Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6411, BRE 21/5727 tot en met 21/5733
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6411, BRE 21/5727 tot en met 21/5733
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 12 september 2023
- Datum publicatie
- 13 oktober 2023
- Zaaknummer
- BRE 21/5727 tot en met 21/5733
- Relevante informatie
- Art. 82 SW, Art. 53 SW, Art. 33 SW, Art. 33a SW
Inhoudsindicatie
Op de schenkingen die belanghebbende in 2018 en 2019 van haar ouders heeft ontvangen voor haar eigen woning, heeft de inspecteur de toepassing van de zogenoemde ‘eigenwoningvrijstelling’ voor de schenkbelasting maar deels toegestaan, omdat in 2008 voor een schenking al een beroep was gedaan op de destijds geldende eenmalig verhoogde vrijstelling. De rechtbank is van oordeel dat voor de schenkingen uit 2018 en 2019 de eigenwoningvrijstelling toch geheel moet worden toegepast. Omdat de schenking uit 2008 met wederzijds goedvinden is ontbonden, is feitelijk geen gebruik (meer) gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling. Op grond van een kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst moet het beroep op de vrijstelling uit 2008 geheel worden weggedacht. De eigenwoningvrijstelling voor de schenkingen in 2018 en 2019 kan daarom weer volledig worden gebruikt.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/5727 tot en met 21/5733
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende die gaan over de aanslagen schenkbelasting voor de jaren 2018 en 2019.
De rechtbank heeft het beroep op 1 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, vergezeld door haar moeder, en namens de inspecteur mr. [inspecteur 1], mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3].
Na de sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank kennisgenomen van een door de Belastingdienst op haar website gepubliceerd standpunt (het kennisgroepstandpunt, zie 3.9). De rechtbank heeft daarin aanleiding gezien het onderzoek te heropenen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het gepubliceerde standpunt en de vragen hierover van de rechtbank.
Nadat geen van partijen heeft aangegeven gebruik te willen maken van het recht om op een nadere zitting te worden gehoord, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en een uitspraak aangekondigd.