Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6141, 21/3942, 21/3943 en 21/3944
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6141, 21/3942, 21/3943 en 21/3944
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 5 september 2023
- Datum publicatie
- 20 september 2023
- Zaaknummer
- 21/3942, 21/3943 en 21/3944
- Relevante informatie
- Art. 9.6 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Artikel 17 Verdrag NL-Dtsl; Duitse soc verzekeringsuitkeringen van minder dan € 15.000 belast in NL; geen ongeoorloofde verslechtering t.o.v. vorige Verdrag; geen ongeoorloofde discriminatie door € 15.000- grens, geen voorkoming dubbele belasting o.b.v. Verdrag. Beroep 2017 niet ontvankelijk wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding; beroep tegen afwijzing ambtshalve vermindering (prorogatie) en beroepen 2018 en 2019 ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Eindhoven
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/3942, 21/3943 en 21/3944
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
( [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 25 maart 2020 en 20 augustus 2021.
De inspecteur heeft aan belanghebbende aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd voor de jaren 2017 tot en met 2019. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2017 en 2018 heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht (belastingrentebeschikkingen).
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2017 tot en met 2019 aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd. Gelijktijdig met de aanslag Zvw 2017 is belastingrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de in 1.1 en 1.2 vermelde aanslagen en beschikkingen.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslagen IB/PVV 2017 en Zvw 2017 niet-ontvankelijk verklaard en de overige bezwaren ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de aanslagen en beschikkingen gehandhaafd.
De rechtbank heeft de beroepen op 19 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] . Namens belanghebbende is niemand verschenen.
Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht later uitspraak te doen.