Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4986, BRE 22/756

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-07-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4986, BRE 22/756

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
14 juli 2023
Datum publicatie
24 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:4986
Zaaknummer
BRE 22/756
Relevante informatie
Art. 10a AWR, Art. 15 Uitv.besl. OB 1968

Inhoudsindicatie

Vergrijpboete wegens het niet tijdig suppleren.

Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit artikel 10a van de AWR en artikel 15 van het UB OB dat een suppletie tijdig is ingediend indien deze is ingediend voordat de inspecteur met de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of zal worden. Belanghebbende heeft aan de verplichtingen zoals opgenomen in artikel 10a, eerste en tweede lid, van de AWR voldaan. De vergrijpboete wordt vernietigd. Belanghebbende heeft geen recht op een integrale proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Eindhoven

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 22/756

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juli 2023 in de zaak tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [plaats 1], belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde]),

en

de inspecteur van de belastingdienst.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 5 januari 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een vergrijpboete van € 102.934 opgelegd wegens het niet tijdig suppleren (de boetebeschikking).

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 30 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende [naam 1], alsmede de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur: [inspecteur], [inspecteur] en [inspecteur].

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep