Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5886, BRE 22/2736
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-08-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5886, BRE 22/2736
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 24 augustus 2023
- Datum publicatie
- 1 september 2023
- Zaaknummer
- BRE 22/2736
- Relevante informatie
- Art. 9.6 Wet IB 2001, Art. 27e AWR, Art. 9 AWR, Art. 3.81 Wet IB 2001, Art. 12a Wet LB, Art. 67a AWR
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Omkering en verzwaring van de bewijslast, gebruikelijk loon, aangifteverzuimboete.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/2736
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 21 april 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2015 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.095 waarbij gelijktijdig bij beschikking een verzuimboete van € 4.920 (de verzuimboete) is opgelegd en een bedrag van € 798 aan belastingrente in rekening is gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2015 afgewezen.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 13 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en zijn zoon, drs. [naam] , en namens de inspecteur, mr. [inspecteur] . Van hetgeen op zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met deze uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.