Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6330, 22/2338
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6330, 22/2338
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 7 september 2023
- Datum publicatie
- 11 oktober 2023
- Zaaknummer
- 22/2338
- Relevante informatie
- Art. 11 Bvdb 2001
Inhoudsindicatie
buitenlands inkomen
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/2338
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. J.H. Weermeijer),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 16 maart 2022.
De inspecteur heeft een aanslag inkomstenbelasting (IB) voor het jaar 2018 aan belanghebbende opgelegd en bij gelijktijdige beschikking belastingrente aan hem in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag IB 2018 en de belastingrentebeschikking afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep op 27 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde en namens de inspecteur, mr. [inspecteur] .