Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4803, 22/119
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4803, 22/119
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 10 juli 2023
- Datum publicatie
- 12 juli 2023
- Zaaknummer
- 22/119
- Relevante informatie
- Art. 3.76 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Zelfstandigen- en startersaftrek
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/119
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 30 november 2021.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2020 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 251.579. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur € 120 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de aanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd.
De rechtbank heeft het beroep op 8 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende (via een beeldverbinding) en, namens de inspecteur, [inspecteur] en [inspecteur].