Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-06-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3875, 22/1361 en 22/1362
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-06-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3875, 22/1361 en 22/1362
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 6 juni 2023
- Datum publicatie
- 22 juni 2023
- Zaaknummer
- 22/1361 en 22/1362
- Relevante informatie
- Art. 6:8 Awb, Art. 6:9 Awb, Art. 6:11 Awb, Art. 22 AWR, Art. 1 EP EVRM
Inhoudsindicatie
Artikel 18 Verdrag NL-Zwitserland.
Belanghebbendes pensioen is na de verdragswijziging per 1 januari 2021 in de loonheffing betrokken. De rechtbank oordeelt dat de verdragswijziging ook bij reeds ingegane pensioenen geen ongeoorloofde inbreuk op belanghebbendes eigendomsrecht (art. 1 EP) oplevert. De door de inspecteur toegepaste diensttijdevenredige toerekening is juist. Het gaat in wezen om een eindloonregeling. De aangroei van de bestaande pensioenaanspraak na emigratiedatum wordt niet buiten beschouwing gelaten omdat deze zijn oorsprong in de in Nederland gewerkte periode heeft. Belanghebbende maakt verder niet aannemelijk dat een deel van zijn pensioen niet gefacilieerd is opgebouwd in Nederland.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/1361 en 22/1362
[belanghebbende] , uit [plaats] (Zwitserland), belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 31 januari 2022.
Belanghebbende is in bezwaar gekomen tegen de inhouding van loonheffing op zijn inkomsten uit vroegere dienstbetrekking (pensioen) over de periode 1 januari 2021 tot en met 31 augustus 2021 en 1 september 2021 tot en met 30 september 2021.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende over de periode 1 januari 2021 tot en met 31 augustus 2021 (tijdvak 1) niet-ontvankelijk, en over de periode 1 september 2021 tot en met 30 september 2021 (tijdvak 2) ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de beroepen op 25 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, bijgestaan door [zoon] (zoon van belanghebbende) en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .