Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7346, 22/3526

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7346, 22/3526

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
3 november 2023
Datum publicatie
21 november 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:7346
Zaaknummer
22/3526
Relevante informatie
Art. 55 AWR, Art. 16 AWR

Inhoudsindicatie

Navorderingsaanslag, ambtelijk verzuim, geen kwade trouw, geen navorderingsgrond.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 22/3526 en 22/3527

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: mr. L.J. de Rijke),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 8 en 24 juni 2022.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 115.726. Bij gelijktijdige beschikkingen heeft de inspecteur € 8.006 aan heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht en een boete van € 19.214 aan belanghebbende opgelegd.

1.2.

De inspecteur heeft in de uitspraken op bezwaar de boete met 20% verminderd naar € 15.371 wegens overschrijding van de redelijke termijn. De inspecteur heeft de navorderingsaanslag en de rentebeschikking in stand gelaten. In de uitspraak op bezwaar is geen kostenvergoeding toegekend.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen de gemachtigde van belanghebbende en mr. [inspecteur] namens de inspecteur.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep