Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7331, 22/3650
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7331, 22/3650
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 24 oktober 2023
- Datum publicatie
- 1 november 2023
- Zaaknummer
- 22/3650
- Relevante informatie
- Art. 3.8 Wet IB 2001, Art. 4:17 Awb
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Bron van inkomen? Vertrouwensbeginsel.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/3650
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 20 juni 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2020 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 96.376 (de aanslag). Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 121 aan belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard en daarbij de aanslag gehandhaafd.
De rechtbank heeft het beroep op 12 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft belanghebbende deelgenomen, vergezeld door [naam 1] . Namens de inspecteur hebben deelgenomen: mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .