Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4810, 22/1640

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4810, 22/1640

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
10 juli 2023
Datum publicatie
14 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:4810
Zaaknummer
22/1640
Relevante informatie
Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

Motorrijtuigenbelasting.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 22/1640

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2023 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde]),

en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 februari 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over het tijdvak 28 april 2020 tot en met 9 april 2021 opgelegd van € 2.567 (hierna: de naheffingsaanslag) en bij gelijktijdige beschikking een verzuimboete opgelegd van € 2.567 (hierna: de boetebeschikking).

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag en de verzuimboete gehandhaafd. Het verzoek om kostenvergoeding is afgewezen.

1.3.

De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Belanghebbende heeft daarop gereageerd door middel van een conclusie van repliek, waarna de inspecteur een conclusie van dupliek heeft ingediend.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep op 2 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur, [inspecteur] en [inspecteur].

Geschil

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep