Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4687, 21/1911

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4687, 21/1911

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
7 juli 2023
Datum publicatie
27 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:4687
Zaaknummer
21/1911
Relevante informatie
Art. 25 lid 3 AWR, Art. 27e lid 1 AWR, Art. 47 AWR, Art. 52a AWR

Inhoudsindicatie

De rechtbank oordeelt dat de informatiebeschikking terecht is gegeven, voor zover de gevraagde informatie pas in de bezwaar- en beroepsfase is verstrekt. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het enkele feit dat het openingsformulier van een bankrekening nog ontbreekt onvoldoende is om de zware sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast te rechtvaardigen. Dit betekent dat de inspecteur bij de aanslagregeling geen gebruik kan maken van de omkering en verzwaring van de bewijslast op grond van de gegeven informatiebeschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 21/1911

[belanghebbende], uit [plaats 1], [plaats 1] (Hong Kong), belanghebbende

(gemachtigden: [gemachtigde] en [gemachtigde]),

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 26 maart 2021.

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 10 juni 2020 aan belanghebbende een informatiebeschikking zoals bedoeld in artikel 52a van de AWR gegeven met betrekking tot de vennootschapsbelasting over de jaren 2015, 2016, 2017, 2018 en 2019 (de informatiebeschikking).

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de informatiebeschikking ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 14 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigden van belanghebbende en namens de inspecteur [inspecteur] en [inspecteur].

1.4.

Van hetgeen ter zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

1.5.

Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend, nadat het onderzoek ter zitting is gesloten. De rechtbank ziet in deze stukken geen aanleiding tot heropening van het onderzoek (zie 6.2 hierna).

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep