Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6140, 22/683 en 22/684
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6140, 22/683 en 22/684
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 september 2023
- Datum publicatie
- 19 september 2023
- Zaaknummer
- 22/683 en 22/684
- Relevante informatie
- Art. 6:22 Awb, Art. 7:2 Awb
Inhoudsindicatie
gegrond beroep tegen aanslag wegens schending hoorrecht, terugverwijzing; beroep tegen navorderingsaanslag N-O
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Eindhoven
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/683 en 22/684
[belanghebbende] , uit [plaats] (Duitsland), belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende, ontvangen op 2 februari 2022, tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 3 januari 2022 en het beroep gericht tegen de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2018 van 22 januari 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting (IB) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.372.
Gelijktijdig met de vaststelling van deze aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 34 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB voor het jaar 2018 opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de onder 1.1 vermelde aanslag en de daarbij behorende belastingrentebeschikking. Dat bezwaar heeft de inspecteur ongegrond verklaard en de aanslag is gehandhaafd.
De rechtbank heeft de beroepen op 19 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: drs. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] , namens de inspecteur. Belanghebbende is met kennisgeving aan de rechtbank niet verschenen.
Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht later uitspraak te doen.