vaststelling van de (navorderings)aanslagen IB/PVV heeft de inspecteur aan belanghebbende vergrijpboetes opgelegd (de boetebeschikkingen), en heffingsrente/belastingrente in rekening gebracht bij alle (navorderings)aanslagen.
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de (navorderings)aanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroepen ingesteld. De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft de beroepen op 14 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, zijn gemachtigde en [gemachtigde] . Namens de inspecteur hebben deelgenomen [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .