Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6143, BRE 22/1932
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6143, BRE 22/1932
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 5 september 2023
- Datum publicatie
- 19 september 2023
- Zaaknummer
- BRE 22/1932
- Relevante informatie
- Art. 67a AWR, Art. 9 AWR
Inhoudsindicatie
Beroep ongegrond; Belgische schuldsaneringsregeling geen belemmering voor opleggen aanslag. Beroep m.b.t. aangifteverzuimboete gegrond; uitnodiging tot het doen van aangifte niet aannemelijk gemaakt.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Eindhoven
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/1932
[belanghebbende] , uit [plaats 1] (België), belanghebbende,
( [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 27 januari 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd.
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 197 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking) en een verzuimboete van € 369 (de boetebeschikking) opgelegd.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 19 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur drs. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .
Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht later uitspraak te doen.