Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-06-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4430, BRE - 21 _ 1482

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-06-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4430, BRE - 21 _ 1482

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
26 juni 2023
Datum publicatie
30 juni 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:4430
Zaaknummer
BRE - 21 _ 1482
Relevante informatie
Art. 13a Wet LB, Art. 3.146 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

IB/PVV 2016, genietingsmoment pensioenuitkering

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Eindhoven

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 21/1482

(de erfgenamen van) [belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. E.J.M. Janssen),

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 19 februari 2021.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2016 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.840 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 108.267. Bij gelijktijdige beschikking heeft de inspecteur het in 2016 geleden verlies uit aanmerkelijk belang vastgesteld op € 45.977 (de verliesvaststellingsbeschikking). Eveneens bij gelijktijdige beschikking heeft de inspecteur € 2.496 belastingrente aan belanghebbende in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV 2016, de verliesvaststellingsbeschikking en de belastingrentebeschikking bij uitspraak op bezwaar van 19 februari 2021 afgewezen.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 10 augustus 2022 op zitting behandeld. Kort voor het begin van de zitting heeft de rechtbank kennisgenomen van het gegeven dat [belanghebbende] is overleden en dat de (alsdan voormalig) gemachtigde nog niet beschikte over een volmacht van de erven om de procedure voort te zetten. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting daarom geschorst en bepaald dat de zaak wordt aangehouden om de erven van belanghebbende in de gelegenheid te stellen zich te beraden en desgewenst de procedure voort te zetten en de volmacht alsnog te verstrekken. De procedure is voortgezet door de erven.

1.4.

De rechtbank heeft de behandeling van het beroep voortgezet op de zitting van 29 maart 2023. Hieraan hebben deelgenomen: namens de erfgenamen [persoon] , de gemachtigde en namens de inspecteur [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep